Muzikant en dramaturg Annemarie Peeters zocht
en vond voor haar debuutroman Ook bomen
slapen inspiratie in de wereld van opera. De roman is opgebouwd als een
klassieke opera, met ouverture, drie aktes en een epiloog. In een dubbelverhaal
voert Peeters twee personages ten tonele die ogenschijnlijk weinig of geen
raakpunten hebben met elkaar.
Voor haar eerste verhaal kiest Peeters voor het briefgenre.
Corneille, een gewezen directeur van de Munt, leeft nu in Parijs waar hij als
boekhouder de eindjes aan elkaar moet zien te knopen. In een reeks onbeantwoord
blijvende brieven die hij schrijft aan zijn zoon, zet hij uiteen hoe zijn
relatie op de klippen is gelopen. In een naschrift bij de roman wijst Peeters
erop dat Corneille doorheen ‘een vlucht van de fantasie van de auteur’ deels
gemodelleerd is op de Belgische dirigent Maurice Corneil de Thoran (1881-1953),
die meer dan dertig jaar aan het hoofd stond van de Koninklijke Muntschouwburg.
Voor Corneille (de subtiele
wijziging in de naamgeving suggereert meteen de afstand die Peeters heeft
willen inbouwen tegenover de figuur van Corneil zelf) blijft het schrijven van
de brieven aan zijn zoon een moeizaam verlopende zoektocht naar de waarheid
omtrent zijn fout gelopen huwelijk. Hoe hij zijn vrouw van zich heeft zien en
voelen wegglijden in een wereld van illusies - leidmotief hier is het klassieke
verhaal van Dido en Aeneas – komt pijnlijk direct over in de bekentenis die hij
doet aan zijn zoon:
‘Het gevoel dat zij niet
werkelijk was, dat het simpele feit dat zij bestond, bij me woonde, mijn vrouw
was, een onmogelijkheid betrof; dat gevoel verliet me nooit.’
Wat daarbij ook een bepalende
rol heeft gespeeld, is het gegeven dat zij - de moeder – ‘een man wilde zijn’,
een motieflijn die her en der verspreid over de roman de positie van de vrouw
aan de orde stelt:
‘Wat ik haar hoorde zeggen, en
hoe! Dat verhalen alleen geschreven werden, de hele wereldliteratuur, om samen
te spannen tegen eenieder die toevallig met een vrouwelijk geslachtsorgaan
geboren was.’
De
brieven naar de zoon zijn geschreven in een poëtische stijl die refereert aan
de muziek en de golvende bewegingen ervan.
Alternerend met de
brievenhoofdstukken vertelt Peeters vanuit een meer afstandelijke invalshoek,
in breedlopende zinnen het verhaal van Ofelia. Haar ultieme droom was ooit te
schitteren als operazangeres, maar gedreven door de omstandigheden komt zij na
de breuk met haar geliefde Aviv als actrice/zangeres terecht in een technobar
in Berlijn, waar ze verzeilt in het milieu van drugsdealers en aan lager wal
geraakte gebruikers. Binnen deze verhaallaag spiegelen het verhaal van Corneille
en dit van Ofelia elkaar; beiden hebben hun dromen nagejaagd, beiden zijn ze in
volle hevigheid tegen we werkelijkheid aan aangebotst. Op een subtiele manier
verweeft Annemarie Peeters overigens het boom-motief uit de titel in beide verhalen:
er is de boom die Ofelia geplant heeft samen met haar oma, er is de boom die
Corneille in zijn Parijse voortuin weet staan en die hij ervaart als
bedreigend.
Ook bomen slapen vertoont, ook al gaat
het hier om een debuut, alle kenmerken van een gerijpt schrijverschap.
Annemarie Peeters:
Ook bomen slapen, Vrijdag, Antwerpen 2018, 317 p. ISBN 9789460016462.
Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan