Knut Hamsun (1859-1952) blijft zeventig jaar na zijn dood
zijn plaats opeisen in het literaire landschap. Sinds De Arbeiderspers in de
jaren 1970 voor een revival zorgde van zijn werk in ons taalgebied, met nieuwe
vertalingen van negen romans, zijn bij diverse uitgeverijen sporadisch
heruitgaven verschenen uit zijn oeuvre. Bij De Geus verschenen in de jaren 2000
de vroege
werken Honger (1890), Mysteriën (1892), Pan (1894) en Victoria
(1898). Uitgeverij Oevers vestigt nu opnieuw de aandacht op de Noorse
schrijver en Nobelprijswinnaar, aan wie zijn uitgesproken, naïeve
nazi-sympathieën almaar minder blijven kleven. De grote waardering voor hem als
vernieuwend schrijver en het feit dat er geen relatie is tussen de
nazi-ideologie en zijn werk, zorgt voor de nodige welwillendheid. Vorig jaar
bracht Oevers nog zijn opzienbarende debuut, Honger, in een nieuwe vertaling
uit en nu is er Onder de herfstster, het eerste deel van de ‘De
zwervertrilogie’, ook opnieuw vertaald door Marianne Molenaar. Voor 2024 is Hoe het groeide uit 1917 aangekondigd, het boek waarvoor hij de Nobelprijs kreeg.
De kleine roman Onder de herfstster verscheen in 1906. De
ik-figuur is Knut Pederson, een man van middelbare leeftijd en, naast de naam,
heeft de protagonist nog wel meer overeenkomsten met de auteur. Knut heeft de
stad, waar het hem financieel goed is gegaan, achter zich gelaten voor het
zwerversleven. Hij werkt samen met twee kameraden ergens te lande als
klusjesman. Ze reizen van adres naar adres, steunend op mondelinge referenties.
Hij speelt tegenover zijn omgeving een rol, zijn omgeving heeft er geen weet van
wie hij werkelijk is. En ook hij zelf is op zoek naar zijn identiteit. Hij
heeft zijn vorige leven achter zich gelaten met het vaste voornemen om rust te
vinden in de natuur. De roman begint bepaald lyrisch:
‘[…] ooit, denk ik, moet ik deze vrede hebben gekend
aangezien ik hier loop te neuriën en elke steen en elk sprietje me in
vervoering brengt en raakt en ik op mijn beurt hen schijn te raken. We kennen
elkaar.
Als ik het overwoekerde pad door het bos neem beeft mijn
hart van een onaardse vreugde.’
Dat beschrijvingen als deze hun link hebben in Hamsuns
persoonlijke leven, mag blijken uit deze uitspraak in een interview uit 1910:
‘Ik ben
geworteld in de aarde en het bos. In de stad leef ik een kunstmatig leven,
cafés ‘esprit’ en andere intellectuele onzin. Maar ik ben voortgekomen uit de
aarde. En men moet er niet zonder meer van uitgaan dat ik alleen maar dicht en
fantaseer, wanneer ik er over schrijf.’
De autobiografische inslag in Onder
de herfstster is ruimer dan enkel de natuurbeleving. Rond 1880 werkte
Hamsun als wegarbeider en ook zijn uitgesproken belangstelling voor techniek,
zijn vruchteloze liefdesrelaties, zijn angstige kinderdromen komen in dit boek
terug. Zoals in zijn gehele oeuvre is de keuze om als dolende outsider te leven
ook hier de kern van het verhaal. Knut gaat losse verhoudingen aan met drie
vrouwen en zij confronteren hem alle met zijn vorderende leeftijd. De jonge
domineesdochter, haar moeder en ten slotte de vrouw van een kapitein, die hem
aanvankelijk zelf benadert, maar uiteindelijk voor hem vlucht.
‘En dan wordt het
meer wijn en dan wordt het whisky. En dan worden het liters whisky. En dan zuip
ik er eenentwintig dagen op los waarin er een gordijn voor mijn aardse
bewustzijn wordt neergelaten.’
Om op een goeie dag de stad weer te verlaten om naar een
eiland te trekken.
Onder de herfstster kondigt een nieuwe fase aan in Hamsuns
schrijverschap. De koortsachtige, gejaagde stijl uit zijn vroege werk heeft
plaatsgemaakt voor een zachte, wat melancholieke stem van een man die zich maar
moeilijk kan schikken in zijn situatie. Opmerkelijk is hoe Knuts kennis van
wetenschap en zijn technisch vernuft bepaald gedetailleerd uiteengezet worden
(zo bijvoorbeeld het ontwerpen van een nieuw type boomzaag), terwijl de
karakterisering van de personages vaag blijft. Bij Knuts affaires houdt Hamsun het
zelfs grotendeels bij suggestie. Knut is tenslotte een outsider en helemaal op
zichzelf teruggeplooid. Zijn verlangen naar eenzaamheid in de natuur en de
onherroepelijke drang naar civilisatie vechten om de overhand. Liefdesaffaires
lopen finaal op niets uit. Wat blijft is een diepe crisis, die zich opnieuw en
opnieuw dreigt te herhalen.
Knut Hamsun: Onder de
herfstster, Oevers, Koog aan de Zaan 2023, 144 p. ISBN 9789493290204. Vertaling
van Under hoststjaernen door Marianne Molenaar. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan