Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2018

Guillermo Rosales: Het huis van de drenkelingen

door Hugo Van Hoecke

De zenuwzieke William Figueras, schrijver, moeilijk anders te duiden dan Rosales’ alter ego, komt na zijn vlucht(?) verbanning(?) uit Cuba terecht in Miami, de Amerikaanse stad waar de ganse ontheemdengemeenschap van het eiland hokt. Nou ja, ‘gemeenschap’ : hij wordt er door zijn familie, die verheven verwachtingen over hem koesterde maar met een ogenschijnlijke ‘loser’ geconfronteerd wordt, meteen gedumpt in een boarding home van lager allooi, door William accuraat omschreven als een vunzig tehuis voor menselijk wrakgoed, het sociale afvalputje van Miami. Wat hij daar beleeft tart alle verbeelding : geweld, seks, verdwazing, aftroggelarij van de bewoners onderling, corrupt gedrag en uitbuiting vanwege de uitbaters. Niemand kent er iemand, allen ondergaan ze lijdzaam de ‘samenzwering om hun leven kapot te maken’. William wordt er onontkoombaar in ondergedompeld, hij gaat compleet deel uitmaken van de danteske setting.

En toch is de man niet murw geslagen. Een maat van hem geeft de voorkeur aan straatleven om zo ‘zijn laatste restje vrijheid te verdedigen’. Zo ook William. Hij beleeft een (rauw) extatisch moment met een fragiele medebewoonster en maakt aanstalten om buiten het tehuis met haar een nieuw leven te beginnen. Maar die droom wordt onderuit gehaald door de gewetenloze uitbater, die onder één hoedje speelt met dokter en politie. Terug naar af, einde verhaal.
 
Ellende troef dus in dit troosteloze verhaal. Maar pijnlijker is dat het om méér gaat dan enkel fictie. Het tekent exact de werkelijkheid waarin de auteur terechtkwam toen hij zijn thuisland inruilde voor de V.S. Voor Rosales, die op de leeftijd van 17 nog had deelgenomen aan het alfabetiseringsprogramma van de Cubaanse Revolutie maar nadien door diezelfde revolutie ‘verslonden werd’, die nadien in Miami de ‘genoegens’ mocht ervaren van het kapitalisme wat hem al evenzeer tegen de borst stuitte, was enkel lectuur en schrijven belangrijk, en toen dat niet werd gehonoreerd bleef hem nauwelijks iets over om voor te vechten. De culturele armoede die hij aan den lijve had ondervonden in Cuba vond hij in even grote mate terug in Miami, en zou hij naar zijn aanvoelen ook elders in de wereld ervaren. Wat hem bij monde van William Figueras, de hoofdfiguur in de roman, doet schrijven: ‘Ik ben geen politieke balling, ik ben een totale balling’.

Schikte William de romanfiguur zich nog noodgedwongen in zijn lot, niet zo de auteur. Bij zoveel onbegrip en ellende zou bij labiele personen wellicht de gedachte aan zelfmoord aankloppen. Die gedachte nam ook bezit van Rosales de auteur, alleen : hij dácht er niet enkel aan maar voegde ook de daad bij het woord, in 1993, een vijftal jaren na de publicatie van dit – eigenlijk wel, ja - levensverhaal. Vrijwel al zijn overige geschriften heeft hij vooraf eigenhandig vernietigd.
 
We moeten het dus stellen met dit ene overgebleven werk : een gecondenseerde roman - of uitgebreide novelle zo u wil – die intussen goed op weg is om zijn stek te veroveren in het pantheon van de Cubaanse literatuur. Achteraf, zoals dat vaak gebeurt. De schizofrenie die er kort en krachtig in wordt tentoongespreid is weliswaar geënt op de bestaansworsteling waar veel Cubaanse emigranten doorheen moeten, maar etaleert daar bovenuit de existentiële onvoldaanheid van een miskend cultuurzoeker die hulpeloos ronddoolt in een uitermate volatiele wereld.
 
In een uitgebreid en goed gestoffeerd nawoord poogt zekere Ivette Leyva Mártinez met veel gevoel inzichtelijk te maken welke de ingrediënten waren die tot de aangrijpende Rosales-tragedie hebben geleid.
 
Guillermo Rosales: Het huis van de drenkelingen, Atlas/Contact, Amsterdam 2018, 159 p. ISBN 9789025449025. Vertaling van La casa de los náufragos door Ari Van der Wal. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri