12+ - Denk aan een kind
van twaalf, dat je kent of dat je ooit zelf was. Beeld je in dat het de
volgende dag het huis verlaat om elders in een huishouden te gaan werken. Lees
dan De weg naar morgenochtend. Een beeldverhaal van Joke van Leeuwen. In
woord en vooral beeld schildert ze daarin de verwarrende angstdromen die dat
kind die nacht heeft. Dat doet ze zo intrigerend, dat ik meteen bij het
ontwaken uit het boek opnieuw wil beginnen.
Van Leeuwen draagt het boek op
aan haar grootmoeder, en opent het verhaal met een korte historische schets. Daarin
vertelt ze dat veel meisjes ‘meer dan honderd jaar geleden op hun twaalfde van
school af moesten om te gaan werken voor een mevrouw’. Die situering maakt dat
je als lezer geneigd bent voortdurend te zoeken naar kapstokken uit de
werkelijkheid. Hoe raakt het verbeelde aan wat echt is beleefd? Veertje, het
hoofdpersonage, wordt meteen na bedtijd door een onbekende mevrouw meegenomen
en elders afgezet. Via bevreemdende ontmoetingen komt ze op allerlei plekken:
een bar, een kerkhof, een afgelegen huis waar een boom door het dak heen
groeit, een treinwagon, en tot slot een rivier die ze over moet, voor ze weer
thuiskomt, waar ‘het werk wacht’.
Van Leeuwen zet in de prenten verschillende prikkelende
sporen uit om aan deze schijnbaar absurde reeks gebeurtenissen betekenis te
geven: een giraf op de legplank boven het bed van het meisje duikt in allerlei
gedaanten op, er moeten stempels worden verzameld, schilderijen aan de muur
wijzen terug of vooruit enzovoort. In de vele verwijzingen naar typische uitspraken
van volwassenen klinkt kritiek op de manier waarop kinderen – ook vandaag – de
wereld in worden gestuurd. Veertje ‘moet wennen aan het moeten’, of ‘eerst maar
eens de erge dingen van de echte wereld leren’. Wanneer een man opmerkt dat hij
haar heeft ‘gered. Dat schept verplichtingen’ en vervolgens stempels op
Veertjes buik wil plaatsen, is het als volwassene moeilijk niet aan seksueel
misbruik te denken. Ook elders zinderen vormen van geweld, maar evengoed winnen
kinderlijke strategieën. Zo verzamelt Veertje dingen in haar jaszak die
vertrouwd of mooi aanvoelen, en deelt ze liedjes en verhalen. De mevrouw die
haar ‘naar morgenochtend’ rijdt en her en der opduikt als een dreigende
onbekende onderwerpt haar in een Roodkapje-achtige conversatie aan een reeks
vragen: ‘Waarom heb je daar nog een speeltje? Dat is zeker omdat je een kind
wil blijven.’ Met dergelijke allusies navigeert Van Leeuwen Veertje en de
lezers in één verwarrende nacht weg van de kindertijd, naar het bedreigende
onbekende van het opgroeien.
Het overwegend blauwe kleurenpalet, de lijnvoering en
textuur dompelen lezers onder in een nachtelijke sfeer; de manier waarop
beelden elkaar opvolgen, afwisselen en aanvullen, raakt aan het associatieve
ritme van dromen. Voor je bijvoorbeeld op een paginavullende prent Veertje ziet
zitten in een bar die vaag aan een ruimte bij de zoo doet denken – met daklicht
waar groen doorheen schijnt en een giraf die door hoge ramen naar binnen kijkt,
krijg je vier kleinere beelden waaruit dit geheel lijkt te zijn samengesteld:
twee mannen die haar aanspreken, een trapleuning met reuzegrote kers, een
detail van een wandlamp, een uitgestoken hand met de stempel van een giraf.
Krasserige strepen en wervelende kleuren of motieven refereren aan het vage en
repetitieve van droombeelden, waarin bovendien geen vast perspectief wordt
gehanteerd. Ook flarden zinnen blijven zoemen, zoals het moeten en het wennen.
Van Leeuwen
legt het vertrouwen om aan al deze beelden en woorden betekenis te geven in het
geheel bij de lezer. Qua sfeer en vereiste verbeeldingskracht doet De weg
naar morgenochtend daarom denken aan Annetje Lie in het holst van de
nacht van Imme Dros en Margriet Heymans, waarin een jong meisje
koortsdromen vol angsten doorstaat. Dat boek werd destijds, toen het in 1987
verscheen, door sommigen niet geschikt geacht voor kinderen. Het zou niet
aansluiten bij hun smaak, te verontrustend zijn, of zelfs verlatingsangst
stimuleren. Dergelijke bedenkingen rijzen misschien ook bij dit boek. Of vloeit
het bedreigende vooral voort uit wat wij als (volwassen) lezers menen dat
achter de woorden en beelden schuilt? Via de NUR-codes wordt Een weg naar
morgenochtend naar de schappen met fictie en strips voor kinderen tussen
tien en twaalf gedirigeerd. Joke van Leeuwen houdt zelf enkel van ondergrenzen,
gaf ze meermaals aan. Laat ons hopen dat dit straffe en intrigerende
beeldverhaal inderdaad niet wegzinkt op de kinderafdeling, maar ook tussen
graphic novels voor volwassenen een plek vindt. ‘Voor wijsheid heb je geen
diploma’s nodig / maar je moet soms wel je gedachten poetsen’ schrijft Van
Leeuwen aan het begin over haar grootmoeder. Het lijkt meteen ook een oproep
aan de lezer.
Joke
van Leeuwen: De weg naar morgenochtend. Een beeldverhaal, Querido, Amsterdam 2024,
71 p. : ill. ISBN 9789045130064. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan