De naam van de Nederlandse schrijver Victor
van Vriesland zal bij weinig hedendaagse lezers nog een belletje doen rinkelen.
Zijn belangrijkste verwezenlijking als literator is zonder twijfel zijn
bloemlezing De spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen, die
sinds zijn verschijnen in 1939 decennialang een leidraad was voor
poëzieliefhebbers. Pas toen Gerrit Komrij in 1979 met de publicatie van zijn
bloemlezingen van de Nederlandse poëzie begon, verloor De spiegel zijn
gezaghebbende positie. Hoewel Van Vriesland ook dichter, prozaïst en criticus
was, dankte hij zijn status van Bekende Nederlander aan zijn talrijke bestuursfuncties
in culturele instellingen en vooral aan zijn optreden in het door Karel
Jonckheere gemodereerde taalspelprogramma Hou je aan je woord, dat
zowel op radio als televisie werd uitgezonden. Na zijn dood in 1974 verdwenen
Van Vriesland en zijn werk pijlsnel in de vergetelheid.
Victor E. van Vriesland werd in
1892 te Haarlem geboren in een erg welgesteld Joods gezin. Hij kreeg onder meer
privéonderwijs van de dichter J.A. dèr Mouw en raakte tijdens zijn schooljaren
bevriend met de één jaar jongere Martinus Nijhoff. Met de studies wilde het
echter niet zo goed lukken, wat voornamelijk te wijten was aan Van Vrieslands
liederlijke, promiscue levensstijl. Nachtelijke slemppartijen en bedavontuurtjes
bepaalden zijn jeugdjaren. Al werd het er later niet veel beter op: zijn
aanzienlijke erfenis jaagde hij er binnen de kortste keren door en mede door de
beurscrash was hij in 1929 volkomen geruïneerd. Van Vriesland moest voortaan
gaan werken voor zijn bestaan, al zou hij het zijn hele verdere leven
financieel moeilijk hebben.
Met zijn eigen literaire werk verdiende hij weinig. De
literaire journalistiek bood enig soelaas. Dat Van Vriesland kon uitgroeien tot
een gezaghebbend criticus (o.m. in de NRC) was echter grotendeels te
danken aan het verdwijnen van vooroorlogse, meer charismatische literaire coryfeeën
als Menno ter Braak en E. du Perron. Zijn kritisch en essayistisch proza werd
in 1958 gebundeld en bij Querido uitgegeven in twee dundrukdelen getiteld Onderzoek
en vertoog. Wegens de gedragen, ietwat ouderwetse stijl die Van Vrieslands
proza kenmerkt, is het vaak taaie lectuur. Zijn oordelen waren meestal wel
raak. Groenewegen is van mening dat ook ‘enkele tientallen’ van Van Vrieslands
gedichten ‘de tand des tijds’ hebben doorstaan. Maar in Bloed en rozen.
Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945 (Prometheus 2018) krijgt
de auteur van Jacqueline Bel alleen een korte vermelding als criticus en
bloemlezer.
Over
het algemeen kan gesteld worden dat een biografie van bijna 600 bladzijden te
veel eer is voor het relatief beperkte literair-historische belang van de
figuur Van Vriesland. De ruime aandacht die de biograaf besteedt aan het
ingewikkelde liefdesleven van ‘Vic’ (Ook deze biograaf gaat mee in het recente, ergerlijke fenomeen waarbij
de biograaf consequent de voornaam van de gebiografeerde gebruikt.), hoewel smeuiïg met vier huwelijken en een veelvoud aan minnaressen, is
van het goede te veel. Groenewegen citeert ook graag uitvoerig en komt met te
veel irrelevante en vaak oncontroleerbare details uit getuigenissen van 70 jaar
later. Daarentegen had er meer aandacht mogen zijn voor het zuiver literaire
werk, bijvoorbeeld voor het niet onaardige verhalenbundeltje De Ring met de
Aquamaryn (1939), dat nu alleen in een noot vermeld wordt. Het ontbreken van
een bibliografie is een ander minpunt.
Het beeld dat na de lectuur van
Victor E. van Vriesland overblijft, is ook niet dat van een man die zich ‘weerloos
tegenover alles’ voelde, zoals de titel van de biografie stelt. Integendeel.
Ondanks tegenslagen en een moeilijke oorlogsperiode, toen de schrijver ondergedoken
moest leven, wist hij meer dan zijn mannetje te staan.
Met zijn biografie van de zeker
in Vlaanderen nog minder bekende Nederlandse schrijver Jo Otten bewees Rob Groenewegen
in 2011 dat er zelfs in tweederangsfiguren een mooie en boeiende vuistdikke
biografie kan zitten. Met Van Vriesland, hoewel bij leven ongetwijfeld
belangrijker dan Otten, is hem dat helaas niet echt gelukt. Met zijn volgende
onderwerp, Arthur van Schendel, heeft Groenewegen wel een schrijver met een
groot en belangrijk literair oeuvre beet. De verwachtingen zijn hooggespannen.
Rob
Groenewegen: Weerloos tegenover alles. Het leven van Victor E. van Vriesland,
Amsterdam: Atlas/Contact 2023, 591 p. ISBN 9789045020525. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan