Na biografieën over schrijvers als Jan Arends, Bob den
Uyl, Johnny van Doorn en Max de Jong, kiest Nico Keuning nu voor een andere
eenling aan het literaire firmament. Met Een
ongeneeslijk heimwee poogt hij een beeld te schetsen van Willem Brakman
(1922-2008), de writer’s writer die
met meer dan vijftig werken een enorm oeuvre bij elkaar schreef, zeker gezien
de relatief late leeftijd van 39 jaar waarop hij debuteerde. Ondanks brede
erkenning (de Lucy B. en C.W. Van der Hoogtprijs, de Ferdinand Bordewijk-prijs
en ten slotte de P.C Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre), bleef verkoop bij
het grote publiek uit.
Hoewel die miskenning hem teleurstelde,
bleef Brakman zijn hele leven zijn eigen weg gaan, zo toont Keuning in zijn
boek aan. Hij ontwikkelde zich een erudiet, onderlegd schrijver met veel zin
voor humor, die veelal tot het postmodernisme gerekend werd. Dat hij het niet eens
was in een vakje gestopt te worden, tonen de talrijke genoeglijke gesprekken en
brieven die hij uitwisselde met kenner en vriend Bart Vervaeck aan, die hem overigens
wél tot die stijl rekende.
Gesprekken met dezelfde professor Vervaeck, lange
opzoekingen van literator en kennis Gerrit Jan Kleinrensink (die trouwens al
jaren aan de biografie van Brakman werkte toen hij onverwacht overleed in 2014),
en het oeuvre van Willem Brakman zelf, vormen naast gesprekken met diens weduwe
en kinderen de grond van de huidige biografie. Haar titel verwijst naar het
toenemende heimwee naar de wijk van zijn jeugd, Duindorp, in Den Haag. Want
ondanks het vele verhuizen, in een toenemende behoefte aan stilte, bleef de
nostalgie naar vroeger groot.
Het boek is geen traditionele levensbeschrijving geworden,
maar veeleer een chronologische analyse van Brakmans werk, waarin
autobiografische verwijzingen vaak onverbloemd voorkomen (iets wat meermaals
tot woede en teleurstelling leidde in Brakmans familie en vriendenkring). Hij
motiveert zijn werkwijze in de proloog van het boek en verwijst daarbij naar de
‘Vorm-of-Vent’ discussie die stamt uit de tijd dat het literaire tijdschrift Forum opgang maakte (1931-1935) en
waarin auteurs als Menno ter Braak en E. du Perron in dit geval toonaangevend
waren. Ook verwijst hij naar voorbeelden als Willem Wilmink, van wie Keuning
poëzieles kreeg en die in zijn bespreking van gedichten van bijvoorbeeld Hans
Lodeizen uitgebreid naar diens leven verwees.
Zo komt Nico Keuning tot de
verdeling van zijn boek in vier grote hoofdstukken, vernoemd naar de
verschillende woonplaatsen van Willem Brakman: Den Haag, Enschede (Varviksingel
en vervolgens Prinsestraat) en ten slotte Boekelo. Natuurlijk haalt Keuning wel
de belangrijkste feiten in het leven van de schrijver aan – hij sprak ook
veelvuldig met diens naasten – maar het werk primeert.
De biograaf toont aan dat de
artsenij, en dan vooral de sociale kant van het beroep, minder besteed was aan
Brakman, aangezien luisteren naar andere mensen niet zijn sterkste kant was. Toch
bleef hij zijn hele beroepsleven huisarts, dan wel bedrijfsarts, tot hij
vervroegd kon uittreden en al zijn tijd aan schrijven besteedde. Met Simon
Vestdijk deelde hij zijn publieke beroepsleven; hun correspondentie, waarin ze
onder meer over dat onderwerp van gedachten wisselden, werd al eerder door
Keuning bezorgd (Gaven, giften en
vergiften, 2018).
Brakman, zo blijkt uit de beschrijving van diens leven,
ging steeds uitgebreid op onderzoek uit om zijn verhalen en romans te
stofferen. Zo maakte hij een jaarlijkse reis naar Londen met zijn zoon Steven.
De stad inspireerde hem omwille van Shakespeare, wiens werk een veelvuldig terugkerend
motief is, en Jack the Ripper. De novelle Heer
op kamers, en het verhaal Fulco de
Minstreel bevatten zo elementen die naar deze illustere seriemoordenaar
verwijzen. Ook zijn ruime belezenheid is essentieel, zo toont Keuning overtuigend
aan.
Een ongeneeslijk heimwee is een boeiend
werk geworden, maar niet hét definitieve Brakman-boek. Daarvoor waren er al
eerder zeer degelijke studies over het werk van Willem Brakman verschenen (zie
bijvoorbeeld Het binnenste buiten onder redactie van Lars Bernaerts en Bart
Vervaeck). Een ongeneeslijk heimwee
is wellicht toegankelijker voor een ruim publiek, dat zo hopelijk de weg zal
(terug)vinden naar de bron: de fascinerende boeken van Willem Brakman zelf.
Nico Keuning: Een ongeneeslijk heimwee. Leven en werk van
Willem Brakman, Querido, Amsterdam 2020, 480 p. ISBN 9789021419343. Distributie
VBK België
deze pagina printen of opslaan