De titel van dit werkje dient als volgt te
worden begrepen. De vader van de auteur, de niet onverdienstelijke Argentijnse
schrijver Héctor Libertella, overleed eind 2006 aan kanker op amper 61-jarige
leeftijd, na een leven gewijd aan de literatuur. Diens toewijding ging zelfs
zover dat de man zich in zijn laatste levensjaren thuis opsloot om, zichzelf
overspoelend met drank, de hem resterende tijd te werken aan wat de
completering van zijn oeuvre moest worden. Toen de ziekte hem uiteindelijk
fataal werd, was zijn zoon Mauro 23 jaar oud, exact dezelfde leeftijd als die
waarop vader Héctor zijn eerste roman had gepubliceerd; een coïncidentie, aldus
Mauro, die niet toevallig was want een oproep inhield om zijn nu begraven
‘boek’ – lees : ‘vader’ - af te lossen als schrijver. En op die wijze weliswaar
een aflijvige los te laten, maar niet diens inbreng in de literatuur.
Wat in deze context
ontstaat, is een mooie a posteriori hommage aan een merkwaardige man die
jarenlang vruchteloos vocht tegen zijn drankverslaving en tot het einde toe
zich dag en nacht driftig bleef toeleggen op het manipuleren van zijn aftandse
schrijfmachine (want een computer was niet aan hem besteed), die voor de zieke
man het instrument was dat hem telkens weer optilde tot in de etherische sferen
van de literatuur.
Enkele jaren na Héctors overlijden worstelde zoon Mauro met de drang om
de erfenis van zijn vader aan de vergetelheid te ontrukken, méér nog, om aan
diens literair werk een vervolg te breien. Daarbij verwijst hij naar de vaak
herhaalde bewering van zijn vader – die het kon weten, want filoloog – dat de
familienaam Libertella etymologisch zoiets betekende als ‘boek voor de aarde’.
Wat de auteur dan ook met dit rouwbericht voorheeft is ‘een verhaal te
verzinnen om het boek voor de aarde water te kunnen geven’. Daartoe graaft hij
in dit werkje, teruggaande naar zijn jeugdtijd, flarden op uit zijn
herinnering, hoe onbeduidend ook, en rapporteert hij eerlijk en gedetailleerd
over het onomkeerbare ziekteproces en de verwarring die gepaard ging aan de
nadagen van het overlijden.
Heel spectaculaire ontboezemingen zijn in dit serene epitaaf
niet aan de orde; uiteindelijk gaat het om ‘de dingen des levens’. De kracht
ervan ligt in het tentoonspreiden van de familiale intimiteit, in het goede en
in het kwade. En in de valabele inspanning om vaders erfenis te behoeden voor
de onverbiddelijke tand des tijds. Een gevoelvol document, dat zeker.
Mauro Libertella:
Mijn begraven boek, Karaat, Amsterdam 2018, 80 p. ISBN 9789079770342. Vertaling
door Merijn Verhulst.
deze pagina printen of opslaan