Op 5 oktober 2015 stierf
Henning Mankell op 67-jarige leeftijd aan longkanker. Een jaar eerder kreeg hij
de diagnose gesteld. In het jaar dat hem nog restte schreef hij Drijfzand, een prachtig autobiografisch
relaas waarin hij het harde vonnis dat hij kreeg, probeert te verwerken door na
te denken over zijn verleden. Hij schreef ook nog zijn laatste fictieboek, Zweedse laarzen.
Herfst, winter,
lente, zomer
Zweedse laarzen is in de eerste plaats
een literaire thriller, die zich in een adem laat lezen. Spannende fictie, dat
zeker, maar ook een literair testament. Mankell denkt door het hoofdpersonage
Fredrik Welin heen na over leven en dood, zijn verhouding tot de achterblijvers
en tot degenen die hem al voorgegaan zijn.
Fredrik Welin is een arts van bijna zeventig, die na een
medische fout zijn job als chirurg opgaf en het huis van zijn grootouders ging
betrekken op een eilandje in de Oostzee. Hij leidt er een rustig en
teruggetrokken bestaan en heeft redelijk goede contacten met de dorpsbewoners
op het vasteland. Zijn leven kabbelt voorbij. Een paar jaar geleden stond op
een dag Harriet voor zijn deur. Meer dan dertig jaar eerder had hij een korte
relatie met haar gehad. Ze vertelt hem dat hij een dochter heeft, Louise.
Harriet is stervende en brengt haar laatste maanden door in het huis op het
eiland, samen met Fredrik en Louise. Dat verhaal brengt Mankell in Italiaanse schoenen, dat in 2008
verscheen. Na de dood van Harriet verdwijnt Louise weer. Heel sporadisch
heeft Fredrik contact met haar, maar dat verloopt meestal nogal stroef. Louise
is een echte vrijbuiter. Fredrik weet letterlijk niets over haar. Als hij eens
vraagt naar haar werk of relaties, zwijgt ze in alle talen. Fredrik heeft er
dan wel een dochter bij gekregen, maar ze laat hem niet in haar wereld toe. En
Fredrik heeft daar ook niet zó veel behoefte aan. Van een echte
vader-dochterband is dus eigenlijk geen sprake.
Wanneer Fredriks huis op een herfstnacht tot op de grond
afbrandt, is hij letterlijk alles kwijt. Hij neemt zijn intrek in de caravan
van Louise, die ook op het eiland staat. Hij zoekt contact met zijn dochter.
Zij zou het huis immers van hem erven na zijn dood. Ze komt vrijwel
onmiddellijk naar hem toe. Intussen ontmoet Fredrik in het plaatselijke
koffiehuis ook Lisa Modin, een jonge, niet onaantrekkelijke journaliste die
voor de plaatselijke krant werkt en geïnteresseerd is in het verhaal van de
brand. Op één nacht tijd verandert Fredriks hele leven. Hij bouwt nieuwe
relaties op, met zijn dochter en met Lisa, en stelt zich vragen bij de
vanzelfsprekende aanwezigheid van oude bekenden zoals Jansson, een
gepensioneerde postbode en tevens zijn vaste watertaxi, en Oslowski, een Poolse
vrouw die al jaren teruggetrokken in het dorp leeft.
De gebeurtenissen brengen Fredriks traag kabbelende leven
weer in een stroomversnelling. De directe confrontatie met de dood (het had
immers niet veel gescheeld of hij was in de brand gebleven) maakt verdoofde
gevoelens in hem weer wakker. De veel jongere Lisa Modin laait het
waakvlammetje van zijn passie op en Louise, die hem vertelt dat ze zwanger is,
maakt de sluimerende vader en grootvader wakker. De gebeurtenissen zorgen ervoor
dat hij zijn leven weer actief in handen moet nemen en op zoek moet gaan naar
de ware toedracht van de brand. Hij staat niet langer aan de rand van het
leven, maar zit er midden in en bekijkt alles met een nieuwe, verbaasde blik.
De brand bezorgt hem letterlijk en figuurlijk een nieuwe start.
We leren in dit land
niet meer om te sterven
Op het moment dat Mankell het boek
schreef, was zijn ziekte al ver gevorderd. Met de diagnose die hem gesteld
werd, kreeg hij geen nieuwe start. Maar in Drijfzand
ontdekt de lezer wel dat het de rest van zijn leven wel een nieuwe wending
geeft. Het deed Mankell stilstaan bij wat hij met zijn leven gedaan had, bij
wat hij al meegemaakt had. Zo’n ingrijpende gebeurtenis verplicht je om op de
pauzeknop te drukken en na te denken. Uit Zweedse
laarzen blijkt dat het verlangen om opnieuw te kunnen beginnen, de angst
voor de dood en voor ouder worden hem sterk bezig hielden op dat moment. Het
zijn meteen ook de belangrijkste thema’s van deze melancholische thriller. Het
lijkt alsof Mankell leert te sterven tijdens het schrijfproces.
Het hoofdpersonage Fredrik vertoont enkele significante
biografische overeenkomsten met Mankell. Zo verbleef Mankell begin jaren zestig
op erg jonge leeftijd ook een tijd in Parijs, net zoals Fredrik. De diagnose
die Fredrik jaren geleden bij een jongeman moest stellen, lijkt wel erg op de
diagnose die bij hem gesteld is en in Drijfzand
beschreven wordt: <br
/>
‘Ik zat met het
resultaat voor me aan mijn bureau. De stijve nek was een ernstige,
waarschijnlijk ongeneeslijke vorm van kanker. De primaire tumoren zaten in zijn
linkerlong, de pijn in zijn nek was een metastase die zich in een van zijn
nekwervels verborg. Ik was degene die het hem moest vertellen.’
Als chirurg heeft Fredrik veel patiënten door het oog van
de naald zien kruipen, maar ook heel wat mensen zien sterven. Zijn beroep
bestond uit het weren van de dood. Hij kan zich maar moeilijk neerleggen bij
het feit dat er aan het leven een einde komt. Dat wordt mooi verwoord door
Jansson, zijn bijna onvermijdelijke, even onmisbare als irritante kompaan op
het eiland.
‘We leren niet om te sterven’,
zei Jansson plotseling, waarmee hij de stilte verbrak.
‘Hoe bedoel je?’
‘Vroeger maakte de dood deel uit
van het leven. Nu ligt die erbuiten. Ik weet nog dat ik zes jaar was toen mijn
grootmoeder overleed. Ze lag thuis op een deur in de pronkkamer. Daar was niks
vreemds aan. De dood was een natuurlijk deel van het leven. Niet zoals nu. We
leren in dit land niet meer om te sterven.’
De dood is alomtegenwoordig in Zweedse laarzen. Maar niet alleen in
voor de hand liggende zaken zoals het verlies van mensen rondom Fredrik, of het
verlies van zijn hele hebben en houden. De confrontatie met de dood zit hem ook
in het nieuwe leven dat zich aankondigt. Louise en haar kind zullen Fredrik
wellicht een heel eind overleven. De komst van het nieuwe leven geeft hem hoop,
maar maakt hem ook bang. <br
/>
‘Ik vrees dat ik een
hopeloze en in wezen razende jaloezie voel jegens alle mensen die zullen
doorgaan met leven als ik dood ben. Ik schaam me minstens zo veel voor die
gedachte als dat ze me beangstigt. Ik ontken haar. Naarmate ik ouder word
steekt die echter steeds vaker de kop op.’
Hoewel Fredrik zich in de late
herfst van zijn leven bevindt, en de roman ook op dat moment van het jaar
begint, gaat hij waarschijnlijk nog niet voor het eerst sterven. De lente en de
zomer kondigen een nieuwe fase in zijn leven aan. Zijn huis wordt opnieuw
opgebouwd, Louise en haar gezin komen dichter bij. Het leven kondigt zich
opnieuw aan en hij kan de doden een plek geven.
‘Ik kon met de beste wil van de wereld niet begrijpen
waarom ik niet meer met oude vrienden kon omgaan omdat ze toevallig dood waren.
Ik bleef met ze praten, naar ze luisteren, me hen herinneren. [...] In deze
mensen zag ik mezelf. En ik besefte, dat voorjaar en die zomer waarin het huis
werd gebouwd, dat andere mensen zichzelf dan ook in mijn moesten zien.’ <br
/>
‘Ik ben niet bang voor de dood. De dood moet vrijheid van angst zijn.
De ultieme vrijheid.’
Fredrik krijgt een tweede kans wanneer
zijn huis afbrandt. Hij kan zijn leven door de gebeurtenissen een nieuwe draai
geven. Mankell kreeg die tweede kans niet. Hoewel we dat uiteraard niet met
zekerheid kunnen zeggen, lijkt het wel of hij zich samen met Fredrik
uiteindelijk kan neerleggen bij de eindigheid van het leven en bij het feit dat
de dood er een essentieel deel van uitmaakt.
Zweedse laarzen
is een spannende literaire thriller en een ontroerend relaas over een ouder
wordende man die in de herfst van zijn leven het roer radicaal moet omgooien.
Wetende dat Mankell op het ogenblik dat hij het boek schreef stervende was,
plaatst heel veel passages en gebeurtenissen in
een heel persoonlijk licht en maakt dit literaire testament des te
indrukwekkender.
Breda : De Geus 2015, 414 p.Vert. van: Svenska gummistövlar door Clementine Luijten en Jasper
Popma. ISBN 9789044535716
deze pagina printen of opslaan