Vertaald proza

BOEKEN NR. 10, SEPTEMBER 2016

Jorge Galán: De straat van Magdalena

door An Van Hecke

Volgens sommige literatuurcritici is de tijd van het magisch realisme in de Latijns-Amerikaanse literatuur zo goed als voorbij. Vooral met het overlijden van García Márquez in 2014, een grootmeester in het genre, lijkt de magisch-realistische vertelkunst definitief begraven. Maar wie vandaag het einde van het magisch realisme zou proclameren, miskent dan toch het talent van de Salvadoraanse schrijver Jorge Galán. Met De straat van Magdalena waait immers een nieuwe wind door het magisch-realistisch discours van Latijns-Amerika. Het is de eerste Nederlandse vertaling van deze auteur, maar Galán is met deze roman zeker niet aan zijn proefstuk toe. Eerder raakte hij vooral bekend door zijn poëzie en hij kreeg ook al verschillende literaire prijzen.  
Met zijn poëtische blik doet Galán ons op een andere manier kijken naar de werkelijkheid. Magdalena, het hoofdpersonage van deze familiesaga, vertelt in een donkere achterkamer verhalen aan haar kleinzoon. En wat een verhalen! In acht hoofdstukken lezen we over de meest vreemde en fantastische gebeurtenissen die tegelijk ook een goed beeld schetsen van het dagelijkse leven van verschillende generaties in El Salvador. Als lezer ben je aanvankelijk net zo wantrouwig als Magdalena’s kleinzoon, wiens naam onbekend blijft; zelfs tot op het einde blijft zij herhalen dat de jongen ‘ongevoelig’ is omdat hij niets gelooft van wat ze zegt.
 
Maar de zeggingskracht is zo sterk en de verhalen zitten zo knap in elkaar verweven, dat je niet anders kan dan je laten meeslepen door de magie die ervan uitgaat. Sommige verhalen zijn bijzonder mooi, zoals dat van de tweelingzusjes die kunnen vliegen. Andere zijn dan weer net heel tragisch, zoals dat van het wonderkind dat even op het water loopt, maar daarna door de stroom wordt meegesleurd. Het zijn verhalen over leven en dood, over liefde en vriendschap. Er zijn de dromen, maar ook de wensen, en die zijn niet altijd even rooskleurig. Magdalena leeft immers met een voortdurende angst, want haar kwaadaardige wensen worden steeds vervuld. Het geheel speelt zich bovendien af tegen de achtergrond van de politieke geschiedenis van El Salvador in de tweede helft van de twintigste eeuw. Dat komt heel expliciet naar voren in het voorlaatste hoofdstuk, wanneer het drama van de burgeroorlog in de jaren tachtig zich in alle hevigheid voor onze ogen ontvouwt.
 
De personages leven ook in nauw contact met de natuur en daarin spelen vooral de verschillende geuren een belangrijke rol. In het begin lijkt het een detail in de sfeerbeschrijvingen van huizen en tuinen, maar door de roman heen ontdek je volop de symboliek van de geuren. De nostalgische herinneringen aan de kindertijd worden geassocieerd met heerlijke bloemengeuren, elk met hun eigen karakter: de jasmijn, die alleen in de duisternis geurt; de rozen, waarvan Magdalena’s vader een aftreksel maakte waarmee ze zich als kind waste; en ook de zogenaamde zonneogen, een kruising van een margriet en een zonnebloem, die een zoete geur verspreidt. Het besmettelijke aroma van de donkere klaprozen daarentegen is een onaangename geur, zoals ook de ranzige ziekenlucht en de geur van de mist. Bepaalde gevoelens kunnen ook een geur oproepen. Zo ruikt droefheid naar chrysanten. Het subtiele spel met de geuren is trouwens maar een voorbeeld van de manier waarop Galán de zintuigen van de lezer aanspreekt en de grenzen van de werkelijkheid aftast.  
 
Galáns vertelstijl is direct en zuiver, zijn woordenschat eenvoudig en de structuur van het boek is zeer doordacht. De verhalen worden niet altijd in chronologische volgorde verteld, want Magdalena is oud en rakelt allerlei herinneringen op. Soms lees je dan op uiteenlopende plaatsen in het boek eenzelfde verhaal, maar dat maakt de lectuur van deze roman net zo mooi. Zo is er de ontmoeting in het treinstation tussen Magdalena en haar grote liefde Vicente, later haar echtgenoot, eerst vanuit zijn perspectief en enkele hoofdstukken later vanuit Magdalena’s standpunt. Geleidelijk aan vallen alle stukjes van de puzzel in elkaar en krijgen de mythische verhalen een weerklank door de tijd heen. Ook het circulaire karakter geeft aan dit boek een extra dimensie. Enerzijds lezen we verhalen van ontelbare schaduwen in een wereld die is uitgedoofd en waarvan de kleinzoon beseft dat hij de laatste van een generatie is. Anderzijds eindigt de tekst met een hoopgevend beeld van de toekomst, een nieuw begin en een groot verlangen bij de kleinzoon om zoals zijn grootvader de onbekende wereld in te gaan. Kortom, een roman over pijn en verdriet, maar vooral over de verwondering om alle mooie dingen in het leven.
 
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2016, 223 p. Vert. van: La habitación al fondo de la casa door Marjan Meijer. ISBN 9789028426429
 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri