Aan het gegeven dat in de Eerste Wereldoorlog
ook Marokkaanse tirailleurs werden geronseld om in het Franse leger de Duitse
bezetters te bestrijden, werd in het kader van de herdenkingen - talrijke
evenementen, met als hoogtepunt onder meer de aangrijpende installatie van Koen
Vanmechelen aan de Palingbeek in Zillebeke - nauwelijks aandacht besteed.
Gelukkig maar dat auteurs durven focussen op die vergeten groepen. Ik denk hier
aan de ‘tirailleurs Sénégalais’ die in de roman Dertig dagen van Annelies Verbeke een centrale rol kregen
toebedeeld, of aan De eenzaamheid van het
Westen van Johanna Spaey waarin wordt gefocust op de Chinese bataljons die
na het beëindigen van de vijandelijkheden puin kwamen ruimen in het
frontgebied. En nu is er Vertel het
iemand van de Vlaams-Marokkaanse schrijfster Rachida Lamrabet.
Vertel het iemand - een wat algemene, in wezen weinigzeggende titel
- ontwikkelt een dubbele verhaallijn: er is de zoektocht van de Marokkaanse
jongen Amazigh naar zijn vader en anderzijds zijn op een persoonlijke tragedie
uitlopende dienstplicht aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Verbindend motief hierbij, geconcipieerd vanuit het vaderbegrip, is de
ontheemding. In de loop van het relaas dat Amazigh tijdens de nacht voorafgaand
aan zijn executie – hij is wegens hoogverraad veroordeeld door de krijgsraad –
doet aan zijn vader, vat hij zijn situatie zo samen:
‘Ook al zouden we voor dat vaderland van hen sterven zoals
alleen echte mannen konden sterven, we zouden nooit zonen van het vaderland
worden, net zoals ik nooit jouw zoon zal worden hoewel je mijn vader bent.’
De vader van
Amazigh - zo verneem je al bij de aanvang van de roman -, was ooit als
rondzwervend tekenaar vanuit Frankrijk in Marokko aanbeland. Daar raakte hij in
een onooglijk dorpje in de ban van ‘het zonnemeisje’. Zij raakte zwanger van
hem, bracht een tweeling ter wereld die onmiddellijk na de geboorte van elkaar
werd gescheiden. Wat haar, en later de zoon, blijft, is de tekening die hij
heeft gemaakt van haar. Die prent, bewaard in een geheime koffer, zal Amazigh,
zovele jaren later, op het spoor brengen van zijn vader.
Hoe en in welke omstandigheden dit gebeurt, vormt het
corpus van de roman, waarin de jongen zijn levensverhaal reconstrueert. Kort
samengevat komt dit hierop neer: Amazigh groeit op in Imadayan, een klein dorp
dat veraf blijft van alle politieke en sociale strubbelingen in het Marokko van
het begin van de 20ste eeuw. Aanvankelijk ingekapseld in de verhalen van zijn
moeder – een bijkomende motieflijn in de roman is de kracht van de verbeelding,
van het woord dat toegang biedt tot een andere wereld – raakt hij stilaan
betrokken bij een wereld waar andere normen gelden. Hij verlaat zijn dorp, gaat
studeren aan een Koranschool, ontdekt de kracht en de waarde van het lezen en
schrijven, en gaat, gewapend met deze kennis, terug naar zijn dorp om daar
inzicht te krijgen in wie hij in wezen zelf is. Mede door de moeilijkheden die
er zijn met de sultan, die jongens verplicht toe te treden tot het leger, komt
hij in Fès terecht. Daar kruist zijn levenspad dat van zijn vader. Een
(zinloze?) daad van agressie brengt hem in de cel. Enige mogelijkheid om aan de
straf te ontkomen is inlijving bij de Marokkaanse troepen die samen met Fransen
moeten gaan strijden tegen de Duitsers.
In directe, bijna lijfelijk naar de keel grijpende scènes
evoceert Lambaret de gruwel van de loopgravenoorlog. Een terloops genoteerd
zinnetje in zijn dagboek zal Amazigh, zonder dat er sprake is van echte
rechtspraak, voor de krijgsraad brengen. Rond dit lange relaas spant Lamrabet
de draad van een raamverhaal: in het openingsgedeelte komt de vader aan het
woord en alludeert hij in onbedekte termen op het lot dat zijn zoon te wachten
staat, het korte slothoofdstuk geeft hem opnieuw het woord om zijn finale daad
– het verbranden van het dagboek van Amazigh – te verantwoorden.
‘Ik heb toch woorden
gevonden om ons leven te beschrijven om niet helemaal vergeten en verloren te
zijn.’
In deze
woorden ligt vervat wat Rachida Lamrabet voor ogen stond bij het schrijven van
deze roman: meer dan een met de typische Marokkaanse cultuur vervlochten
verhaal over de zoektocht van een zoon naar zijn afwezige vader, is Vertel het iemand een roman over de
kracht van de woorden:
‘Ik was bezield door een drang.
Ik trad al schrijvend uit mezelf, zo leek het. Schrijven bracht me in dezelfde
roes die ik had ervaren toen ik leerde lezen bij de sjeik.’
In die drang naar het schrijven
ligt ook de tragiek van Amazigh’s leven vervat: dat ene zinnetje uit zijn
dagboek dat hem als landverrader waarmerkt, ‘alsof de zinnen hun eigen leven
leidden zodra ik ze had neergeschreven. Alsof de taal haar eigen waarheid had
gebaard, los van wat ik ermee wilde zeggen. Het was beangstigend, maar
tegelijkertijd fascinerend.’
Beangstigend en fascinerend: die indruk maakt de roman op
de lezer.
Rachida
Lamrabet: Vertel het iemand, Polis, Kalmthout 2018, 255 p. ISBN 97894631031077.
Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan