De hoogleraar geschiedenis Willem Otterspeer
(1950) schreef in het verleden meerdere biografieën, zoals over de historicus
Johan Huizinga (Orde en Trouw, 2006)
en over de filosoof Gerard Bolland (Bolland,
een biografie, 1995) – een boek dat overigens meermaals bekroond werd.
Daarna werkte Otterspeer in een tijdspanne van meer dan twaalf jaar aan zijn
tweedelige biografie van de Nederlandse schrijver Willem Frederik Hermans.
In een poging
los te komen van het onderwerp in wiens wereld hij zo lang vertoefde, schreef
Otterspeer Een ontgifting, een
dubbelroman over een schrijver en een biograaf. Deze laatste wil ‘ontgiften’
van de schrijver; de schrijver op zijn beurt wil een roman schrijven over zijn
biograaf. Dat wordt een moeizaam proces; we lezen welke valkuilen de schrijver
zoal op zijn pad tegen komt. En zo komen we terecht in een spel tussen twee
personages, die nu en dan samen lijken te vallen. Het vermoeden dat zijn roman
onmiskenbaar autobiografische trekken heeft, wordt nog versterkt door de foto's
genomen door Willem Otterspeer zelf.
Net als in Hermans’ roman De tranen der Acacia’s krijgt de lezer
een reeks perspectiefwisselingen voorgeschoteld tussen biograaf en de
schrijver. Hun beider jeugd wordt parallel beschreven, de verschillen (warm en
geborgen bij de biograaf, armoedig bij de schrijver) zijn duidelijk en ook zo
bedoeld door de schrijver. Want al heel vroeg legt de schrijver de opzet van
zijn boek uit: ‘[dat het] over een biograaf gaat die het leven van een
schrijver beter kent dan de schrijver zelf [...] een roman bij wijze van een
biografie, een experiment’. En er zijn meer voorbeelden: de kleine zus van de
biograaf sterft jong, en de oudere zus van de schrijver (in het boek zowel als
bij de echte Hermans) sterft ook door zelfmoord bij het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog.
Dat biograaf en romancier steeds meer samenvallen zien we ten slotte bij een
bezoek aan het slagveld van Waterloo wanneer we lezen:
‘Een biografie is net als een roman vernietiging en
schepping tegelijk. Het is een constructie die vooraf wordt gegaan door
destructie. […] Alleen een idee houdt de wereld bij elkaar, intact, bevroren.
Alleen een verhaal verhoudt zich tot de chaos als een sterrenbeeld tot de
sterren, als een personificatie tot een persoon. Wie biograaf wil zijn moet
schrijver worden.’
De ingenieuze constructie van Een
ontgifting heeft veel weg van een postmoderne roman, waarbij verteltechniek
(de perspectiefwisselingen) en het wereldbeeld (de wereld als fictie, een
aaneenschakeling van veelbetekenende beelden) kenmerkend zijn.
Thema’s die veel in
de werken van W. F. Hermans voorkomen, zoals als de onkenbaarheid van de
werkelijkheid en de geologie duiken ook op in Een ontgifting. Maar er zijn meer verwijzingen naar werk en leven
van de narrige Nederlandse schrijver: zijn leven in Brussel, zijn collectie
tikmachines, het belang van fotografie... Voor de liefhebber van de romans van
W. F. Hermans is het lezen van Een
ontgifting een feest van herkenning. Kennis van zijn werk draagt dus zeker
bij aan het leesplezier. Maar ook los daarvan slaagde Willem Otterspeer erin
een interessante roman te schrijven waarin de liefde voor taal, denken en
literatuur op de voorgrond treden.
Willem Otterspeer: Een ontgifting, De Bezige Bij, Amsterdam
2018, 256 p. ISBN 9789023497905. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan