‘Indien een schrijver van belang geacht
wordt, is alles hem betreffende van belang óók (en wellicht juist) het
schijnbaar onbelangrijke’, schreef Jan Greshoff, een van de weinige literaire
vrienden van Willem Elsschot. Dat Elsschot tot de belangrijkste Nederlandstalige
schrijvers van de twintigste eeuw behoort, staat buiten kijf en dus zijn diens
‘geschreven boekopdrachten’ volgens de logica van Greshoff – die ik volg – ook
van belang. Martine Cuyt, actief bestuurslid van het Willem Elsschotgenootschap
en auteur van Willem Elsschot. Man van woorden (2004), verzamelde de
voorbije jaren zo’n 400 opdrachten van Alfons de Ridder alias Willem Elsschot.
350 van deze dedicaties, gericht aan 130 ontvangers, worden uitvoerig
beschreven, met telkens een minibiografietje van de soms tamelijk onbekende
ontvangers. De uitgave is rijkelijk voorzien van kleurenillustraties, al oogt
de bladspiegel soms wel wat rommelig.
In haar inleiding schrijft Cuyt
dat ze voor haar boek inspiratie vond in een gelijkaardig, weliswaar minder
groots opgezet boek van Kees Snoek, dat opdrachten bevat van een andere vriend
van Greshoff: E. du Perron (in 2005 uitgegeven door het E. du
Perrongenootschap). In tegenstelling tot Greshoff was Du Perron geen absolute
fan van Elsschots werk – al had hij geen bezwaar tegen de publicatie ervan in Forum,
het tijdschrift waarvan hij twee jaar redacteur was. Hoewel ze elkaar minstens
één keer ontmoet hebben, zijn er geen opdrachtexemplaren van Du Perron aan
Elsschot of andersom bekend. Beiden voorzagen wel heel wat van hun werken van
een opdracht aan Jan Greshoff. Elsschot was ook daarin een man van weinig
woorden – in tegenstelling tot Du Perron die elke opdracht een persoonlijke
toets gaf – al kreeg net Greshoff een van de schaarse langere opdrachten: ‘Aan
Jan Greshoff wiens kritiek over mijn werk mij den indruk gaf dat de schrijver
mijn stijl even volkomen begreep als ik mezelf begrijp. De dankbare auteur A.
De Ridder (W. Elsschot)’, schreef hij in een tweede druk van Lijmen. Maar in een ander exemplaar van
dezelfde titel luidt het Elsschottiaans zakelijk: ‘Aan Jan Greshoff ADeRidder’.
Liefdevol
opgedragen is een co-productie van uitgeverij Vrijdag en het Willem
Elsschotgenootschap, waarmee het doelpubliek meteen bepaald is: de Willem
Elsschot-fan. Maar ook voor onderzoekers is deze uitgave nuttig. Want zoals
Martine Cuyt in haar inleiding stelt, kunnen opdrachten ‘nieuwe of preciezere
info: een datering, een plek van afspraak’ bevatten die een biograaf vooruit
kunnen helpen. Elsschots lapidaire opdrachten bieden misschien niet zo heel
veel voer voor biografen, maar er is er hier toch zeker een die wat meer
aandacht verdient.
Het gaat om een opdracht aan de
dichter Ward Hermans, die na de Tweede Wereldoorlog wegens collaboratie tot
levenslange opsluiting was veroordeeld. Dat Hermans en Elsschot
correspondeerden was bekend, maar hoe ze vrienden werden, is bij mijn weten
nooit onderzocht. Het eerste contact zou dateren van 1952 toen Hermans vanuit
de gevangenis Elsschot feliciteerde met zijn zeventigste verjaardag. In zijn
antwoordbrief noemt Elsschot de veroordeelde dichter meteen ‘vriend’, wat doet
vermoeden dat ze elkaar al langer kenden. Uit een opdracht van 13 mei 1955
blijkt hoever die vriendschap ging: ‘Aan Ward Hermans. Bij de viering onder ons
drieën van zijn vrijlating’. Volgens Bruno de Wever (in Nieuwe Encyclopedie
van de Vlaamse Beweging) bleef Hermans na zijn vrijlating ‘het
nationaal-socialisme verheerlijken’ en dit tot aan zijn dood in 1992.
Zowel in dit boek, als in de Elsschotbiografie van Vic van
de Reijt wordt Hermans een ‘Vlaamse SS’er’ genoemd, alsof hij een meeloper was.
Ward Hermans was echter samen met René Lagrou de oprichter van de Algemeene-SS
Vlaanderen en als dusdanig medeverantwoordelijk voor heel wat ellende. Dat
Elsschot de vrijlating van zo iemand vierde, om wat voor redenen dan ook, is op
zijn minst bedenkelijk. ‘Ik heb nu eenmaal de verwenschte manie om, als het
ware automatisch en onbewust, aan de zijde van de slachtoffers te gaan staan’,
zo luidde Elsschots excuus in een brief aan Peter van Steen. Maar wat dan met
de vele slachtoffers die Ward Hermans, August Borms en Cyriel Verschaeve – drie
prominente collaborateurs voor wie hij het opnam – zelf maakten? In ieder geval
krijgt Greshoff gelijk: een schijnbaar onbelangrijke boekopdracht, levert
belangrijke informatie over de kleine kant van een groot schrijver.
Martine Cuyt: Liefdevol
opgedragen. Geschreven boekopdrachten van Willem Elsschot, Vrijdag, 2020 494 p.
ISBN 9789460019111. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan