Als kind al wilde de Braziliaan Alberto Santos-Dumont (1873-1932)
begrijpen hoe de helden van Jules Verne boven de wolken bewogen. Wanneer hij
ontdekt dat hun avonturen verzonnen zijn, laat hij zijn eigen droom om te
vliegen niet varen, integendeel. Na zijn jeugd op de afgelegen koffieplantage
van zijn ouders, trekt de technisch aangelegde jongeman naar Parijs. Daar
begint hij met de hulp van een paar knappe koppen te zoeken naar manieren om de
hemel gericht te doorklieven. Samen met zijn mecanicien Albert Chapin bouwt hij
vanaf 1897 meerdere luchtschepen. Een hoogtepunt in Santos-Dumonts carrière is
een wedstrijdvlucht in 1901 waarbij hij de Eiffeltoren rondt en het resterende
parcours net binnen de tijd aflegt. Duizenden toeschouwers volgden hem daarbij
vanaf de grond.
In Brazilië is Santos-Dumont tot de dag van
vandaag een nationale held. In de luchtvaartacademie in een buitenwijk van Rio
de Janeiro, kan je zowaar zijn hart gaan bezichtigen. Dat is een gevolg van het
eigengereide initiatief van de schouwarts die Santos-Dumonts lichaam balsemde:
hij sneed het hart eruit. Zo wilde hij het uit handen houden van de overheid,
die aan de haal dreigde te gaan met de nagedachtenis van de grootste zoon die Brazilië
ooit had voortgebracht. Santos-Dumont was namelijk fel gekant tegen
machthebbers en regeringsleiders, omdat hij ze er niet had kunnen van
weerhouden om vliegtuigen in te zetten voor oorlogsvoering. En dus vatte dokter
Haberfield het plan op om het hart van de hemelbestormer over te dragen aan
diegenen voor wie het had geklopt. Aan deze bijzondere ‘hartstocht’ wijdt
Arthur Japin drie korte hoofdstukken in De
gevleugelde. De overige twee delen gaan over Santos-Dumonts jeugd in
Brazilië en zijn pioniersleven in Frankrijk tot 1901.
Rond de gepassioneerde waaghals
en de excentrieke erfgenaam van een onbegrensd fortuin cirkelden voortdurend
bekende vrouwen, onder wie de actrice Sarah Bernhardt. Toch bleef hij zijn
leven lang vrijgezel. Dit was samen met zijn vele feminiene trekjes volop voer
voor roddels. Daarop borduurt Arthur Japin verder door de onafscheidelijke
vriendschap tussen de aeronaut en zijn mecanicien een homo-erotisch tintje te
geven.
Nadrukkelijk
zweeft de alwetende verteller over dit verhaal. Zo komt hij geregeld op de
proppen met symbolisch gekleurde bedenkingen rond hartsaangelegenheden en het
gevecht van de mens met de zwaartekracht. Door dit procedé te vaak te herhalen
geraakt het effect ervan helaas uitgehold. Met De gevleugelde haalt Japin een buiten Brazilië vergeten held van
onder het stof en loodst hij ons tegelijk binnen in het leven van een man die
worstelt met de liefde en moeilijk aardt tussen de mensen. De historische
realiteit is het fundament van de roman, maar uiteraard levert ook Japins
verbeelding een deel van de bouwstenen. Om dit boek in je hart te sluiten, moet
je je dus net als de schrijver graag ophouden in het grensgebied tussen feit en
fictie.
Amsterdam
: De Arbeiderspers, 2015, 319 p. ISBN 978902953896I
deze pagina printen of opslaan