Nederlands proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2025

Alicja Gescinska: De gezichtslozen

door Jooris van Hulle

In De gezichtslozen volgt Alicja Gescinska het spoor van de kunstfotografe Mona, die in de lente van 2019 naar Beiroet trekt in het kader van een breder opgezet project dat zij de overkoepelende titel ‘Triumph of Tolerance’ wil meegeven, ‘een reeks om de menselijke en levensbeschouwelijke diversiteit op beeld te vieren; portretten van steden waar mensen met verschillende religieuze achtergronden met elkaar hebben leren leven na jaren van vallen en opstaan.’ Mona vindt onderdak bij Ruba en Juhaina, die een koppel vormen, maar hun relatie als lesbische geliefden (nog) niet aan hun moeders hebben durven vertellen en daarom twee appartementjes huren. Een ervan stellen zij ter beschikking van toeristen die Beiroet aandoen. Hun summiere aanwijzingen openen de ogen van Mona, zeker als zij haar erop wijzen dat er méér is in Beiroet dan de eerste indrukken:
 
‘fotografen zijn te selectief. Dat zou jij beter moeten weten dan wij. Ze tonen enkel wat zij de moeite waard vinden om gezien te worden, en noemen dat dan objectiviteit.’
 
Gaandeweg haar verblijf slaat bij Mona de twijfel toe, ‘was het niet arrogant van me om te denken dat ik met mijn beelden iets van betekenis zou kunnen creëren, laat staan dat ik mezelf een kunstenares mocht noemen?’
 
In het spoor van Nazim, de fixer van Shatila (een van de drie grote Palestijnse vluchtelingenkampen in het zuiden van de stad), leert zij de stad en haar inwoners echt kennen. De idee die het geheel van de novelle kadert, wordt door Gescinska in de openingsalinea van de novelle aangereikt als antwoord op de vraag of je kunt verlangen naar een vaderland dat je nooit hebt gezien: ‘Het volstaat om hier, in de zinkgaten van ballingschap, geboren te worden.’ De persoonlijke levensverhalen van Suhaila, die werd geboren in een schuilkelder, van ex-drugsverslaafde Jamal die in het ReHope Center mensen weer op het goede pad poogt te krijgen, van een oude man als Khaled die het bloedbad van 1982 in Sabra en Shatila heeft overleefd… En daartussen staat Mona, die er door Ruba en Juhaina op gewezen wordt ‘dat westerlingen zoals jij die twee maanden geleden nog onwetend waren, zich ontpoppen tot rechtvaardige rechters en op de verkeerde vingers beginnen te tikken.’
 
In haar benadering van de stad Beiroet, en vooral dan in die van de mensen die er moeten zien te overleven in vaak mensonterende omstandigheden, creëert Alicja Gescinska een precair evenwicht tussen beschouwing – het verlangen de lezer te laten zien hoe het er écht aan toe gaat – en een meer literair ingekleurde aanpak, met flash forwards, sprongen in de tijd (het slotdeel speelt zich af in 2020) en treffende beelden:
 
‘Ruba wreef met haar duim over het scherm om er het stof vanaf te vegen, maar ze deed het zo traag dat het leek of ze het verweerde gezicht van de man streelde’
 
Heel overtuigend klinkt dan deze bedenking van Mona: ‘Ik wil de blik richten op dat wat we niet zien. Dat is de kracht van kunst.’
 
Alicja Gescinska: De gezichtslozen, De Bezige Bij, Amsterdam 2025, 108 p. ISBN 9789403136295. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri