Letterkunde

BOEKEN NR. 4, APRIL 2025

Gé Vaartjes: Vleugelman. Godfried Bomans 1913-1971

door Jo Vanderwegen

Hoe lichtvoetig de schrijfstijl van Godfried Bomans (1913-1971) ook leek – in klassiekers zoals Pieter Bas, Erik of het Klein Insectenboek, Pa Pinkelman voert humor de boventoon – in het leven van deze befaamde auteur/columnist en radio- en televisiefiguur ging het er aanmerkelijk zwaarder aan toe. Geplaagd door weemoed, onzekerheid en twijfels zocht deze echtgenoot en vader van één dochter zijn heil bij tal van andere vrouwen. Een eigenzinnige levensloop die zijn echtgenote met lede ogen aanschouwde, maar die haar nooit deed besluiten haar man te verlaten. Gé Vaartjes, die eerder ook al het leven van de schrijfster Top Naeff te boek stelde, besteedde vele jaren aan het samenstellen van deze zeer uitgebreide levensbeschrijving. Verhalen van en over Godfried Bomans vullen elkaar aan en lopen in elkaar over. Informatie haalde Vaartjes uit tal van gesprekken met vrienden en familieleden. Toen de biograaf bijna klaar was met zijn megalomane klus, kwam er uit een privé-archief ook nog een stapel brieven naar voren van een van zijn vele geheime liefdesrelaties. Ook bleek dat Bomans’ dochter niet zijn biologische dochter was (het is trouwens voor het eerst dat over dit gegeven in het openbaar gesproken wordt). Daardoor moest Vaartjes opnieuw aan de slag en werd de publicatie van de biografie geruime tijd uitgesteld.
 
Al op zeer vroege leeftijd, zo lezen we, is fantasie een essentieel onderdeel in het leven van de jonge Godfried. Zijn vader overlijdt jong, zodat zijn moeder de opvoeding van haar vele kinderen alleen moet klaren, een klus die zij praktisch en zonder veel gevoel aanpakt. Godfried op zijn beurt weefde realiteit en droom moeiteloos aan elkaar en kon zelfs van de regen in de gootpijp een prachtig verhaal maken. Hij ontwikkelde een grote liefde voor de Britse auteur Charles Dickens en oogstte bijval in de vele televisieprogramma’s waarin hij deel uitmaakte van het panel. Via columns in de Volkskrant en teksten voor Elseviers Weekblad kon hij zijn schrijverstalent verder botvieren. Hij gaf zijn mening over actuele kwesties in accurate en scherpe bewoordingen. En net als Jan Wolkers nam hij in 1971 deel aan een sociaal experiment waarbij ze beiden afzonderlijk en moederziel alleen een week doorbrachten op het Waddeneiland Rottumerplaat. Ze werden over hun ervaringen geïnterviewd door de toen nog zeer jonge Willem Ruis. Godfried Bomans werd door deze ervaring niet alleen volledig op zichzelf teruggeworpen – een voor hem zeer confronterende ervaring – hij moest ook zijn eigen angsten overwinnen én had er tijd om na te denken over zijn leven. Eerder nog was er de reis naar Italië, waarbij hij uiteindelijk zijn vrouw alleen achterliet in een appartementje in Rome, om vervolgens het land alleen per scooter te gaan verkennen. Na die verkenning keerde hij zelfs alleen, zonder dat zijn vrouw Pietsie hiervan wist, terug naar Nederland: een ander voorbeeld van zijn eigengereide gedrag in het huwelijkse bestaan. Bomans’ einde kwam plots en onverwacht, hij stierf thuis aan acuut hartfalen.
 
De keuze van de titel van de biografie is treffend en dekt de lading, zo blijkt na lezing van deze zeer uitgebreide, maar levendige beschrijving van de avonturen en overpeinzingen van een van de belangrijkste auteurs en cultuurmensen van de twintigste eeuw. Bomans is de Vleugelman zoals hij die zelf beschreef in één van zijn sprookjes, waarin de hoofdfiguur verlangt vleugels te hebben om ‘anders te zijn dan de anderen en uit de dagelijkse tredmolen te stappen’. Uiteindelijk bindt de protagonist zich de vleugels van een dode zwaan om en springt uit het raam. Hij belandt in het ziekenhuis, maar zal ook daarna verschillende vliegpogingen (met veren) ondernemen. Tevens verwijst de term Vleugelman naar een causerie die Bomans hield in Velp, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant in 1965. Hier stelde hij dat ‘wij mensen cellulair gevangen (zitten) in ons lichaam, maar we hebben iets in ons dat naar vleugels verlangt.’ Bomans betoogt dat wij allen gevallen engelen zijn, met heimwee naar wat eens was en dat wij dat terug willen hebben. De kunstenaar, zo poneert hij, bindt ons de vleugels aan, die wij denken nodig te hebben om de hemel te bereiken. Dat verlangen klinkt doorheen zijn hele leven en werk.
 
Gé Vaartjes weet die tegenstelling tussen de populaire humorist en de twijfelende man met heimwee naar zijn jeugd, het paradijs ‘waarvan de deur is dichtgevallen’ (dixit Bomans) in een interview met veel schwung en aandacht voor detail te duiden. Nergens wordt hij te idolaat. Hij stelt Bomans werkelijk voor als mens, met zijn goede, minder goede en tot nog toe onbekend gebleven mysterieuze kanten. Een oogopener van formaat.
 
Gé Vaartjes: Vleugelman. Godfried Bomans 1913-1971, Querido, Amsterdam 2024. 768 p. ISBN 9789021424866. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri