Een klein dorpje met allemaal doodgewone mensen, waar niets maar dan ook
niets gebeurt. In een verregende zomervakantie zijn de kinderen blij dat ze
Loes hebben. Loes is zes en woont met haar moeder en de Luco's, twee lieve,
zachtaardige mannen, in de oude pastorie. De Luco's huren daar een kamer,
zullen we maar zeggen. Loes weet voor elke dag het juiste spel, heeft talloze
verhalen over haar heldendaden en weet elk probleem opgelost. Bij haar moeder
thuis mag alles wat bij andere moeders niet mag.
Tot er een nieuwe jongen in de wijk komt wonen, Thomas. Loes verlooft
zich met hem, maar haar moeder is er, geheel tegen haar gewone doen in,
radicaal op tegen. Op een nacht wordt Thomas' vader vermoord; iemand heeft een
potlood in zijn oog geboord. Het spoor leidt naar Loes' moeder; ze bekent en
draait voor jaren de gevangenis in. De Luco's nemen Loes onder hun hoede. De
verhoudingen in het dorp zijn op slag omgegooid, Loes heeft haar overwicht op
de andere kinderen verloren en wordt gesard en gepest. Ze heeft er geen verweer
tegen, ze vindt dat ze het verdient. De volwassenen kijken de andere kant op.
Als Loes' moeder vrijkomt en de ernst van de situatie ziet, besluit ze om met
z'n allen naar een desolaat Schots eiland te verhuizen.
Het eerste deel -- de kinderen zijn dan allemaal zes jaar -- wordt
vanuit een collectief gezichtspunt verteld. De 'wij' tonen zich een bekrompen,
kortzichtig, meedogenloos stel, dat zich zelfingenomen onledig houdt met het
breken van een leven. De delen twee en drie worden vanuit Loes' perspectief
verteld op respectievelijk 12- en 18-jarige leeftijd. In het verwerkingsproces
duikt de schuldvraag over de moord voortdurend op. Omdat Loes' perceptie van de
hele zaak niet zo helder is, blijft het ook voor de lezer bijzonder moeilijk,
temeer omdat gaandeweg de vraag naar de dader weer aan de orde is. Want dat
Loes' moeder onschuldig de gevangenis is ingegaan, is al vrij vroeg duidelijk.
De toevalsfactor is hier en daar wat te groot, en de focus ligt sterk op
de zoektocht naar de dader. Dat neemt niet weg dat Dorrestein, zonder een
ogenblik de vaart uit haar verhaal te halen, de schuldvraag in haar niet te
voorziene complexiteit uiteenrafelt en de vernietigende gevolgen van een
leugennetwerk-uit-liefde onmeedogend blootlegt. Het gegeven van Loes'
woordblindheid groeit uit tot een veellagig uitgewerkt thema waarin blind zijn
voor tekens, voor de werkelijkheid, voor gevoelens, motieven, handelingen en
hun keerzijde, gaandeweg hun deel opeisen. Je voelt je op het einde als lezer
betrapt op je eigen blindheid voor de reikwijdte van het verhaal.
Het
duister dat ons scheidt verscheen oorspronkelijk in 2003. Renate
Dorrestein overleed op 4 mei 2018, net voor de heruitgave van deze knap
geïllustreerde editie op de markt kwam. Sylvia Weve is een uitgelezen compagnon
de route in Dorresteins wereld en eigenlijk is het vreemd dat beide auteurs nu pas
zijn samengebracht – Sylvia Weve illustreerde ook de vorig jaar verschenen
roman Liever horen we onszelf. De bravoure waarmee Weve scenes in beeld brengt,
haar vermogen om in zwierige vormen, vrolijke accenten en uitgelaten humor
verrassend in de diepte te gaan, heeft ze met Dorrestein gemeen. In de verhitte dans, bijvoorbeeld, die Loes,
opgedirkt als radijs, in een schoolvoorstelling opvoert, bekampt het meisje haar
plek in de afwijzende dorpsgemeenschap met zoveel snakkende hartstocht, dat het
pijn doet. De scene in woord en beeld is van zo’n hilarische tragiek dat je als
lezer niet weet waar je het hebt. Weve legt ook haar eigen accenten; de gevangenismuren
die ze tekent van kaft tot kaft, mogen een onuitgesproken leidmotief zijn in
dit donkere verhaal. Een gefragmenteerde smiley
samengesteld uit post-it’jes, een eenzaam vliegerend meisje, onder een
stralende regenboog, maar gevangen in het donker… het
zijn ongemeen spannende prenten. Weve verleent een extra glans aan deze
Dorrestein pur sang. Deze uitgave is een zeer mooi eerbetoon.
Renate Dorrestein: Het duister dat ons scheidt, Querido, Amsterdam 2018,
496 p. ISBN 9789021412986. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan