Drie jaar na de verschijning van het tweede
deel van Zafóns geplande vierluik rond Barcelona en de familie Sempere is er de
derde episode voor de lezer, die hoopt op een voortzetting van Zafóns grote
succesroman De schaduw van de wind.
Zo rijkgeschakeerd als dat eerste deel is De
gevangene van de hemel niet, maar, en dit kan tot troost dienen, het is
beduidend beter dan het voorgaande, tamelijk teleurstellende Het spel van de engel.
Was eerst Daniel Sempere de
hoofdpersoon en gingen we in deel twee terug in de tijd, naar het verhaal van
Daniels vader, David Sempere, rond de jaren twintig van de vorige eeuw, dan
maken we nu opnieuw een sprong voorwaarts naar de jaren vijftig en naar het
personage Daniel, al neemt het verleden van familievriend en hulpje in de
boekwinkel Fermín Romero de Torres (met wie we al eerder hebben kennisgemaakt)
de hoofdmoot van de vertelling voor zijn rekening.
Voor de derde maal is de roman
anders van toon. De bombast, Faust en zijn duivel, en het hoge
piefpafpoefgehalte uit deel twee hebben plaatsgemaakt voor een ironische schets
van Fermíns wederwaardigheden in onder meer de beruchte gevangenis op de berg
Montjuïc. Fermín heeft dit deel van zijn verleden altijd verborgen gehouden.
Dat hij het nu toch uit de doeken doet aan Daniel — na een copieuze maaltijd in
restaurant Can Lluis — kent verscheidene redenen: zijn ophanden zijnde huwelijk
met Bernarda, het ontberen van identiteitspapieren om daadwerkelijk met zijn
lief te kunnen trouwen én een mysterieuze figuur die een bezoek brengt aan
boekhandel Sempere om daar een heel dure editie van Dumas’ De graaf van Montecristo aan te schaffen, met de opdracht het boek
vervolgens aan Fermín te geven.
Net als in laatstgenoemde roman weet ook Fermín op
miraculeuze, zij het onwelriekende wijze, te ontsnappen uit de kerkers van de
Montjuïc. Het is deze geschiedenis, het ingekaderde verhaal door en over
Fermín, die het best uit de verf komt en de lezer, ondanks de tragische
achtergrond van de beginnende Franco-dictatuur en de meer dan onfrisse
praktijken die worden gebezigd, soms stilletjes een glimlach ontlokt.
Uiteraard is er ook weer veel
aandacht voor boeken en krijgen literatureluurs, zoals de meesterlijk
geschetste gevangenisdirecteur, een spottende veeg uit de pan. Deze don
Mauricio Valls, bijvoorbeeld, schopt het zowaar tot minister van Cultuur. Het
Kerkhof der Vergeten Boeken wordt evenmin vergeten; tegen het einde van de
roman krijgt het zowaar een nieuwe bezoeker.
Deze derde episode van het geplande vierluik is beduidend geringer in omvang
dan de voorafgaande romans en daar heeft Zafón goed aan gedaan. De lotgevallen
van Daniel die Fermíns avonturen omgeven zijn niet bijzonder boeiend en
behoeven zeker geen zinledige uitweidingen. Mysteries blijven en/of worden
gecreëerd, maar uiteindelijk zullen alle puzzelstukjes in het laatste deel op
hun plek vallen — daar gaan we althans van uit.
Carlos Ruiz Zafón: De gevangene
van de hemel, Signatuur, Utrecht 2017, 318 p. ISBN 9789056725938. Vertaling van
El prisionero del cielo door Nelleke Geel. Distributie Standaard Uitgeverij
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf
deze pagina printen of opslaan