H.C. ten Berge is onderhand de tachtig lentes voorbij, maar
zijn literaire werk heeft nog steeds niet aan vitaliteit ingeboet. De schrijver
blijft met een bewonderenswaardige productiviteit boeiend werk afleveren in
diverse genres. De afgelopen jaren bundelde hij verhalend proza en essays en
dagboekbladen, en nu ligt een bundel met nieuwe gedichten voor. In tongen spreken biedt een mooie
staalkaart van de constante thema’s in Ten Berges oeuvre. De titel is bijzonder
treffend gekozen: hij verwijst enerzijds naar het dichtbije-lichamelijke,
anderzijds naar de magische kracht van poëzie en taal. In het christelijke
Pinksterverhaal maar in tal van mythologieën is er sprake van een visionair of
profetisch spreken dat verder reikt dan het waarneembare en het begrijpelijke.
Met zijn grote aandacht voor andere culturen heeft ook Ten Berge die droom vaak
in zijn werk ter sprake gebracht.
Zijn jongste bundel reikt dan ook opnieuw naar de verte én
naar de diepte vanuit de overtuiging dat niet enkel de dichter zelf maar de
gehele mensheid gebaat is bij een ruimere blik. Die visie brengt de dichter in
de buurt van de sjamaan en de mysticus. Dat programma wordt al aangezet in de
openingsreeks ‘Zeven simpele verzen’. Het zijn schitterende gedichten die telkens
een facet laten zien van de spanning die de dichter fascineert: de spanning
tussen het onooglijke en het overweldigende, tussen het momentane en het
eeuwige, tussen het werkelijke en het mysterie… Ten Berge weet die gedachten
echter op te roepen en onontkoombaar te maken door zich te concentreren op
herkenbare ervaringen en waarnemingen. Formeel rijgen deze gedichten zinnen en
associaties aan elkaar waardoor het zo typische contrast tussen fragmenten en
gehelen ontstaat dat Ten Berges werk kenmerkt; het is geen toeval dat hij
gefascineerd is door de legendarische Canto’s van Ezra Pound. In de loop der
jaren is de dichter erin geslaagd om daarbij muzikaliteit en ritme tot hoge
toppen te voeren, en dat meesterschap is in deze opener duidelijk merkbaar.
Met dat
programma is de toon gezet. De daaropvolgende reeksen exploreren dat mythische,
visionaire dichterschap op uiteenlopende manieren. Dat gebeurt onder meer door
een exploratie van de onderwereld in gedichten en korte bedenkingen in proza.
Eerst krijgen de middeleeuwen ruimte, met het motief van de mollen die
ondergronds feest vieren op de lijken; het is een carnavalesk thema dat de
normen van de bovenwereld op zijn kop zet. Vervolgens kiest Ten Berge voor zijn
geliefde Mexico, met een aantal canto-achtige teksten waarin de mythologie van
de Azteken in poëzie wordt omgezet. Ook hier wordt de grens bespeeld tussen
leven en dood, deze en de andere wereld, met extatische ervaringen als
resultaat. De toelichtingen in proza moeten de bedoeling en de diepere
betekenis van die zoektochten naar inzicht en waarheid verduidelijken. De
dichter is immers niet enkel een visionair, hij stelt zich ook op als een
leermeester die het hermetische en het encyclopedische beeldenpark van zijn
gedichten tracht te situeren en te duiden. Dat blijkt ook uit de reeks waarin
hij ontmoetingen met verwante en bevriende dichters uit heden en verleden
simuleert.
Dat
Ten Berge gefascineerd wordt door ruimten en landschappen is ook nu weer
alomtegenwoordig. In een van de afdelingen roept hij de seizoenen beeldrijk op,
maar ook nu weer versmelt de omgeving met de menselijke figuren; in deze reeks
wordt ook duidelijk hoe het vroege werk uit de jaren zestig in feite naadloos
aansluit bij wat de dichter vandaag neerschrijft. Andere gedichten gaan over
Zuid-Afrika, en de bundel sluit af met verzen die de legendarische Poolreizen
uit het begin van de vorige eeuw in herinnering roepen. In tongen spreken bevat inderdaad veel nieuw werk, maar van een
fundamentele vernieuwing is geen sprake. De dichter doet wat hem bezielt, maar
zijn avonturen zijn wel toegankelijker dan eertijds. Hoe dan ook is een meester
van de taal aan het woord, die daarenboven doelbewust grenzen wil verkennen en
zijn lezers dwingt om met hem mee te gaan op zijn kosmische tochten.
H.C. ten Berge:
In tongen spreken, Atlas/Contact, Amsterdam 2020, 109 p. ISBN 9789025459321.
Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan