Vanaf twaalf jaar

JEUGDBOEKEN NR. 8, OKTOBER 2023

Davide Morosinotto, Fabio Visintin (ill.): De laatste jager

door Katrien Maris

12+ - De bijzondere historische romans van de Italiaanse schrijver Davide Morosinotto beklijven ook in het Nederlandse taalgebied. In 2019 ontving hij een Vlag en Wimpel voor Het mysterieuze horloge van Walker & Dawn (Fantoom 2018), waarvoor hij in 2017 ook de Andersen Award in ontvangst mocht nemen. In 2021 werd Twee fonkelrode sterren in de blinkend witte sneeuw (Baeckens Books 2020) bekroond met een Zilveren Griffel.  

In De laatste jager neemt Morosinotto de lezer mee naar Noord-Amerika ten tijde van de prehistorie, ongeveer tienduizend jaar geleden. Roqi en zijn vrienden dwalen tevergeefs rond, op zoek naar een dikhuid om te doden. Deze Grote Jacht is de laatste stap in hun volwassenwording. Maar Roqi worstelt nog met de zoektocht naar zijn positie in de stam en voelt zich minderwaardig. In tegenstelling tot de anderen, heeft hij immers zijn unieke gave nog niet ontdekt.
 
Daar lijkt verandering in te komen wanneer Roqi een enorme bladkauwer met één welgemikte steenworp kan doden. Zijn vrienden schrijven hem onmiddellijk de Gave om te Doden toe. Maar precies op dat moment breekt er een enorme bosbrand uit die de hele stam en het kamp van de kaart veegt. De kinderen zijn nu volledig op zichzelf aangewezen en trekken door de wildernis in de hoop een nieuwe stam te vinden. Maar het lot lijkt hen niet erg gunstig gezind. Op zoek naar voedsel weet Roqi een zeehuid met zijn speer te raken. Maar in gevecht met het dier wordt één van de kinderen, Beri, dodelijk verwond door een schrikvogel.
 
Het tij lijkt te keren wanneer Roqi eindelijk dikhuidsporen ontdekt. Dit nieuws is bovendien een groot geschenk voor de stam waarbij ze terecht komen. Het stamhoofd neemt hen welwillend op en alles wordt klaargemaakt voor een Grote Jacht. Helaas maakt een woeste kudde drie dodelijke slachtoffers, onder wie de dochter van het stamhoofd en Koto, een van Roqi’s vrienden. Iedereen is er nu rotsvast van overtuigd dat Roqi vervloekt is en het ongeluk aantrekt. Hij wordt verbannen.
 
Morosinotto toont hier mooi hoe de eerste mensen hun ongelijke strijd met de grillige en vaak wrede natuur probeerden te verklaren met magische elementen. En hij onthoudt zijn lezers de rauwe details niet, zoals in de scene van Beri’s wondverzorging :
 
‘Koto duwde Beri’s ene arm stevig tegen het zand en ik pakte de andere, Ama ging op zijn billen zitten met een hand op zijn achterhoofd, intussen begon Hona met haar vingers alle maden uit de wond te peuteren terwijl Beri maar bleef gillen.’
 
Ook de scène waarbij een dikhuid Koto en de dochter van het stamhoofd verplettert ‘zoals een mens een prikker platslaat als hij gestoken is’, doet even naar adem happen.
 
Opvallend is Morosinotto’s aandacht voor de fauna en flora uit die periode. Achteraan bevindt zich bovendien een indrukwekkende lijst met de silhouetten van planten en dieren in het boek, kunstig in zwart en wit tegen een zwarte achtergrond. Onder elk silhouet staat de naam en sommige namen, zoals ‘maanhuiler’ of ‘maskerdrager,’ klinken als poëzie in de oren. Daarnaast geeft de auteur een bijzonder interessante inkijk in het dagdagelijkse leven tijdens de prehistorie. De werktuigen, het villen van dieren, de manier waarop vuur gemaakt wordt, de ceremonie van een lijkverbranding, Morosinotto beschrijft het allemaal heel levendig en gedetailleerd. Jammer is dat deze sprankelende beschrijvingen ten koste gaan van de uitwerking van de karakters, die vrij vlak blijven.
 
Wanneer Roqi verbannen wordt en alleen rond trekt, vindt hij opnieuw de sporen van een dikhuid, een groot bronstig mannetje. Hij beslist hem te volgen. Vanaf hier lijkt Morosinotto een inhaalbeweging te maken wat karakteruitdieping betreft. Op een ontroerende manier zet hij Roqi’s verwarring en twijfel centraal, typisch voor een coming-of-ageverhaal. De jongen voelt zich intens verbonden met dit kolossale dier, waarvan hij vreest dat het wel eens de laatste van zijn soort zou kunnen zijn.
 
‘Ik leerde zijn somberheid kennen en zijn eenzaamheid. Ja, die deelden we, want dit grote mannetje was alleen achtergebleven, net als ik.’
 
Een mooi, gevoelig detail is dat hij het dier Inibi doopt, wat hun verbondenheid onderstreept. Tegelijkertijd beseft de jongen heel goed dat Inibi doden in zijn situatie de enige weg naar volwassenheid betekent. Morosinotto gaat het uitputtende gevecht tussen de twee dan ook niet uit de weg. Maar zijn grootste troeven lijkt de auteur toch voor het einde te bewaren.
 
Na Inibi’s dood laat hij Roqi filosoferen over de precieze betekenis van volwassen zijn: ‘maar ik voelde me totaal niet anders dan eerst. Of misschien toch. En misschien is dat hoe een volwassene zich voelt: hetzelfde als een kind, maar dan met de last van al zijn fouten en vergissingen op zijn schouders.’ Ook over de zin van zijn avontuur kan Roqi op een wijze en genuanceerde manier nadenken: ‘toen alles begon was ik een jongetje op zoek naar zijn plek in de stam. Die stam bestaat niet meer, en toch weet ik dat ik me kan redden, dat mijn reis pas net is begonnen.’
 
Davide Morosinotto, Fabio Visintin: De laatste jager, Pelckmans, Kalmthout 2023, 304 p. : ill. ISBN 9789464018530. Vertaling van L’ultimo cacciatore door Manon Smits en Pieter van der Drift

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri