De jongste jaren leek het alsof Stefan Hertmans zich vrijwel uitsluitend
nog toelegde op het schrijven van romans. Met Oorlog en terpentijn en De bekeerlinge
schreef hij niet enkel belangrijke boeken waarin historische thema’s met
actuele kwesties worden verbonden, maar werken die internationaal zowel een
grote populariteit en een grote waardering wisten te genieten. Liefhebbers van
poëzie bleven echter wat op hun honger zitten. Waar was de belangrijke dichter
uit het verleden naartoe, die met Muziek
voor de overtocht (1995) nog de Staatsprijs in de wacht wist te
slepen?
Liefhebbers
hebben lang moet wachten, maar met Onder
een koperen hemel is de dichter eindelijk opnieuw op het voorplan getreden.
En hoe! De nieuwe bundel telt ruim honderd gedichten en is daarmee de lijvigste
die Hertmans ooit publiceerde. Opmerkelijk daarbij is dat de teksten niet zijn
ondergebracht in thematische groepen of afdelingen. Zelfs gedichten die eerder
als een plaquette verschenen, figureren nu gewoon tussen de andere verzen. Het
is niet zo gebruikelijk want de lezer mist daardoor wat steun bij zijn lectuur.
Tegelijk is de verzameling op zich wel instructief. Zo ligt de klemtoon nu pas
echt op de afzonderlijke verzen (die zich niet laten reduceren tot een of
andere reeks) en, vooral, Hertmans creëert zo een web van motieven en terugkerende
woorden. In feite kan men de bundel lezen als een soort van muzikale
compositie: er is oog voor samenklank maar ook voor meerstemmigheid, en de
lezer krijgt haast fugatisch en met variaties de herhaling van motieven en
ideeën. Wie in dit boek grasduint, ontdekt telkens nieuwe verbanden en suggestieve
beelden.
De
poëzie van Hertmans leunt nauw aan bij zijn overige werk, maar van een vlot
leesbare stijl is slechts zelden sprake. Integendeel, de auteur houdt van een
gedragen taalgebruik vol beelden en associaties, dat de lezer aan het denken
zet in plaats van hem of haar zomaar in zijn/haar wereldbeeld te bevestigen. In
dat opzicht blijft Hertmans als dichter duidelijk een late erflater van het
modernisme. Het subject is onderworpen aan twijfels en een zelfanalyse waarbij
een gevoel van crisis nooit ver weg is. Tegelijk blijft het verlangen naar
vrede, harmonie en inzicht fundamenteel onaangetast. Bij momenten is er
inderdaad sprake van een soort van epifanie, een ervaring waar het dagelijkse
als het ware plots wordt overstegen en een moment van openbaring tot stand
komt. Daarbij is een belangrijke taak weggelegd voor de literatuur, want net
dat medium biedt een uitgelezen kans om inzicht te creëren, fundamentele vragen
te stellen, een gesprek met de ander aan te gaan…
Toch is de dichter niet meteen
erg optimistisch over de uitkomst van zijn streven. Vanaf de openingsbladzijden
wordt de poëzie ten tonele gevoerd, maar dat gebeurt op een hoogst
dubbelzinnige wijze. Zij is een huis, maar de leegte daarvan moet door de
dichter (en, in zijn spoor, de lezer) worden opgevuld. Daarenboven vertoont de
woning allerlei tekorten waardoor de wind zijn gang kan blijven gaan. Kortom,
slijtage en destructie lijken als het ware inherent verbonden met het poëtische
taalgebruik. Dat belet niet dat het dichterlijke ik onafgebroken zijn beste
beentje blijft voorzetten, vaak tegen beter weten in. Daardoor heeft deze
bundel iets van een intense liefdesverklaring die gedrenkt is in heimwee om de vergankelijkheid.
Dat intense
besef van de voortschrijdende tijd en de nakende ouderdom is een centraal thema
in deze gedichten. Dat geldt allereerst voor de manier waarop de liefdesrelatie
wordt verbeeld, als een nu-moment dat echter tegen de achtergrond van verleden
en toekomst wordt opgeroepen. Ook de subjectieve herinneringen wijzen frequent
op dat voorbije van het verleden. Hertmans trekt dit courante thema in deze
nieuwe bundel echter resoluut open, door het te situeren in een lange menselijke
geschiedenis en zelfs voorgeschiedenis. Heel wat gedichten verwijzen naar brede
natuurverschijnselen en rampen, iets wat in deze tijd van klimaatopwarming ook
als een actualiserende waarschuwing gelezen kan worden.
Omgekeerd nemen heel wat gedichten het verleden tot
uitgangspunt. In de bundel maken uiteenlopende historische en mythologische
figuren hun opwachten, waardoor de ruimte wordt uitgebreid van Merelbeke tot
het oude Griekenland, Egypte en het verre Oosten. Dat onderstreept de manier
waarop Hertmans is uitgegroeid tot een bij uitstek kosmopolitische schrijver.
Troje wordt een beeld voor het heden, terwijl omgekeerd onze maatschappelijke
situatie het verleden telkens weer in een ander daglicht plaatst. Ook de vele
verwijzingen naar schrijvers of naar de concrete geschiedenis dragen bij tot
dat over elkaar schuiven van periodes en ruimten. Zelfs wie geen encyclopedie
of wikipedia bij de hand heeft zal echter in deze gedichten boeiende thema’s
aantreffen: wie echo’s herkent of verwijzingen kan thuisbrengen krijgt
daarenboven een extra genot en wordt verder verwezen naar het eindeloze netwerk
van verhalen en teksten dat onze cultuur is.
Toch is deze lyriek allesbehalve hermetisch, abstract of
vaag. De dichter vertrekt vrijwel steeds van erg concrete aanknopingspunten,
van specifieke ervaringen die in de loop van het vers echter symbolisch worden
geduid, of voorgesteld worden als exemplarisch. Veel gedichten balanceren
daardoor op de grens tussen het anekdotische en het filosofische, aangezien het
lyrische ik uit die gebeurtenissen en ontmoetingen telkens weer lessen voor het
heden en de toekomst tracht te trekken. Dat gebeurt door allerlei fascinerende
details (Hertmans is meesterlijk in het oproepen van een hele wereld via enkele
detailobservaties of een paar sprekende beelden) maar ook door het neerzetten
van magistrale figuren. In deze bundel zijn dat vooral vrouwenportretten,
waardoor de bundel meteen ook een grote ode aan de liefde en de geliefde is.
Onder een koperen
hemel bevat belangwekkende lyriek die blijk geeft van een ongelooflijk
technisch meesterschap. Het zijn geen gemakkelijke gedichten maar verzen die
blijven fascineren, soms herkenbaar maar even vaak ondoorgrondelijk.
Belangrijke poëzie van een vooraanstaand dichter: ik had van Hertmans niet
anders verwacht.
Stefan Hertmans: Onder een koperen
hemel, De Bezige Bij, Amsterdam 2018, 116 p. ISBN 9789403123103.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan