3+
- Maurice de krokodil is op een dag, moe, aan komen lopen in het bos, een
vreemde plek voor hem eigenlijk (niet dat een 3-jarige dat raar zou vinden). Niemand
lijkt er bezwaar tegen te hebben dat hij besluit te blijven, vooral omdat je
wel lol met hem kan hebben. Je kunt op zijn buik zitten als hij drijft en hij
kan voor veerman spelen. De meeste andere dieren worden gepresenteerd in
stelletjes, een paar daarvan met jonkies. Onder de grond zie je mol in z’n
holletje zitten, knus, maar wel in z’n eentje.
Dan gaat het hard waaien, er is
storm op komst. Alle dieren vluchten naar hun nesten en holen. Er is nergens
plaats voor de krokodil. Mol ziet Maurice niet, maar wordt aanvankelijk wel gek
van diens heen-en-weergeloop. Tot hij hem niet meer hoort, en zich zorgen
begint te maken. Dan klinkt er een dreun, en ook gehuil, dikke tranen plengt
Maurice. Mol maakt een enorm hol voor hen samen.
Het verhaaltje is niet overal
even consistent. Er is bij voorbeeld voldoende water voor de krokodil, maar als
het stormt, zou het daar ineens al te vol zijn. Er wordt verteld in beeld en
met tekst. Illustrator en auteur werkten al eerder samen in Becks debuut Onder
de wol.
Niet iedereen was overtuigd van de noodzaak van de tekst, die slechts hier en
daar echt iets toevoegde. Ook in deze nieuwe samenwerking is het op het randje.
Cover en titelpagina geven (ook bij het eerste boek) wel aan dat het vooral om
de prenten gaat. De simpele versjes, met het gemakkelijkste eindrijmschema
(abcb), kunnen op sommige plekken best gemist worden. Maar goed, je zou kunnen
zeggen dat ze de voorleesvaart erin houden.
De illustrator zorgt er meteen
op de eerste dubbelpagina voor dat er van alles te zien is. Er is een
bovenwereld met allerlei paartjes, jonkies, gefladder en gezwem, en een wereld
onder de grond, met een (muizen?)nest en het hol van mol. Als Beck mol volgt
die probeert Maurice te traceren, legt ze van alles naast zijn gang: een grote
theepot, bloemen in een vaas, een paar knekels of een lijkje, een paar
hakschoenen, een visgraat. Ze zijn er vrij simpel getekend neergelegd, en
verhogen het actieve kijken. De huishoudelijke elementen vind je op de een na
laatste pagina terug in mols hol.
Beck is op haar best op de prenten waar je alleen Maurice
ziet, gevangen in de kracht van de storm. Met stevige en functionele blauwe
potloodvegen en een klein rood parapluutje toont ze zijn nietigheid, juweeltjes
zijn het. Ook fraai is de bovengrondse ontmoeting van mol en Maurice. Op de
linker pagina staat de krokodil, een en al blijheid, rechts steekt mol boven
het net door hem gemaakte grote hol uit, een bruine hoop op het vrolijk-groene
gras. De storm is gaan liggen. Helaas weet de illustrator geen originelere
slotprent te verzinnen dan de twee dieren verzaligd, mol in Maurice’ schoot,
kijkend naar de maan. Dat happy end-beeld kennen we nu wel.
Het boek verscheen eind oktober
2022, ruim op tijd dus voor de decembermaand en te gebruiken als alternatief
kerstverhaal. Er is echter ook nu meer dan voldoende actueels aan. Je kunt het
heel goed inzetten om iets te vertellen over de Oekraïners en anderen die op de
vlucht waren om zich hier (een poosje) te vestigen. De titel nodigt ook uit tot
deze lezing. Maar ook zonder dat valt er genoeg aan dit verhaal te beleven.
Françoise Beck, Herman van de Wijdeven: Ik blijf, als het mag,
Querido, Amsterdam 2022, 36 p. : ill. ISBN 9789045126258. Distributie
L&M Books
© 2024 | MappaLibri