De Zweedstalige
minderheid in Finland, amper tweehonderdduizend zielen groot, heeft ons in een
ver verleden Sibelius geschonken, en iets recenter schrijfster Tove Jansson,
die vooral in Scandinavië onsterfelijk is geworden met haar tekenverhalen over
de Moemintrollen. Maar verder lijkt men bij ons wel eens te vergeten dat niet
heel Finland Fins spreekt, of in dit geval schrijft, zoals Philip Teir
ons met zijn debuutroman Familie in
herinnering brengt. De oorspronkelijke titel van de roman, Vinterkriget (Winteroorlog) verwijst naar de oorlog die Finland met
de Sovjetunie uitvocht van einde 1939 tot begin 1940, en suggereert hoe zwaar
het donker kan wegen op wie sowieso al met het leven worstelt.
Teir is journalist bij de grootste Zweedstalige krant van
Finland, Hufvudstadsbladet, en heeft
vroeger wat kortverhalen geschreven. In Familie
speelt Max Paul, een zestigjarige professor in de sociologie, de
hoofdrol. Net als Paul zelf lijkt zijn vakgebied zijn beste tijd wel
gehad te hebben. Sociologie was razend populair in de jaren zeventig, en Paul
zelf heeft zijn pluimen vooral verdiend met een studie over het liefdesleven
van de Finnen in de jaren negentig. De bijnaam ‘seksprofessor’ draagt hij
sindsdien met enige tegenzin, maar houdt hem wel in het vizier van de media.
Enkele weken voor zijn zestigste verjaardag komt hij toevallig een oud-studente
tegen, de journaliste Laura, die hem niet alleen weet te overtuigen zich nog
eens te laten interviewen, maar ook op zijn verjaardagsfeest opduikt, hem
uitnodigt voor etentjes en uiteindelijk heel zijn privéleven in de war
brengt.
Max Paul heeft twee dochters, die
elk hun eigen verhaal krijgen in de roman. Eva studeert kunst in Londen en
raakt daar verstrikt in een nogal destructieve affaire met haar docent. Helen
leidt een gezapig kleinburgerbestaan in een plattelandswoning die haar
doodbrave man voor haar in elkaar getimmerd heeft. Pauls echtgenote
Katriina heeft al langer dan hij het gevoel dat de tijd stilstaat, al ontsnapt
ze wel even op een dienstreis naar de Filippijnen. En dan zijn er nog de
kleinkinderen met besognes als loslopende hamsters en een tekort aan
fastfood.
Er gebeurt veel en toch weer
niets in het debuut van Teir. Zijn vertelstijl davert niet, maar houdt je wel
bij de hand. De verschillende personages dragen even veel bij tot een gezellig
aan elkaar gepraat geheel waarin je de hele tijd een kantelmoment verwacht, een
doorbraak die al die gewone leventjes wat minder gewoon zou maken. Eva wordt
bij een bezoek aan haar ouders in Helsinki achternagezeten door een dweperige
studiegenoot uit Londen, met wie ze uiteindelijk braafjes in het park gaat
wandelen. Katriina belandt in achterbuurten in Manila waar ze in menig ander
soort roman op zijn minst een paar kleerscheuren zou oplopen, maar ook dat
verhaal loopt slechter af voor een hond die speciaal verzonnen lijkt om de
spanningsboog weer wat te verslappen. De verschillende plots maken soms
bokkensprongen: de vonken tussen Laura en Max hadden bijvoorbeeld wat meer van
het verhaal zelf mogen spatten.
Teir
kan schrijven over tijdgenoten en de dingen waarmee we onze levens vullen. Het
is geen toeval dat hij Helen aan een citaat van Alice Munro laat denken. Lezers
van bij ons zullen zich soms in een roman van Grunberg of Koch wanen in zijn
beschrijvingen van feestjes en gezinsvakanties waar de dreiging op de loer
ligt. Maar echte dreiging is blijkbaar te grotesk voor het universum van Teir. Familie is zeker geen onaangename
leeservaring, maar ook geen die je uit je slaap zal houden.
Amsterdam : Ambo/Anthos 2015, 327 p. Vert.
van: Vinterkriget : en äktenskapsroman door Sophie Kuiper. ISBN 9789026331947
deze pagina printen of opslaan