‘Heel lang geleden
trok Paard de kar van Baas.’ Maar toen Baas een tractor kocht, moest Paard op
rust gaan. Gelukkig waren de dieren van de boerderij dol op hem, wat veel goed
maakte. Op een dag ontdekt Paard dat hij een bijzonder talent heeft: hij kan
tekenen. Hij tekent het ene dier na het andere, maar bij Jeltje de zwarte kip
loopt het fout: die vindt dat hij haar te dik en te lelijk tekende en het
geroddel begint. Dat neemt zo’n proporties aan dat de andere dieren Paard in de
steek laten, behalve Hond. Als de nieuwe haan Paard pikt en uitscheldt, verlaat
het lieve dier de boerderij. Na een zwerftocht belandt hij op een
kinderboerderij, waar hij zowel een slee mag trekken als zijn tekentalent
botvieren. Uiteindelijk vindt ook zijn goede vriend Hond er onderdak.
De beginzin kun je
bezwaarlijk meeslepend noemen en dat gaat eigenlijk voor het hele verhaal op,
dat even mager is als Paard op zijn zwerftocht. De auteur is duidelijk
vertrokken vanuit een boodschap tégen geroddel en vóór echte vriendschap. Goed
bedoeld, maar de verpakking is te voorspelbaar en werkt te veel met
stereotypen: de roddelende kippen, de stoere, gemene haan, de trouwe hond en
het wijze, vriendelijke, afgedankte paard. Zo’n paard ‘met pensioen’ bezit
weinig meerwaarde in een kinderboek en de ‘draai’ die het dier bijzonder moet
maken, komt geforceerd over: bij toeval ontdekt hij dat hij kan tekenen door
zijn pootafdruk te zien in de vorm van een vlinder.
Ook de taal sprankelt te weinig.
Brigitte Minne speelt weliswaar met klanken, maar dat klankspel is soms
gezocht: ‘loog beige Betje’, ‘kakelde ook Rosse Rietje’, ‘hun billen gingen er
zo van gloeien dat ze geen eieren meer gingen leggen’… Toch kan het ook anders,
zoals in de volgende zin, die krachtig een emotie vat: ‘ze knikten braaf en
voelden een knoop in hun maag en een beet in hun hart.’
Wél origineel én gedurfd zijn de
illustraties van Naomi Kerkhove. Brigitte Minne gaf in het verleden al vaker
kansen aan jonge illustratoren om zich te ontplooien. Minne ontdekte Kerkhove
als textielkunstenaar toen ze poppen liet maken voor haar poppentheater. In dit
prentenboek maakt de kunstenares collages met diverse schildertechnieken, die
opvallen door de hoekige vormen en minder gebruikelijke kleurenkeuze met veel
donkere tinten blauw, rood en paars, contrasterend met fel geel en wit. De
hoekig getekende lijven en koppen van de dieren verraden invloeden van
expressionisme en kubisme. Met close-ups van bijvoorbeeld de ogen van Paard en
Hond of de handen van de mensen die hen verzorgen, roept de illustratrice
krachtig gevoelens op. Dit sterke illustratiewerk houdt zonder meer een belofte
in.
Brigitte
Minne, Naomi Kerkhove: Paard en de roddelkippen, De Eenhoorn, Wielsbeke 2021,
36 p. : ill. ISBN 9789462915510
deze pagina printen of opslaan