‘Kunt u mij de weg
naar Hamelen vertellen, meneer?’ Wie kent deze zinsnede nu niet? En welke
vijftiger heeft niet de laaiend populaire serie gezien, die in de jaren
zeventig op de Nederlandse televisie liep? Bertram Bierenbroodspot (Rob de
Nijs), Lidwientje Walg (Loeki Knol), Gruizel Gruis (Leen Jongewaard)… zijn
personages die zeker in het geheugen zijn blijven hangen. Harrie Geelen schreef
het scenario voor de reeks, dat uitging van het sprookje van ‘De Rattenvanger
van Hamelen’ van de gebroeders Grimm. Waar het sprookje eindigt, daar begint
Geelens verhaal: een rattenvanger verlost het stadje Hamelen van een
rattenplaag, maar als de stad hem het beloofde goud weigert te betalen, komt de
rattenvanger terug en lokt hij de kinderen van de stad mee. Vier volwassenen
volgen hen. Ze raken opgesloten in een berg en dan is de rattenvanger plots
verdwenen. De zoektocht begint om uit die magische berg en terug thuis te
geraken.
Geelen
is met het maken van televisieseries gestopt toen de dwang van de formats te
groot werd. Voor de fantastische miljoenenproducties die tegenwoordig gemaakt
worden en waarin geen idee te moeilijk, te duur of te gek is om uit te voeren,
heeft hij geen interesse. Hij vindt dat de kracht van zijn televisiewerk van toen
precies lag in de beperking. Er was weinig geld, overal moesten oplossingen
voor worden gevonden en dat loonde.
Niettemin zijn het de beperkingen van de televisieserie die
Geelen ertoe hebben gebracht om het hele verhaal opnieuw te doen in een boekenreeks.
Zo’n 1500 bladzijden kopij heeft hij ingeleverd bij zijn uitgever, die het
verhaal in drie delen op de markt zal brengen. De weg naar Voorgoed, hoe herkenbaar de vertelling ook is voor wie
de serie op televisie gezien heeft, is voor negentig procent nieuw. Geelen
heeft van de vrijheid die het schrijven zonder praktische barrières hem biedt,
gebruikgemaakt om nieuwe personages en situaties te creëren, de ene al krankzinniger
dan de andere. De kolder kan niet op:
‘Er is een heleboel dat jullie niet
weten. Bertram en Tor heb ik erheen geschopt, maar ik kon er niks aan doen want
ik wormde… En voor Loei moet je oppassen, hij heeft een grascontract en
Rijksdwerg Knipscheer is niet altijd wie hij is.’
Dit citaat heb ik lukraak van de
eerste de beste bladzijde geplukt. En als ik het boek opnieuw op een
willekeurige plek opensla gaat het in dezelfde trant verder:
‘Korenvelden?’
‘Zover
het oog reikt?’
‘Zover het oog reikt, ja’, snauwde de kat.
‘Welk oog, Guurt?’ vroeg Knipscheer. Hij keek zo gulzig mogelijk. […]
‘Je middelste?’
‘Eén oog is geen oog’, zei
Knipscheer. ‘Twee oog is een half oog.’
‘Goed. Zover drie ogen
reiken.’ Guurt werd ongeduldig.
‘Goed. Ik werk voor Jewelste. Maar
wat moet ik verkeerd doen?’ vroeg de dwerg.
En zo kan ik wel 578 bladzijden
doorgaan. Lastige lectuur voor wie van begrijpelijkheid houdt. Het is dan ook goed
om weten dat de Hamelaars zich in een wereld bevinden die draait volgens een heel
eigen logica en wetmatigheid. En dat er aan Harrie Geelens geestdriftige fantasie
werkelijk geen einde komt.
De weg naar voorgoed
is geen spin-off of remake van een succesformule. Geelen grijpt de mogelijkheid
aan om het Hamelen-verhaal te herscheppen in woorden. In het essay ‘over
cultuur en kunst en zo’ (Literatuur
zonder Leeftijd, jg. 27, 2013) schreef hij:
‘Een boek bestaat alleen uit
woorden. En dat is het prachtige ervan. Het is misschien niet gemaakt van de
stof waarvan dromen gemaakt zijn, maar wel van iets dat er vlak naast gelegen
heeft.’
En met enkel woorden is Geelen een stuk lyrischer dan met scenario en acteurs. In de
beperking toont zich opnieuw de meester.
Voor
wie het boek bedoeld is? Geelen schreef het voor zijn eigen genoegen en hoopt op de
kijkers van toen en hun ouders, die stiekem meekeken. Op lezers uit nostalgie
dus. De weg naar voorgoed lees je om je
ongehinderd door rede of betekenis te laten meeslepen door een ongebreideld
creatieve geest. De flaptekst waarschuwt terecht: dit verhaal ‘gaat over niets;
hooguit per ongeluk over alles.’
In 1977 was er al een boek van Geelen: Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer: De kei, maar dat
verhaal is een stille dood gestorven. Ik hoop op een betere toekomst voor De weg naar voorgoed, want het boek is
zeer kundig gemaakt en heeft een ongelofelijke drive.
Harrie Geelen: De weg naar
voorgoed, Van Oorschot, Amsterdam 2018, 579 p. ISBN 9789028280076. Distributie
Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan