Uit haar
vorige romans kennen we Guadalupe Nettel als een vrouw die het leven omarmt in
al zijn facetten, ook en vooral zijn onvolkomenheden. Zij houdt ervan om
werkelijkheden te belichten waar niemand naar wil kijken, zoals ziekte, dood,
existentiële twijfels. Daarrond trekt zij een proces van introspectie op gang dat
niet steevast een oplossing aanreikt voor de vele mislukkingen die het leven in
petto heeft, maar die ze wel draaglijk maken -- voor zover men aanvaardt dat
leven ‘in wezen altijd onmogelijk en pijnlijk is’.
Toen in het werkelijke leven een
goede vriendin uit Nettels omgeving zwanger werd van een kind dat door een
zeldzame genetische ziekte als nauwelijks levensvatbaar gediagnosticeerd werd
en dat -- indien het de geboorte al overleefde -- weinig kans maakte op een
‘normaal’ bestaan, besloot zij dat verhaal als leidraad te nemen voor een
nieuwe roman -- deze dus. Maar Nettel beperkte zich niet tot deze enkele
verhaallijn. Ze tast alle terreinen af die met het moederschap te maken hebben
en, breder nog, met het vrouw-zijn in Mexico in het algemeen.
Benevens de zorgwekkende
zwangerschap van Alina met alle onverwachte wendingen en bezorgde twijfels – ‘zal
het kind overleven, zal ik het houden en daardoor mijn eigen leven ruïneren?’ --
ruimt ze plaats in voor het denkproces dat deze schokkende realiteit
teweegbrengt bij Laura, Alina’s beste vriendin, de vertelster in de roman. Laura,
radicaal van aard maar tegelijk ook empathisch, ontwikkelt een denkproces dat niet
enkel wordt getriggerd door het wedervaren van Alina dat ze van nabij volgt,
maar ook doordat zij betrokken raakt bij een bijna even pijnlijke situatie die
ze ontdekt bij haar buurvrouw. Die heeft met name een zoontje dat wél gezond
ter wereld kwam, maar zich als jonge knaap ontpopt heeft tot een balorig joch
dat ze, zwak als ze is, nauwelijks de baas kan. Als Laura meer uit medelijden
dan uit overtuiging -- ze heeft altijd gesteld dat zij zelf géén kinderen wil --
de jongen toch in haar leven binnenlaat, zet dat heel wat bij haar op losse
schroeven. Net zoals bij Alina, maar dan in een totaal andere situatie, mondt
dit uit in een uitgezuiverde kijk op het leven en het moederschap in het
bijzonder.
In
de marge van deze dubbele centrale thematiek werpt Nettel zijdelings, via
nevenfiguren en zonder ogenschijnlijk positie te kiezen, tal van heikele vragen
op rond moederschap en het krijgen van kinderen. Over de beperkingen van de
geneeskunde. Over het omgaan met handicaps. Over de druk van het moederschap
als sociale verplichting. En, speciaal dan voor Mexico: over de sfeer van
gewelddadigheid tegenover vrouwen in die bij uitstek machistische samenleving.
Als er al in het boek een stelling wordt geponeerd, dan komt die meestal uit de
mond van een dezer nevenfiguren:
‘Ik denk dat alle vrouwen vroeg of laat tot de conclusie
komen dat we de kinderen hebben die we hebben en niet de kinderen die we ons
voorstelden of hadden gewenst, en dat we het met hen moeten zien te rooien’.
Toch kan deze
roman allesbehalve een fatalistisch boek worden genoemd. Het geheel aan
moeilijk oplosbare situaties die erin aan bod komen, levert alvast een soort
inventaris op van de vele problematische toestanden die het moederschap, en bij
uitbreiding het leven van de vrouw in het algemeen, bezwaren of kunnen bewaren.
Maar daar tegenover positioneert zich ook iemand als Laura, de bij uitstek
kritische feministe (naar Nettels eigen zeggen ‘radicaler dan ikzelf’) die het
aanvankelijk allemaal beter lijkt te weten maar nadien, dankzij haar open
geest, flink wat gas terugneemt. Het spel van speler en tegenspelers levert
niet meteen soelaas op maar trekt een gezonde dynamiek op gang die de universele
disputen rond vrouw-zijn en moederschap glashelder voor het voetlicht brengt,
en hopelijk ook stuurt.
Een intelligente roman is Het enige kind zeer zeker,
waarin zonder bekeringsijver feiten en reflectie hand in hand gaan en waarin vrijwel
alle polemieken op tafel komen die rond het behandelde thema leven. Dat dit alles
zich afspeelt in een kader dat uitermate natuurlijk aanvoelt, is te danken aan
de vakbekwaamheid van Nettel, die ervoor zorgt dat geen situatie enige schijn
van gekunsteldheid vertoont, maar integendeel recht uit het dagelijkse leven
lijkt geplukt.
Guadalupe Nettel: Het enige kind, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2024, 254
p. Vertaling van La hija única door Hendrik Hutter. ISBN 9789038814612.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan