Knockemstiff
-- vandaag een zo goed als onvindbaar spookstadje zonder naambord -- was een
klein gehucht in Ohio waar de Amerikaanse schrijver Donald Ray Pollock in 1954
werd geboren en ook opgroeide. Volgens zijn roman Al die tijd de duivel,
gaat het om ‘een langgerekte, rotsachtige vallei in zuidelijk Ohio [ingesloten
als een eiland op zich met slechts een enkele toegangsweg.] In 1957 woonden er
ongeveer vierhonderd mensen in Knockemstiff, bijna allemaal aan elkaar verwant
door een of andere godvergeten calamiteit, hetzij lust, noodzaak of gewoon
onwetendheid.’ De naam van het gehucht zou onder meer verwijzen naar het advies
van een predikant aan een vrouw om haar overspelige man (half)dood te slaan.
Praktischer is de verwijzing naar het effect van lokaal gestookte alcohol
(moonshine) waarmee de plaatselijke bevolking zich lazarus dronk.
Tegen de stroom in
Alcoholmisbruik was
eigen aan de streek en toen Donald Ray Pollock in zijn tienerjaren zelf
ontspoorde zocht hij soelaas in alcohol en drugs. Meer dan dertig jaar lang
leidde hij een afstompend leven in het nabijgelegen Chillicothe, waar hij
werkte voor de plaatselijke papierfabriek. De job was goed te combineren met
een alcohol- en drugsverslaving en de fabriek betaalde tot vier maal toe een
verblijf in een ontwenningskliniek. De ambitie om te studeren (voor drie
vierden gefinancierd door de fabriek) en te schrijven maakten dat hij sinds het
einde van de jaren tachtig niet meer hervallen is.
In 1994 haalde Pollock zijn
diploma Engelse literatuur aan de Ohio State University en rond zijn
vijfenveertigste vatte hij het plan op om te leren schrijven. Al was het maar
om niet te eindigen als een oude uitgebluste man op de sofa, zoals zijn vader,
die rond die tijd met pensioen ging. Pollock kopieerde verhalen van schrijvers
die hij bewonderde (wat hem hielp om hun manier van werken te achterhalen) en
volgde een aantal workshops creative writing, die uiteindelijk leidden naar zijn
verhalenbundel Knockemstiff (2008) en de roman The
Devil All The Time (2011).
Appalachian Ohio
Pollock is het grootste gedeelte
van zijn leven aan zijn geboortestreek gekluisterd geweest ondanks de
voortdurende drang om te ontsnappen. Hetzelfde geldt voor zijn personages. De
reden dat vele inwoners in vaak armoedige omstandigheden blijven wonen waar ze
geboren en getogen zijn, heeft veel te maken met de identiteit die ze ontlenen
aan het land(schap) en de gemeenschap/familie waarin ze thuishoren. Wat omgekeerd
ook verklaart waarom inwijkelingen na tientallen jaren nog steeds als
buitenstaanders bekeken worden. Zoals het personage Willard Russell die
afkomstig is uit West Virginia en met een lokaal meisje trouwt in de roman Al die tijd de duivel. De hoge graad van
verwantschap tussen de inwoners en de angst voor het ongekende is daar niet
vreemd aan.
Het
zuiden van Ohio is ook bekend onder de naam Appalachian Ohio. Pollack schreef
een voorwoord voor de bloemlezing Every River on Earth: Writing from
Appalachian Ohio. Daarin getuigt hij:
‘Everything I wrote fell flat and lifeless on the page
until I finally began to set my fiction in southern Ohio. As I kept writing
about it, I began to see the place in a new light, which is, I think, one of
the chief things that art is supposed to do.’
Dit citaat onderstreept het belang van de roots voor de
vormgeving van het fictionele landschap en de verbondenheid van de auteur met
zijn geboortestreek. De verwachting is dan ook dat het oeuvre van Pollock
grotendeels geënt zal blijven op de regio van zuidelijk Ohio.
Van God verlaten
Pollocks
vader was sterk als een beer en had een bijzonder opvliegend karakter.
Gewelddadige vaderfiguren zijn een constante in de verhalenbundel Knockemstiff,
maar eerder dan een zuiver realistische weergave opteerde Pollock voor een wat
uitvergrootte humoristische verbeelding van zijn personages. Temeer omdat de
gewelddadige vaders van nu de incontinente, hulpeloze grootvaders van morgen
zijn, die vaker alcohol dan hun medicatie krijgen om de symptomen van hun labiele geest binnen de
perken te houden. Het zijn de jongeren die allerhande pillenzooi bij elkaar
sprokkelen om high te worden. Om aan de werkelijkheid te ontsnappen wordt elk
mogelijk chemisch product benut met grote inventiviteit, zoals het
ontsmettingsmiddel bactine, dat wanneer je het inhaleert garant voor
hallucinaties zorgt. En als alles nog eens met alcohol kan overgoten worden, is
dat des te beter.
Geweld, drugs, alcohol, diefstal, incest, moord etc.; de wereld van Knockemstiff lijkt
aan alle morele wetten te ontsnappen, zodat je een beeld krijgt van een
barbaarse en perverse bende rednecks
die elkaar en zichzelf voortdurend het leven zuur maken. Welkom in het
(verloren) paradijs, want hoewel iedereen ervan droomt het gat te ontvluchten,
verzieken ze ook allen elke kans om een ander leven op te bouwen. Maar ondanks
die uitvergroting weet Pollock met humor een zekere sympathie op te wekken voor
zijn uiteindelijk maar al te menselijke personages en helpt hij een haast
voyeuristische nieuwsgierigheid te ontwikkelen om je dieper in de wereld van Knockemstiff te
laten doordringen. Opvallend is de afwezigheid van religie die in de
Amerikaanse literatuur vaak hand in hand gaat met geweld en ontsporing in
afgelegen regio’s. Dat heeft vooral te maken met het gegeven dat religie niet
aan de orde was in Pollocks familie.
De Duivel bevochten
Daarna volgde de roman Al
die tijd de duivel, die in het Nederlands al maanden voor het
verhalendebuut uitgegeven werd. De proloog had net zo goed als een verhaal
uit Knockemstiff kunnen opgenomen zijn, waar de roman zich
gedeeltelijk afspeelt. Alleen is er nu wel een vorm van religie aanwezig, geïmporteerd
vanuit West Virginia in de figuur van Willard Russell. Hij is een door de
Tweede Wereldoorlog beschadigde veteraan die volledig doorslaat als zijn vrouw
kanker krijgt. Zijn gevoelige zoon Arvin wordt, als zijn vader zich niet
lazarus dronk, keer op keer meegenomen naar het bos voor bloederige offers en
ellenlange bidstonden. ‘Arvin wist niet wat erger was, het drinken of het
bidden. Zo lang als hij zich kon herinneren, was het alsof zijn vader al die
tijd de duivel had bevochten.’ Wanneer zijn moeder sterft en zijn vader
zelfmoord pleegt, blijft de getraumatiseerde Arvin (‘goedhartig maar
gewelddadig’) verweesd achter. Decennialang zwerft hij door de staat Ohio waar
zijn pad onder meer gekruist wordt door een moordend echtpaar dat lifters
oppikt en kickt op het fotograferen van hun doodstrijd, en een predikant met
een roeping voor het ontmaagden van jonge meisjes. Een zwarte en naargeestige
alcoholmix van geweld, religie en seks, die herinneringen oproept aan het werk
van Flannery O’Connor en Cormac McCarthy.
Pollocks
personages hebben geen oog voor het feit dat ze tot aan hun nek in de drek zijn
weggezakt. Een vorm van ontkenning die Pollock in een interview met TNB
vergelijkt met alcoholisme:
‘an alcoholic can be
killing himself with booze, yet think that everything is going to be okay, that
the drinking isn’t the problem, that it’s somebody else’s fault, that he’ll
quit tomorrow, etc. It’s sometimes hard to face the truth about yourself, so
you turn your attention to other things, often stupid or pointless things, and
ignore the reality of the situation. I’ve done that plenty of times.’
Donald
Ray Pollock, Knockemstiff : roman in achttien verhalen, Amsterdam : Karaat,
2014, 221 p. Oorspr. titel : Knockemstiff. ISBN 9789079770168
Donald Ray Pollock, Al
die tijd de duivel, Amsterdam : Karaat, 2014, 315 p. Oorspr.
titel: The devil all the time. ISBN 9789079770151
deze pagina printen of opslaan