Op poëzie staat duidelijk geen leeftijd, dat bewijst de
debuutbundel van Hedwig Du Jardin. De dichter heeft onderhand de respectabele
leeftijd van zeventig bereikt, maar dat belet haar niet te debuteren met stijl.
Haar gedichten getuigen van een groot gevoel voor ritme en een ingetogen
woordkeuze, wars van grootsprakerige retoriek. Met haar eigen rijke
levenservaring als uitgangspunt gaat de dichteres op zoek naar poëtisch
inzicht. In die zin zijn haar gedichten persoonlijk en intimistisch maar
tegelijk veel meer dan dat. De titel van de bundel geeft immers al aan hoe de
dichteres ‘verder’ wil gaan dan de anekdotiek. Ontmoetingen met mensen,
gevoelens en inzichten worden poëtisch gecondenseerd en op een sterk
symbolische wijze verwoord, net om te komen tot uitspraken die gelouterd zijn
en zo een waarheid achterhalen die ook voor lezers vandaag en morgen overeind
blijft.
Opvallend
is de relativerende toon van heel wat gedichten. De dichteres kiest voor een
combinatie van betrokkenheid en een meer afstandelijk-observerende houding. Zo
overloopt ze in een aantal reeksen de weg van haar leven. De eerste gedichten
laten de onbevangen jeugd zien, als een dans in de brede ruimte van het strand,
met een grote ontvankelijkheid voor de vele indrukken die op de mens afkomen.
Tegelijk leggen andere verzen de kwetsbaarheid bloot en de angst. Het
moederschap zet die eerste, dubbele gevoelens verder, met een combinatie van
belofte en onzekerheid. Dezelfde ambivalentie valt ook de liefde te beurt: aan
de ene kant is ze de openbaring en de ‘zondeval’, aan de andere kant wordt de
vervreemding in schrijnende beelden opgeroepen. Toch eindigt de bundel erg
louterend, met een blijvend geloof in de solidariteit tussen mensen, over de
generaties heen. De moeder en de vader worden opgeroepen in mooie sfeervolle
beelden, en hun overlijden belet niet dat zij aanwezig blijven. Op die manier
reikt het bestaan van elk individu op allerlei manieren naar anderen, naar de
geschiedenis, naar de wereld rondom.
Du Jardin kiest bij dat traject
voor een overvloed aan beelden. Die dragen ertoe bij dat al te concrete (en
soms pijnlijke) herinneringen worden overstegen in poëtische indrukken, ook al
betekent dat bij momenten dat de lezer toch moeite ondervindt met nogal vage
scènes. De beste gedichten zijn die uit de laatste reeksen, waar de
confrontatie met de ouders en de voorouders leidt tot aangrijpende gedichten,
soberder maar daardoor net intenser. Hedwig Du Jardin heeft met deze bundel
haar eigen leven alleszins zo boeiend vormgegeven dat het voor veel lezers
herkenbaar zal zijn.
Hedwig Du Jardin: Licht & traag & diep. Leuven
2020, P, 64 p. ISBN 9789493138315
deze pagina printen of opslaan