Adolescenten

JEUGDBOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2025

Meg Rosoff: Er gebeurde bijna niets

door Bea De Koster

15+ - Callum is zeventien en heeft net een taalstage doorstaan in een Zuid-Frans dorp. Het was geen succes: hij deed geen mond open en werd alleen beleefd geduld door de gastfamilie. Tot overmaat van ramp werd hij verliefd op de dochter des huizes, terwijl zij het idee alleen al walgelijk vond. Op het moment dat het verhaal begint, wil Callum net de trein naar huis nemen vanuit Parijs, maar hij laat hem om onduidelijke redenen voor zijn neus het station uitrijden en moet dan op zoek naar een overnachtingsplek.
 
Hij kan alleen terecht bij een neef van hem: Harrison, die al zeven jaar muziek studeert in Parijs. Die is niet blij met zijn komst en moet die avond optreden. Tijdens het concert maakt Callum kennis met Arnaud en Lilou die achteraf iets willen gaan drinken met Harrison. Als Arnaud uit het café vertrekt, blijkt Harrisons hobo gestolen en Lilou gaat Arnaud op haar motorfiets achterna, met Callum achterop. In een stad die kreunt onder de hitte en waar een avondklok geldt – het is intussen al na middernacht en niemand hoort nog op straat te zijn – ontspint zich een kat- en muisspelletje met de politie.
 
Wat volgt, is een avontuur met veel heen en weer en gespeculeer van wie nu waarbij betrokken is, en wat de hobodief uiteindelijke van plan is. Tussendoor haalt Callum nog wat herinneringen op aan het desastreuze verloop van de zomer bij de gastfamilie, wat hier en daar overlappende informatie oplevert. Bovendien zijn die fragmenten ook niet zo goed geïntegreerd in het verhaal.
 
Callum fungeert als ik-verteller en spreekt de lezer rechtstreeks aan, al wordt dat niet al te lang volgehouden en wordt het pas opnieuw opgepikt op een moment dat je je als lezer allang niet meer persoonlijk aangesproken voelt. Zijn toon is vaak ironisch, maar nog vaker sarcastisch met de overdrijving als voornaamste stijlkenmerk. Alleen spreken alle andere personages op dezelfde manier zodat er weinig diepgang is en ze allemaal op elkaar lijken. Op de plaatsen waar het Engels scherp genoeg vertaald is, werkt die humor wel. Zoals in de passages over de windhonden van Arnauds moeder:
 
‘Ze hadden beiden aristocratische trekken, gebogen wenkbrauwen, een lange, mooie neus, hoge jukbeenderen. De hazewindhonden hadden verre familie kunnen zijn.’
 
En wat verderop:
 
‘Was het toeval dat de enorme grijzen banken perfect bij de honden pasten? Ik vroeg me af wie er het eerst waren, of madame Toussaint staaltjes naar een puppyfarm had gestuurd.’
 
Er zijn nog wel meer grapjes die echt wel tot hun recht komen, maar helaas is het Nederlands vrij zwak, met vaak een on-Nederlandse woordvolgorde, een verkeerde woordkeuze en hier en daar vertaalfouten. Vooral de ‘valse vrienden’ vormen een probleem. Het Engelse ‘drama’ wordt bijvoorbeeld overgenomen terwijl het eigenlijk gaat om ‘avontuur’, net zoals ‘drugs’ waar medicijnen worden bedoeld. En ook in de zin ‘”Mijn arme, kleine jongen,” zei mijn moeder snuivend, met haar gezicht helemaal vertrokken van sympathie…’ gaat het niet om sympathie, maar om medeleven.
 
Kortom, dit is een a-typische Rosoff vol wilde fantasie en 007-achtige spanning. Niet slecht voor wie graag een vlot en niet al te complex verhaal wil met een klimaatboodschap erbovenop, maar wie al vaker Rosoff heeft gelezen, blijft op zijn honger.
 
Meg Rosoff: Er gebeurde bijna niets, Luitingh-Sijthoff, Amsterdam 2024, 158 p. ISBN 9789021048871. Vertaling van Almost nothing happened door Jenny de Jonge. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri