Het boek van Beatrice

9+ - Het was een donkere, hopeloze tijd, want er was oorlog, maar ‘helaas was het daarmee niet anders dan elke andere tijd; het was altijd oorlogstijd.’ In de Kronieken van Droefenis staat geschreven dat er op een dag een kind zal komen die de koning van zijn troon zal stoten. Dat kind zal een meisje zijn. De koning stuurt er zijn soldaten dus op uit om dat meisje gevangen te nemen.  

Als broeder Edik op een gure winterdag naar de schuur gaat om Answelica, de kwaadaardige geit van het klooster, te voederen, vindt hij daar, liefdevol warm gehouden door de boze Answelica, een meisje. Ze heet Beatrice. Broeder Edik neemt haar mee, verzorgt haar en ontdekt dat ze een gevaarlijk geheim meedraagt: ze kan lezen en schrijven, en dat was verboden voor vrouwen. Als het bekend wordt, kost het haar het leven. Voor haar veiligheid scheert broeder Edik haar haar af en kleedt haar in een monnikspij.  
 
Tussen het verhaal van Beatrice door, weeft zich een ander verhaal, dat zich afspeelt in het kasteel van de koning. Zijn soldaten hebben in het kasteel Abelard een vrouw gevangengenomen, maar haar dochtertje – om wie het eigenlijk te doen was -- is verdwenen. De soldaten krijgen de opdracht haar te gaan zoeken. Het is duidelijk hoe de twee verhaallijnen verband houden.
 
We maken ook kennis met Jack Dory, een jongen die uit het woud gevlucht is nadat rovers zijn ouders vermoord hebben. Hij komt als boodschapper naar het klooster omdat een stervende soldaat van de koning wil biechten. De broeders sturen Beatrice, zo zijn ze van haar en haar vreselijke geheim af. Jack ontdekt dat de soldaten van de koning haar intussen op het spoor zijn en samen vluchten ze het woud in. Op hun tocht krijgen ze later nog het gezelschap van broeder Edik, die zijn geloof in de profetie verliest en Beatrice wil helpen, en van Cannoc, die eens koning was, maar alles achterliet, behalve zijn lach. Gaandeweg herinnert Beatrice zich stukje bij beetje wat er met haar gebeurd is. Aan broeder Edik vertelt ze het verhaal van de zeemeermin.
 
Dit sprookjesachtige verhaal staat bol van bekende verhaallijnen en motieven, maar in handen van Kate Dicamillo ontstaat er, ondanks veel herkenning en voorspelbaarheid, een verhaal waarvan je gretig bladzijde na bladzijde omslaat. Alles heeft te maken met haar lyrische stijl, die permanent een zweem van mysterie inhoudt: ‘Hij keek hoe de letters een voor een onder haar hand verschenen, en het voelde alsof elke letter een deur was die vanbinnen bij hem openging, een deur naar een verlichte kamer.’ Symbolisch, af en toe wat hoogdravend, maar dat wordt tijdig gecounterd met humor. Vooral de geit Answelica, die een ware terreur uitoefent, is daarvoor een uitgelezen tool.
 
Herhaling is sowieso een stijlkenmerk dat Dicamillo met veel verve hanteert. De profetie, waarmee het boek opent, komt als een mantra door het hele verhaal terug. Variaties op steeds dezelfde zinnen refereren aan de orale vertelkunst en geven een zangerig effect aan de tekst en ook een zekere traagheid. Maar op het einde zorgen de opeenvolgende snelle perspectiefwissels voor een verhoogde spanning. Dan komen de tocht van Beatrice en het verhaal dat zij vertelt over de zeemeermin, ook samen.
 
Het vertellen van verhalen is een belangrijk motief. Profetieën zijn van geen betekenis, ‘het zijn glimmende prullen, kleurige afleidingen, mooie woorden om koningen te manipuleren en dwazen te troosten.’ Nee dan, verhalen bieden een raam op de wereld, leggen betekenis bloot, verbinden. En de boodschap die alle verhalen in dit boek meedragen, galmt doorheen het hele boek: geloof in wie je bent en ‘wij zullen allen, uiteindelijk, terechtkomen waar we thuishoren.’
 
Wie van Het verhaal van de olifant en de goochelaar, of Hoe Peter zijn zusje terugvond of De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane genoten heeft, zal Het boek van Beatrice wellicht ook wel weten te waarderen, hoewel beide eerdere boeken overtuigender van vorm zijn. Al bij al zit Het boek van Beatrice wat overvol met complicaties en mysteries. Het heeft ook een redelijk complexe structuur en -- zonder dit een moeilijk boek te noemen, dat is het zeker niet -- zal het toch vooral aan lezers met wat ervaring en een goed gevoel voor taal besteed zijn.  
 
De middeleeuws aandoende sfeer van het verhaal wordt mooi onderstreept door de illustraties van Sophie Blackall. Ze laat elk hoofdstuk, zoals in een handschrift, met een versierde initiaal beginnen. De bladvullende potloodtekeningen bij elk nieuw deel in het boek zijn ook fraai omrandt, allemaal wellicht door de miniatuurkunst geïnspireerd. Er staan meerdere mooie gedetailleerde prenten in dit boek, maar top of the bill vind ik het beeld van Answelica de geit, die overigens in de meeste prenten voorkomt. Met de rij blinkende tandjes – ‘de spiegel van haar ziel, groot scherp en weerbarstig’ -- en de horizontale oogpupil, ziet ze er even vervaarlijk uit als de monniken die ze met een kopstoot grote afstanden door de lucht laat afleggen, haar kennen.
 
Kate Dicamillo, Sophie Blackall: Het boek van Beatrice, Lannoo, Tielt 2022, 255 p. : ill. ISBN 9789401484305. Vertaling van The Beatryce prophecy door Harry Pallemans

© 2024 | MappaLibri