Nederlands proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2018

Daan Heerma Van Voss : Noem het liefde

door Tom Rummens

Geen thema is zo vaak bezongen, beschreven en verbeeld als dat van de liefde. In al haar schoonheid en lelijkheid, met al het geluk en al het verdriet dat ze voortbrengt, in goede en in kwade dagen. Je moet het dus maar durven, wat Daan Heerma Van Voss heeft gedaan: zonder verpinken een liefdesroman van het zuiverste water op de wereld loslaten. Een ongedwongen liefdesroman bovendien, die geschreven lijkt te zijn vanuit een oprechte verwondering en nieuwsgierigheid, alsof het de eerste keer was dat iemand woorden zocht voor dat wat ons allemaal drijft en gek maakt: de liefde, het verlangen om steeds dichterbij iemand te komen, steeds de grens op te zoeken tot het aantrekken uiteindelijk omslaat in haar tegendeel, het afstoten.
 
De relatie tussen Thomas Wolf en het niet nader benoemde Meisje A is er een waarin aanvankelijk veel onevenwicht lijkt te zitten. Hij is vijfendertig, kende al heel wat tegenslag in het leven, lijkt zijn professionele hoogtepunt als scenarioschrijver al achter de rug te hebben. Hij wordt smoorverliefd op het Meisje A, net achttien geworden, bloedmooi, rusteloos en rad van tong. Hij leeft nog in het tijdperk van pen en papier en echt menselijk contact, haar vingers en hersenen zijn vergroeid met haar smartphone, haar wereld is een web van social media. Thomas vraagt zich af wat er van hem geworden zou zijn als hij was opgegroeid in deze wereld, maar stelt vast dat hij dat onmogelijk te weten kan komen, ‘(…) zoals het ook onmogelijk was je haar voor te stellen zonder Apple-parafernalia, zonder witte oordopjes, zonder de permanente aanwezigheid van onzichtbare anderen in haar leven.’
 
En toch, bezweert hij aan het begin van Noem het liefde, toch is dit geen klassiek Lolitaverhaal. Het duurt een tijdje voor je als lezer doorkrijgt waar dan juist het verschil in schuilt. Want lange tijd wordt toch vooral het onevenwicht tussen de twee benadrukt. Het Meisje A speelt het maar al te graag uit, het feit dat hij ouder is dan zij, dat zij een jonger lijf heeft dan hij. Haar wispelturigheid is puberaal. Ze daagt hem uit tot spelletjes. Ook de absoluutheid van haar denkbeelden en de manier waarop ze hem uitdaagt om dingen te doen waar hij gewoon te oud voor is, ademen vooral het verschil tussen de twee uit. Thomas ziet ‘(…) een meisje dat zich raad wist met de symbolen van het leven, maar niet met het leven zelf.’ Maar uiteindelijk zal nog blijken dat hij zich lelijk heeft vergist.
 
Gaandeweg komen ook de andere generaties in beeld: de ouders van het Meisje A, die uiteraard niet akkoord zijn met hun dochters keuze voor een lover die eens zo oud is als zij. De grootmoeder van Thomas, die in de herfst van haar leven zit en al lang klaar is om naar de eeuwigheid te verhuizen, en die maar al te goed begrijpt wat hem drijft en bezighoudt. En dan is er nog Thomas’ oudere vriend, die terminaal ziek is en die via Thomas’ amoureuze verhalen graag alles nog een laatste keer opnieuw beleeft. In die nevenlijnen plaatst Daan Heerma Van Voss de relatie tussen Thomas en het Meisje A in perspectief, en tegelijk benadrukt hij daardoor ook het feit dat hun relatie zo verstikkend is, dat ze zodanig op willen gaan in elkaar dat je als lezer al snel in de gaten krijgt dat dit niet zal blijven werken.
 
De reden waarom het uiteindelijk stukloopt, is complexer dan je aanvankelijk zou denken. Want ook het Meisje A blijkt niet te zijn wie ze leek te zijn. Onder het flinterdunne laagje oppervlakkigheid van het grofgebekte meisje schuilt veel meer oprechtheid dan zowel Thomas als de lezer ooit konden vermoeden. De liefde, ook die van haar kant, was echt en waarachtig, veel meer misschien dan Thomas had kunnen bevroeden. Hij heeft zich willen beschermen, was er al die tijd van overtuigd dat ze hem sowieso zou ontglippen, dat ze hem eerder vroeg dan laat genadeloos zou laten vallen. Nam hij haar daardoor niet serieus genoeg? Uit zelfbescherming? Het lijkt alsof dat nog de ultieme boodschap is die Heerma Van Voss aan zijn lezers wil meegeven: zelfs als wat je liefde noemt te mooi lijkt om waar te zijn, neem haar ernstig, doodernstig, en ga er helemaal in op. Want ze verdraagt geen berekening, de liefde, en als je haar een loer probeert te draaien, zal ze genadeloos uit elkaar spatten, zoals een zeepbel in de zon, blinkend, mooi, perfect van vorm en toch zo kwetsbaar.
 
Daan Heerma Van Voss Noem het liefde, De Bezige Bij, Amsterdam 2018, 299 p. ISBN 9789403110400. Distributie Standaard Uitgeverij 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri