Wil je mij poëzie leren?

Tegelijk met Diepe eb, een keuze van Willem Jan Otten uit een halve eeuw dichterschap, verscheen het boekje Wil je mij poëzie leren?, dat een aantal columns over poëzie verzamelt. Willem Jan Otten is een meer dan verdienstelijk essayist, en met zijn pen weet hij zijn lezers niet enkel intellectueel te boeien maar hen ook haast spontaan aan te spreken en te doen meedenken.    

Ook in deze teksten over poëzie is dat het geval. De auteur vertrekt, zoals wel vaker, van een soort van herinnering. Hij gaat op zoek naar een gedicht van Wallace Stevens waarin het woord ‘missaal’ hem heeft getroffen, maar in diens verzamelde werken grasduinend vindt hij die tekst niet terug. (Spoiler alert: dat gebeurt pas op de slotbladzijden van het boekje, een constructie die duidelijk de pen van de succesvolle romanschrijver verraadt.) Die anekdote is in menig opzicht sprekend voor de hier verzamelde bedenkingen. Hij toont allereerst het belang van literatuur (samen met film, want ook dat komt meermaals aan bod) voor het leven van Otten. De schrijver leeft van, maar ook met literatuur, en de teksten van anderen zijn voor hem steeds richtinggevend geweest: zelf koppelt hij dat aan een soort van symbolische vaderzoektocht, naast de grote liefde voor de moedertaal.  
 
Zijn eigen poëtische odyssee is, zo blijkt, nauw verbonden met het werk en de persoon van Chris van Geel, een meesterlijk natuurdichter. Willem Jan Otten haalt voortdurend herinneringen aan die die nauwe band tussen werk en leven illustreren. Hij verwijst naar zijn familiesituatie (de aandoening van zijn vrouw, een kleinkind dat zijn eerste woordjes verovert…) maar ook en vooral naar zijn leeservaringen. Gedichten worden geciteerd en, in het geval van buitenlandse teksten, ook vertaald. Otten laat zo zien hoe hij leest, hoe teksten voor hem gaan spreken, hoe een dynamische dialoog kan ontstaan met wat door anderen (en vaak ook in een andere periode) is neergeschreven.
 
Dat ultieme geloof in het woord kadert niet alleen in het grote belang dat Otten hecht aan literatuur, als een uniek kunstwerk van taal, het sluit ook aan bij het religieuze perspectief dat de dichter/essayist nadrukkelijk in zijn werk integreert. Het woord opent de weg naar het oneindige en het onuitspreekbare, en literatuur balanceert vaak op de rand van het spreken en het ongezegde. Otten laat in zijn vaak terloopse opmerkingen zien hoe dat intense geloof voor hem als het ware de plaats heeft ingenomen die filosofie in zijn jonge jaren bekleedde. De godsdienst opent de weg voor het ritueel en voor het absolute, en het lijkt erop dat deze essays iets van die enorme breedte laten zien, zij het aan de hand van concrete voorbeelden en anekdotes. Een groot en belangrijk traktaat is dit boekje niet (al acht ik Otten wel in staat om dat te schrijven), maar het staat vol met sprankelende bedenkingen en formules die aanzetten tot lezen, overdenken en opnieuw lezen.  
 
Willem Jan Otten: Wil je mij poëzie leren?, Van Oorschot, Amsterdam 2022, 91 p. ISBN 9789028222052. Distributie Elkedag Boeken

© 2024 | MappaLibri