Jan Lauwereyns is een dichter die zichzelf
bij elke bundel opnieuw lijkt uit te vinden. Zijn langdurige verblijf in Japan
heeft hem in de loop der jaren steeds gevoeliger gemaakt voor de culturele
verschillen tussen Oost en West, de manier waarop mensen hun eigen bestaan en
dat van hun gemeenschap gestalte geven door middel van gewoonten en rituelen.
Daarbij komt, zeker sinds de publicatie van zijn autobiografische roman Gehuwde rotsen, een uitzonderlijke
ontvankelijkheid voor de klank en het ritme van het Nederlands. De moedertaal
verschijnt daarbij als een haast vreemde, exotische taal. Net die afstand stelt
de dichter in staat om alle lagen van de taal te verkennen in de breedte en in
de diepte.
Ook in Zombie
zoekt zielgeno(o)t spat die taalrijkdom van de bladzijden. De titel
alludeert niet alleen op de (klank)verwantschap tussen ‘genot’ en ‘genoot’,
maar werkt ook opzichtig met de drievoudige letter ‘z’, die de woorden met
elkaar verbindt. Het lijkt wel een annonce uit een of andere kant, maar
tegelijk betreft het het thema van heel wat literatuur; zo is de allusie op het
beroemde verhalende gedicht Awater
van Martinus Nijhoff – waarin de ik-figuur op zoek gaat naar een reisgenoot –
allerminst toeval. Voor Lauwereyns is in de loop der jaren de literatuur steeds
belangrijker geworden, als een soort van houvast aan zijn moedertaal. Woorden,
wendingen die hij aan gelezen teksten ontleent worden onder zijn pen omgevormd
tot creatieve nieuwe combinaties. Het meest opvallend gebeurt dat in de
afdeling ‘Ik heb je liever dan bloed’, die als ondertitel meekreeg: ‘Weer
bekluift Zombie het Nederlands’. Al de gedichten in deze reeks zijn strak van
vorm, maar ze bestaan aan ontleningen van een handvol dichters (die in de titel
van ieder vers worden vermeld). De geciteerde titel verwijst bijvoorbeeld naar
een overbekend liefdesgedicht van Hans Andreus, ‘Ik heb je liever dan brood’.
Het laat zien hoe de dichter zich voedt aan de teksten van anderen als een
hedendaagse zombie, maar tegelijk slaagt Lauwereyns erin om met behulp van dat
gestolen materiaal prachtige liefdesverzen te maken, in die mate zelfs dat de
gemiddelde lezer nooit zal beseffen dat hier een ingenieuze collagemaker aan
het werk is.
Toch is hier geen vrijblijvende postmoderne
knutselaar aan het werk. Voor Lauwereyns is het een manier van zijn: je
vastklampen aan de klanken en de betekenissen maar ook aan de culturele erfenis
van je moedertaal om zo een breekbare identiteit op te bouwen. Het schrijven is
het creëren van een nieuwe wereld, maar tegelijk is het een manier om de
dagelijkse werkelijkheid wat beter te doorgronden. De dichter is een zombie,
een mens die leeft op de rand van zijn bewustzijn en vaak bestaat via
automatismen en aangeleerde patronen. Zelfs de privérelaties en de liefde zijn
in feite gebaseerd op dergelijke codes, en hier probeert de zombie zijn
zielgenoot te bereiken op een authentieke manier. Het mensbeeld in deze bundel
is dus bij momenten erg precair, maar net uit die moeilijke situatie haalt de
dichter zijn vitale elan. Die is bij momenten niet veel meer dan een
wanhoopskreet. De brokstukken waaruit dat ik wordt samengesteld doen denken aan
het monster van Frankenstein dat zijn lichaam en zijn bewustzijn als het ware
voor het eerst onderkent. Het is een denkoefening die Lauwereyns hier verder
doordrijft dan in zijn eerdere werk, maar tegelijk zijn de tucht en het
vakmanschap van de dichter heilzame remmen op die wilde associaties. De
slotafdeling is niet minder dan een complexe sonnettenkrans; het lijkt erop dat
de dichter zijn zombiegestalte gaandeweg onder controle krijgt, toch op zijn
minst via de taal van de literatuur. Het resultaat is een soms raadselachtige
maar hoogst indringende en prachtige bundel.
Jan Lauwereyns: Zombie zoekt zielgeno(o)t,
Koppernik, Amsterdam 2023, 69 p. ISBN 9789083295596.
Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan