De psychotherapeute Stella Widstrand is twintig jaar
geleden haar dochtertje Alice kwijt geraakt. Inmiddels is Alice doodverklaard,
maar Stella is altijd blijven geloven dat haar dochter nog in leven is. Ze
heeft een nieuw leven opgebouwd met haar tweede man, Henrik, en hun zoontje
Milo. Dit leven wordt echter drastisch overhoopgegooid als Stella een nieuwe
cliënte krijgt, Isabella. Ze is er heilig van overtuigd dat Isabella haar verloren
dochter is. Haar omgeving is daar echter niet zo zeker van: ze denken dat
Stella waanvoorstellingen heeft en vrezen voor haar psychische gezondheid. De
vraag die dit oproept is: heeft Stella gelijk of is ze inderdaad gek? Dit is
het begin van een spannend en goed geschreven verhaal waarin langzaam maar
zeker duidelijk wordt wie er gek is en wie niet.
Het verhaal wordt verteld door de ogen van drie vrouwen: Stella, Isabella
en Isabella’s moeder Kerstin. De gedachten en gezichtspunten van de drie
vrouwen worden gebruikt om de lezer langzaam naar de waarheid te leiden, maar
ook om de lezer nu en dan bewust op het verkeerde been te zetten. Zo mijmert
Stella in het eerste hoofdstuk over wat zij haar dochter aan heeft gedaan en
verwoordt Isabella de haat die ze jegens haar moeder voelt in het tweede
hoofdstuk. Omdat de verdere toedracht van het verhaal nog niet bekend is, lijkt
het daardoor logisch dat de twee vrouwen aan elkaar denken en dus moeder en
dochter zijn.
Deze bewust uitgezette lijntjes
komen op mij ietswat te berekend over en doen afbreuk aan het spannende
verhaal. Een pluspunt van het boek is wel dat alle lijntjes uiteindelijk bij
elkaar komen en alle zijpaadjes achteraf verklaard kunnen worden. Met andere
woorden, de schrijfster heeft duidelijk haar plot goed geconstrueerd, het is
alleen jammer dat de constructie soms door de tekst heen schemert.
De gevoelens van de personages zijn vaak erg extreem en
vrij van nuance. Aan de ene kant kan dit uiteraard verklaard worden door het
feit dat de gebeurtenissen die zij meemaken ook extreem zijn. Aan de andere
kant zorgt bijvoorbeeld de haat van Isabella voor haar moeder Kerstin niet
direct voor een geloofwaardig personage. Zeker niet als die haat plotsklaps
omslaat na een bezoek van Kerstin waarbij ze erg zorgzaam is voor Isabella.
Blijkbaar is een zorgzame dag voldoende om alles te vergeten wat haar moeder
haar eerder aan heeft aangedaan en waarvoor ze haar in eerdere hoofdstukken zo
hardgrondig haatte.
De gevoelens van de personages
worden vooral gebruikt om het verhaal voort te stuwen. Voor het plot is het
namelijk belangrijk dat Isabella met Kerstin meegaat en daarom is de omslag in
haar gevoelens nodig. Dit creeërt echter
wel personages van psychologisch bordkarton.
Zeg dat je van mij bent is een
goed geschreven en spannend verhaal waarin je na de eerste bladzijde meteen
door wilt lezen naar het einde. Het plot is goed opgebouwd en alle lijntjes
komen uiteindeljk bij elkaar. Iets meer nuance in psyche van de personages had
het boek echter goed gedaan.
Elisabeth Nöreback: Zeg dat je van mij bent, Prometheus,
Amsterdam 2018, 398 p. ISBN 9789044634860. Vertaling van Sag att du är mir door Lammie Post-Oostenbrink. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan