Blijven is nergens. Het Europa van Rilke

Rainer Maria Rilke was een rusteloze ziel, letterlijk en figuurlijk. Dat blijkt ook uit zijn drang om te reizen. Een vaste standplaats had hij nauwelijks, zijn hele leven lang is hij door Europa getrokken, met als belangrijkste stopplaatsen de kunstenaarskolonie Worpswede, waar hij met zijn echtgenote woonde, Parijs, waar hij secretaris van Auguste Rodin was, en Duino, waar hij zijn beroemde elegieën schreef. In Blijven is nergens – een citaat van de dichter dat aangeeft hoe wezenlijk het onderweg zijn voor hem was – belooft Florian Jacobs de schrijver achterna te reizen. Op de flap wordt dit dan ook een ‘literair-historisch reisverslag’ genoemd. Dat valt echter enigszins tegen. Van zo’n reisbeschrijving zou je meer persoonlijke inbreng van de auteur verwachten en particuliere inzichten, terwijl het boek eigenlijk niet meer is dan een klassieke biografie die gestructureerd is aan de hand van de verschillende plaatsen waar Rilke verbleven heeft. Op die manier is het dus eigenlijk ook niet anders dan een chronologisch geordende levensbeschrijving. Heel anders is bijvoorbeeld die andere biografische schets die een minder conventionele invalshoek kiest en daardoor een panoptische structuur heeft: Heimo Schwilks Rilke und die Frauen.  

Jacobs biografie is goed gedocumenteerd, zeker onderhoudend en betrekt ook vele gedichten in het verhaal die – eigen aan het genre – biografische geduid worden. Dat laatste is prettig, want legt de nadruk ook op de poëzie, zij het dan dat die onvermijdelijk vanuit het levensverhaal wordt gelezen en ook ingepast wordt in dat discours, een euvel in vele biografieën, dat ertoe leidt dat de teksten veelal eenduidig verklaard worden. Daarnaast laat Jacobs ook wel wat dingen liggen – van een Nederlandstalige publicatie over de plekken in Rilkes bestaan zou je mogen verwachten dat die toch minstens ook Veurne aandoet. Zeker, een voetnoot in het leven van de dichter, want hij verbleef er maar kort (in hotel ‘Die nobele Rose’, waar nog steeds een gedenkplaat hangt), maar hij schreef er wel twee onvergetelijke gedichten die zijn opgenomen in de Neue Gedichte: ‘Der Turm’ en ‘Der Platz’ en hij wijdde een essay aan de stad. Voor wie beweert in het spoor van Rilke te reizen en belang te hechten aan de poëzie is dit een onoverkomelijke fout. Sowieso is van de hele Vlaanderenreis (Rilke bezocht ook Oostduinkerke, Ieper, Brugge en Gent) geen spoor te vinden bij Jacbos. Echt een omissie!
 
Hoewel het boek niet echt doet wat het belooft – het is geen reisverslag, geen essay, geen bespreking van alle voor Rilke belangrijke plekken, en zeker ook geen cultuurgeschiedenis van de Europa van het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw zoals de ondertitel zou kunnen doen vermoeden, is het wel een uitstekende en enthousiasmerende inleiding in leven en werk van Rilke. En die hadden we nodig in het Nederlandse taalgebied!
 
Florian Jacobs: Blijven is nergens. Het Europa van Rilke. Boom, Amsterdam 2022, 392 p. ISBN 9789024448432

© 2024 | MappaLibri