Woestijnpassages is een weerbarstig boek dat zich
pas in de slothoofdstukken lijkt over te geven aan de lezer. Het verhaal begint
met de bestorming van de Jaume Fusterbibliotheek in Barcelona waarbij Angel Or
wordt meegenomen door de Guardia Civil, de nationale (militaire) politie van
Spanje. Rodrigo Torres is daar getuige van. Een paar hoofdstukken verderop
wordt zijn aandeel in die arrestatie duidelijk. Tot dat moment kreeg ik geen
vat op het verhaal en moest ik wel eens een passage teruglezen. Ik had het
gevoel dat ik in de droom van een ander was beland, en in zekere zin was dat
ook zo, besefte ik bij het lezen van het laatste hoofdstuk.
De plot is ook niet voor de hand
liggend: de Catalaanse dichter Angel Or wordt opgepakt omdat hij ervan verdacht
wordt een aanslag te beramen. Rodrigo Torres is journalist en probeert Angel op
zijn manier terug te krijgen door mensen te interviewen die hem hebben gekend
‘totdat Angel Or voor hem zou verschijnen door de beschouwingen van anderen.’
En zo gaat het inderdaad: als lezer krijg je stukje bij beetje de puzzel gelegd
van een Catalaanse separatist. Met gedichten en al. Op pagina 30 krijg je meteen
het allesoverheersende thema van deze roman mee:
‘Zijn andere gedichten gingen
over de onafhankelijkheid van Catalonië, een land dat altijd al onafhankelijk
was geweest zonder dat iemand dat doorhad, een land dat niemand anders nodig
had, een land als een alleenstaande moeder, een land zonder leger, een land met
alleen woorden als wapens, gezongen, gesproken, geschreven woorden, woorden in
gedachten waar niemand grip op kan krijgen zonder over ze te struikelen, de
taal van een landloos land.’
Het verhaal bestaat voornamelijk uit een reeks
getuigenissen met soms erg mooie passages, al is de taal niet altijd even
zuiver. Alleen word je juist door die opeenvolgende verklaringen met je neus op
de literaire constructie geduwd. De geïnterviewden (de eigenaar van een
speelgoedwinkel, de barman die een relatie had met Angels moeder…) zijn niet
aan het woord als levende personages, ze debiteren hun ontboezemingen unaniem
als de zorgvuldige analyse van een auctoriële verteller. Rodrigo Torres, de journalist
met het opschrijfboekje, ontwikkelt filosofische theorieën over een tijdloze
dimensie, die niet altijd te volgen zijn, maar de filosofische houding van
Angel Or die uitgebreid aan bod komt in de ‘monologen’, is wel interessant.
Omdat hij als kind al overal lelijkheid en verval zag, wilde hij blind worden.
Daarom gaat hij in de leer bij een blinde die mensen leert kijken zonder te
zien. Want de wereld is niet lelijk, tenminste, dat was nooit de bedoeling.
Waarna je in één adem die wereld die alleen per abuis lelijk is geworden,
krijgt voorgeschoteld: ‘een wereld waar mensen worden doodgeschoten omdat ze
lid zijn van de vakbond, waar mensen gemarteld worden omdat ze misschien bij
een onafhankelijkheidsorganisatie horen, een wereld waarin je in bepaalde
periodes niet mag schrijven of praten in je moedertaal.’
De Nederlandse Emmelien Kramer heeft de zielenpijn van de
Catalanen goed begrepen. Hun taal is meer dan een dialect van het Spaans met
een Franse tongval en het trauma om de onderdrukking van hun moedertaal dateert
al van in de tijd van Franco. Iets wat je als buitenstaander door gebrekkige
geschiedkundige informatie dreigt te onderschatten. Wat dat betreft vult de
auteur een leemte in. Maar als je die achtergrond niet kent, gaat de symboliek
van de roman vooral in het begin een beetje de mist in, terwijl je houvast
zoekt bij de concrete verhaaldraad. Maar de noeste lezer wordt beloond.
Geleidelijk zie je de figuren van Roberto en Angel over elkaar heen schuiven
tot je uitkomt bij ‘de schaduw van het Catalaanse volk’ waarbij het niet zoveel
uitmaakt of hij ook echt bestaat. Aan het eind, wanneer alles plotmatig op zijn
plaats valt, dacht ik: ik moet het boek opnieuw lezen, want nu ik de sleutel
heb, zal de deur pas echt voor me opengaan.
Emmelien Kramer: Woestijnpassages,
Oevers, Zaandam 2023, 164 p. ISBN 9789493290594. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan