Vertaald proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2024

Italo Calvino: Onzichtbare steden

door Inge Lanslots

Marco Polo beschrijft een brug, steen voor steen. ‘Maar welke van de stenen draagt de brug?’ vraag Kublai Khan.
‘De brug wordt niet gedragen door deze of gene steen, ‘ antwoordt Marco Polo, ‘maar door de booglijn die de stenen vormen.’
Kublai Khan peinst een poos in stilte. Dan gaat hij verder: ‘Waarom vertel je over de stenen? Het is alleen de boog die me interesseert.’
Polo antwoordt: ‘Zonder stenen is er geen boog.’
 
Die wat bevreemdende conversatie lezen we zowat halverwege Italo Calvino’s Onzichtbare steden. Het is een van de vele gesprekken die Marco Polo en de keizer van het Mongoolse rijk samen voeren. Kublai Khan heeft Marco Polo immers gevraagd alle steden te beschrijven die de ontdekkingsreiziger ooit heeft aangedaan. Het zijn er 55 om precies te zijn en alle steden hebben een Latijns klinkende naam, zoals Diomira, Isidora, Dorotea, Eufemia, Zenobia en Marozia. Samen met Kublai Khan heeft de lezer echter al snel door dat Marco Polo’s beschrijvingen verzonnen zijn. De keizer wijst Marco Polo hier ook meermaals op. Polo geeft toe dat hij het eigenlijk maar over één stad heeft, Venetië waarvan hij telkens andere aspecten belicht. De ziel van die ene stad laat zich niet makkelijk vatten.
 
Die aspecten lijken zich te organiseren volgens een aantal kenmerken (herinnering, verlangen, tekens, uitwisseling, tekens, ogen, naam, doden, hemel), maar Polo beschrijft ook ragfijne, continue en verborgen steden. De korte beschrijvingen worden gebundeld in negen hoofdstukken en hebben een wat aparte volgorde. Calvino brengt eerst twee steden met als kenmerk ‘herinnering’, dan komt een stad getypeerd door ‘verlangen’, waarna Calvino weer een stad met ‘herinnering’ brengt. Vervolgens krijgt de lezer weer een stad gekenmerkt door ‘verlangen’, gevolgd door een stad over ‘tekens’. Dan begint hij weer bij het begin en het rijtje wordt aangevuld tot alle kenmerken beschreven zijn. Het klinkt wellicht wat ingewikkeld, maar het door Calvino ontwikkelde stramien wist criticus Carlo Ossola bevattelijk te situeren (andere literatuurwetenschappers werkten vergelijkbare schema’s uit). Loop je in onderstaande parallellogram de kolommen af, dan zie je de inhoudstafel ‘a’ staat voor het kenmerk, het nummer voor het zoveelste verhaal over dat kenmerk.





Onzichtbare steden
verscheen voor het eerst in 1972, toen Calvino in Parijs verbleef. Hij maakte er deel uit van de Oulipo-groep, een los collectief van schrijvers en wiskundigen, die zich bij het uitwerken van teksten regels of beperkingen oplegden (Oulipo ofte (Ouvroir de littérature potentielle -- Werkplaats voor potentiële literatuur; https://www.oulipo.net/).
 
Die complexe structuur maakt integraal deel uit van deze verhalenbundel en zou menige lezer kunnen afschrikken, maar dan gaat die voorbij aan de vele intertekstuele knipoogjes naar bijvoorbeeld Polo’s reisverhalen en De goddelijke komedie van Dante, maar in het bijzonder aan het poëtische karakter van die stadsbeschrijvingen en de dialogen tussen Marco Polo en Kublai Khan. De korte maar gedetailleerde beschrijvingen zijn regelrechte pareltjes waarin Calvino speelt met klank, vorm, lengte, stijlfiguren en interpunctie. Alliteraties en assonanties evoceren verder de beschreven steden en verbinden elementen met elkaar.
 
In het nawoord ‘Calvino’s Onzichtbare steden: uit liefde voor de stad’ licht het duo vertalers Linda Pennings en Elio Baldi verder toe hoe die klankrijkdom en andere vormelijke elementen het ritme van de deelteksten bepalen. Beide vertalers geven aan dat je Onzichtbare steden dan ook luidop moet lezen. Hun vertaling klinkt trouwens behoorlijk anders dan die van Henny Vlot uit 1982, die zo’n drie jaar voor de plotse dood van de auteur verscheen. Nergens bekritiseren Pennings en Baldi die eerdere vertaling, maar met hun nieuwe, bijzonder klankrijke vertaling brengen ze een ode aan Calvino’s wereldwijd meest gelezen boek. Een mooier geschenk kan je je bij de 100ste verjaardag van Calvino’s geboortejaar niet inbeelden.
 
Italo Calvino: Onzichtbare steden, L.J. Veen klassiek Amsterdam, 2023, p. 175.
Vertaling van Le città invisibili door Elio Baldi en Linda Pennings. ISBN 9789020417357. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri