Nederlands proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2020

Jeroen Brouwers: Cliënt E. Busken

door Tom Rummens

Dat Jeroen Brouwers weet hoe je een boek moet schrijven, werd door De Mens al uitvoerig bezongen. En om te bewijzen dat hij het ook vandaag, op de vooravond van zijn tachtigste verjaardag, nog steeds kan, schreef hij Cliënt E. Busken, een werkelijk overrompelend boek, waarin hij alle registers van de taal opentrekt. Voor een taaltovenaar als Brouwers wil dat heel wat zeggen.  
 
Cliënt – en dus niet: patiënt - E. Busken is bejaard en overgeleverd aan de deprimerende treurnis van een rusthuis. Maar hij legt zich daar niet bij neer, verre van. Hij is boos en strijdbaar, in zijn oude, zieke lichaam huist een ziel die nog tot glasheldere gedachten in staat is. Kwaad op de wereld, op zijn situatie, op zijn omgeving, en ook perfect in staat om die woede te formuleren. Al ventileert hij ze vervolgens consequent niet, want aan de buitenkant zien we een en al onmacht, nog versterkt door het feit dat hij volgehouden doet alsof hij volslagen stom is. Hij zegt geen woord meer.
 
Cliënt E. Busken is de monologue intérieur van een man aan het eind van zijn leven. Want ja, veel gebeurt er natuurlijk niet in het voorbijglijden van de laatste dagen, weken en maanden van een bejaarde man die in een rustoord zit en niks meer zegt. Een rustoord dat niet toevallig Madeleine heet trouwens, verwijzend naar Proust en zijn ode aan de herinnering. Opstaan en gaan slapen, zich wassen, in en uit de rolstoel geholpen worden, steeds verder vernederd worden tot de aftakeling totaal is. Er is geen verhaal, geen intrige, dat kán ook helemaal niet, want Buskens leven is gewoon ten einde, maar tegelijk is dit boek een rijk gevulde feestdis.
 
Flarden van zijn leven worden afgewisseld met observaties van het heden. Zijn volstrekt ongenuanceerde oordelen over de hedendaagse debatten over, pakweg, dekolonisatie of gender, zouden natuurlijk makkelijk als zure oude mannenpraat weggezet kunnen worden, maar zijn ook bij uitstek een bewijs voor het feit dat het leven zo snel gaat dat het ons al snel voorbijraast. Ondanks zijn welbespraaktheid is cliënt E. Busken vooral dat: een man die het allemaal niet meer volgen kan, maar die zich daar niet bij neerlegt.  
 
Brouwers is razend consequent in de uitvoering van zijn opzet. De hoofdstukken beginnen steevast midden in zinnen, gedachten die al lang gaande lijken te zijn alvorens je er als lezer getuige van bent. De gedachten van Busken haperen soms, en vaak is het moeilijk om de logica te volgen, maar Brouwers zou Brouwers niet zijn als hij niet over de pen beschikte om je daar doorheen te loodsen, een op een verbonden met de eindeloos drukke, van vitriool vervulde gedachtewereld van een van de meest memorabele hoofdpersonages die Brouwers ooit verzon. Een meesterwerk.
 
Jeroen Brouwers: Cliënt E. Busken, Atlas/Contact, Amsterdam 2020, 256 p. ISBN 9789025455941. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri