Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2024

Imme Dros, Carll Cneut (ill.): O Pinokkio

door Sofie Brants

6+ - Pinokkio werd in 1881 als personage geboren uit de pen van Italiaanse schrijver Carlo Lorenzini (1826-1890). Onder het schrijverspseudoniem Carlo Collodi schreef hij elke week een nieuw hoofdstuk van Het verhaal van een pop voor een Italiaans kindertijdschrift. Later werden de hoofdstukken gebundeld in De avonturen van Pinokkio.  
Als een van de meest vertaalde boeken ter wereld kende het klassieke vervolgverhaal al een ongezien aantal adaptaties in zowel woord als beeld. Toch weten zowel auteur Imme Dros al illustrator Carll Cneut de bijna onmogelijke opdracht om vernieuwing te brengen in deze herwerking tot een goed einde te brengen. In O Pinokkio wekt de magistrale samenwerking tussen beiden ’s werelds meest ondeugende jongenspop weer tot leven.
 
Dros, inmiddels bedreven in hervertellingen van verhalen uit de Griekse oudheid en sprookjes, bewerkte het klassieke avonturenverhaal van Collodi voor de online familievoorstelling O!Pinokkio van Het Balletorkest in 2020. Cneut speelde al langer met het idee van een herwerking in prentenboekvorm, maar pas wanneer hij de tekst van Dros in handen kreeg, wist hij een waardige aanvulling te hebben gevonden op zijn beelden.
 
Geppetto, in deze versie een speelgoedmaker, maakt een marionet die tot zijn grote verbazing tot leven komt. Hij besluit hem Pinokkio te dopen, naar het pijnboomhout waaruit hij vervaardigd werd. Net als andere jongens moet Pinokkio naar school en dus verkoopt vader Geppetto zijn jas om het schoolgeld van zijn nieuwe zoon te betalen. Maar Pinokkio gaat liever naar het marionettentheater of op pad met de slechteriken Vos en Kater, die eigenlijk zijn geld willen stelen.
 
De protagonist in O Pinokkio is een pak naïever en onschuldiger dan in het originele verhaal, dat doorspekt was met sarcasme en zwarte humor. Politieke satire was Collodi niet vreemd. Dros mikt met vlotte dialogen, korte zinnen en kinderlijke taal (‘papa Zjeppetto’) op de identificatie van de jonge lezer met Pinokkio. Even nieuwsgierig naar het lonkende avontuur belandt hij in allerlei hachelijke situaties door toeval, eerder dan door een opeenvolging van slechte keuzes en hardleersheid. De pop wentelt zich bovendien beduidend minder in zelfbeklag dan in Collodi’s verhaal en is ondernemend. Zo reikt hij zelf een alternatieve oplossing aan wanneer Baas Vuurvreter van het poppentheater hem als brandhout dreigt te gebruiken.
 
In het bos wordt de sfeer grimmiger en de donkere kleuren zijn maatgevend voor het komende onheil. De gruwel van het origineel wordt niet geschuwd: Pinokkio wordt eerst neergestoken, vervolgens in een boom opgehangen en tot slot voor dood achtergelaten door aanvallers die verdacht veel lijken op Vos en Kater. Hij wordt gewaarschuwd en gered door de Wijze Krekel, in beschouwingen van het klassieke sprookje meermaals aanzien als het geweten van de marionet, en de Blauwe Fee, die verder als moederfiguur zal fungeren.  
 
Met de opknoping van Pinokkio had Collodi eigenlijk het einde van zijn verhaal voor ogen, maar dat was buiten een laaiend enthousiaste lezerspubliek gerekend. Hij schreef dus met enige tegenzin een vervolg dat vooral een schets werd van de groei van een moraal, van de naïeve kindertijd tot de adolescentie. De hoofdstukken die Collodi schreef na de herrijzenis van zijn hoofdpersonage zijn dan ook belerender (Luiheid is een vreselijke ziekte! Wee de kinderen die in opstand komen tegen hun ouders! Flinke kinderen gaan graag naar school!). Anderzijds kaderen ze ook de tristesse van het kind dat goed wil doen maar niet voldoet aan opgelegde verwachtingen en voortdurend probeert een evenwicht te vinden tussen het keurslijf van het ideale kind en het verlangen naar eigenheid en het zelf ontdekken van de wereld.  
 
In O Pinokkio wordt die moraal dan weer veel minder opgedrongen. De nieuwe avonturen volgen elkaar in een snel tempo op: Pinokkio jokt tegen de fee die zijn neus laat groeien bij elke leugen, laat zich opnieuw oplichten door Vos en Kater, rouwt om de Blauwe Fee, die later toch niet dood blijkt te zijn en bevrijdt vader Geppetto uit in de maag van een reuzenhaai.  
 
Toch komen niet alle belevenissen van Pinokkio in deze hervertelling aan bod. Het boek lost dat handig op in de tekst: sommige streken van de pop zijn simpelweg zo dom dat er maar beter over gezwegen kan worden. Opmerkelijk en gedurfd is het weglaten van een van Pinokkio’s bekendste avonturen, het bezoek aan het land waar enkel gespeeld wordt en kleine jongens ezels worden, dat vooral faam vergaarde door een uitgebreide passage in de Disney-film Pinokkio uit 1940. Ook de confrontaties met bulldog Alidoro haalden deze bewerking niet. Beide verhalen worden door Cneut wel als blikvangers op een dubbele pagina weergegeven.
 
Cneut werkt met gelaagde olieverf in aardse kleuren en roodtinten, die dicht aanleunen bij zijn illustraties voor Heksenfee (Birgit Minne, 2021). De zwart-witte primitieve schetsen op de tekstpagina’s zijn een leuke toevoeging en misschien wel een subtiele verwijzing naar de eerste sobere illustraties van cartoonist Enrico Mazzanti. Dat Collodi in zijn vertelling heel wat dierlijke personages aan bod liet komen, is een dankbaar geschenk voor Cneut, die ze nog meer uitvergroot en in de meest onverwachte taferelen opvoert. Hij hanteert hierbij een artistieke vrijheid waarbij hij zich niet strikt houdt aan de omschrijvingen in de originele tekst. Zo zijn de plechtige konijnen die Pinokkio willen begraven wit in plaats van zwart en sieren prachtige vogels een groot aantal pagina’s in het boek.
 
De Blauwe Fee verandert Pinokkio in een echte jongen van vlees en bloed omdat hij gaat werken, naar school gaat en klusjes doet in huis. Door voor zijn zieke vader Geppetto te zorgen ontwikkelt hij de onbaatzuchtigheid die nodig is om zich niet onbezonnen in elk avontuur te storten dat zich aandient.
 
Het vrolijke en ietwat melige slot van De avonturen van Pinokkio staat nog steeds ter discussie. Pinokkio mag dan wel een verantwoordelijke jongeman geworden zijn, door geen verdere avonturen te laten volgen impliceerde Collodi dat hij zijn rebelse karakter en grenzeloze fantasie voorgoed kwijt is. Gelukkig zijn er de auteurs van O Pinokkio die bewijzen dat net dat beetje kinderlijke verbeelding nodig is opdat een klassiek verhaal succesvol herschreven kan worden.
 
Imme Dros, Carll Cneut: O Pinokkio, Querido, Amsterdam 2024, 59 p. : ill. ISBN 9789045130026. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri