Van Toon
Tellegen krijg je nooit genoeg, moet de uitgever gedacht hebben en lanceerde
een nieuwe uitgave met dierenverhalen, waarvan ruim de helft uit eerder
verschenen bundels komt. Soms onder een andere titel of lichtjes aangepast. Toon
Tellegen schrijft natuurlijk ook aan een oneindig succesverhaal, waarin de beslommeringen
van de mier, de eekhoorn, de neushoorn, de olifant, de egel… lezers van alle
leeftijden in een mix van herkenning en verbazing blijven aanspreken. Punt is
dat je je moet kunnen overgeven aan het altijd lichtvoetige, wat bizarre
verhaal, je laten drijven op de bedrieglijk eenvoudige taal, de schijnbaar
naïeve vragen en opwerpingen de tijd geven om zich ten volle te laten ontvouwen.
Want zonder dat er ooit grote woorden vallen, worden in Tellegens beste
verhalen diepmenselijke, ethische en existentiële vragen gesteld.
Hoe zeer de herhaling
zich ook aandient, het is heerlijk om te lezen hoe de eekhoorn en de mier op
weg naar de verte bedenken dat de wereld oneindig groot is, maar tegen het
niets aan lopen. Of hoe de wezel de andere dieren ontreddert met de vraag of ze
‘de oorlog’ al ontmoet hebben. Nee, de oorwurm en de ooraap wel, maar de oorlog
niet. Ze huiveren alleen al bij de gedachte eraan, het was dus beter om die
oorlog maar niet te kennen. Zoals ze ook de vrede niet kenden, maar die er toch
was, ‘zoals de lucht en de tijd en het licht altijd overal waren’. Het
stokstaartje bouwt een stellage om de zon te beletten onder te gaan en de egel
wil als verjaardagscadeau de zekerheid dat de zon altijd weer opkomt. De giraf ziet
zijn feest exclusief voor dieren met een lange hals mislukken als de krekel hun
gevoel van uitzonderlijkheid komt verstoren.
Ze laten niet allemaal een even
sterke indruk na, de verhalen uit deze bundel, en wat bieden ze bovendien nog
bovenop de verschillende verzamelbundels die er al zijn? Het mooiste aan Waar
gaan we eigenlijk heen is de samenwerking met Thé Tjong-Khing, de meest
gelauwerde illustrator van Nederland. Tellegens dierenverhalen zijn al door
verschillende illustratoren geïnterpreteerd, waarbij de samenwerking met Mance
Post (1925-2013) wat mij betreft zowel inhoudelijk als esthetisch onovertroffen
is. Haar linosneden hebben Tellegens dierenwereld in het collectieve geheugen
vastgezet. Posts illustraties hebben iets van pictogrammen, ze zijn een beetje
raadselachtig, voegen nog verwondering aan Tellegens wonderlijke wereld toe en
geven alle ruimte aan de fantasie van de lezer.
Thé Tjong-Khing, intussen met 90
jaar de nestor van de Nederlandse illustratiekunst, doet het anders, maar zijn beelden
zijn niet minder intrigerend. ‘Wat ik wil is een tekening met de onbevangenheid
van een kind, getekend met de hand van een volwassene.’, dat zei hij in een
interview met Joukje Akveld voor haar onvolprezen boek Tekenaars, en met die insteek is hij zonder meer een
uitstekende compagnon de route voor Tellegen. Bekijk de krekel die wil weten
hoe zijn gevoel er uitziet en zich binnenste buiten keert. Thé Tjong-Khing
maakt er een bont kleurenspel van, waarin de dieren die toekijken echter niets
bijzonders zien. Of de eenling waarvan hij, los van Tellegens beschrijving van
een zwerver ‘in een oude verfomfaaide jas’, een explosief ondefinieerbaar
‘ding’ maakt.
Thé
vertelt in zijn tekeningen een verhaal dat in dialoog gaat met de tekst. Ze
stimuleren je het verhaal verder te denken en de beslommeringen, die hoe dan
ook des mensen zijn, gaandeweg een plek te geven. Ze ondersteunen Tellegens
zeggingskracht en brengen de subtiel gedoseerde emotie in eenvoudige
lijnen in beeld. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de prent van de mier in het verhaal ‘De oorlog’, die
onder een zware grijze lucht omzichtig zijn gedachten aan de dood begraaft.
Onweerstaanbaar vind ik ook de coverprent, van de neushoorn en het nijlpaard
die samen de tango dansen. Het is een zacht, broos beeld en het toont het geweldige
vakmanschap van Thé Tjong-Khing. De prent van de curieuze danspartners werkt als
een still uit een film: je ziet er als het ware nog de beweging in en in je
hoofd begint zich een mogelijk verhaal af te spelen.
Toon Tellegen, Thé Tjong-Khing:
Waar gaan we eigenlijk heen, Querido, Amsterdam 2023, 119 p. : ill. ISBN
9789021482545. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan