Dora is vijfendertig, werkt voor een
reclamebureau in Berlijn en woont samen met Robert, een linkse activist. Haar
bubbel wordt bepaald door het ritme van de grootstad, progressief en
ecologisch. Maar dan komt corona. Ze verlaat haar vriend, haar vastgeroeste
patronen, en ze laat ook Berlijn voor wat het is. Ze heeft ruimte nodig en die
vindt ze op het Oost-Duitse platteland, in de regio Brandenburg. Ver weg van
het drukke stadsleven trekt ze in een huis in een nietszeggend dorp.
‘Opeens beseft ze wat er hier allemaal niet is.
Ongelooflijk veel, bijna alles. Geen zeeën van huizen. Geen verkeerschaos. Geen
fietsers, geen voetgangers. Geen spoorviaducten, geen reclame, geen felle
lichten. Alleen een paar huizen, bomen, het eeuwige gras.’
Het is een rustpunt, want Dora’s
hoofd is een snelkookpan waarin zich ontzettend veel afspeelt. We krijgen
analyses van de actualiteit, over de moord op George Floyd en de klimaatcrisis,
over de toenemende onverdraagzaamheid, en vooral ook over de coronacrisis en
hoe die onze samenleving op de proef stelt. Onder buren speelt zich heel expliciet af in de huidige tijd. Zeker de eerste
helft van de roman leest eigenlijk nauwelijks als fictie.
Maar in haar huis op het
platteland komt Dora al snel in contact met Gote, de buurman, die zich aan haar
voorstelt als de dorpsnazi. Hij is de verpersoonlijking van alles wat Dora
veracht. Onverdraagzaamheid en geweld tegen wat hem niet zint zijn dagelijkse
kost. Het lijkt een paradoxale beweging, maar ze is waarschijnlijk
realistischer dan we geneigd zijn te geloven: in grootstad Berlijn wordt Dora
minder geconfronteerd met het andere dan in haar afgelegen huis op het
platteland. Ze is weg uit haar bubbel, en vooral ook: ze kan niet echt kiezen
met wie ze al dan niet omgaat, want ze heeft alleen haar buren. Er zijn geen
café’s om uit te kiezen, geen winkels om zich te onderscheiden. Het is wat het
is, en juist door het feit dat Onder buren zich zo expliciet in het hier en nu afspeelt, is wat zich vervolgens
ontvouwt zo ontroerend.
Want Dora en Gote lijken dan wel in heel andere werelden te
leven, toch ontwikkelt zich tussen hen een heel bijzonder soort vriendschap.
Ja, Dora weet wel dat Gote heel wat op zijn kerfstok heeft en wanneer ze hem
met enkele vrienden naziliederen hoort zingen tijdens een dronken tuinfeest,
keert haar maag zich om. En omgekeerd kijkt Gote ook behoorlijk neer op die
wereldvreemde hipster uit Berlijn. Maar hoezeer ze elkaar ideeën ook verachten,
toch groeien ze steeds meer naar elkaar toe in hun hunkering naar een soort
onvoorwaardelijkheid.
En voor de beschrijving van dat soort ontwikkelingen ben je
bij Juli Zeh wellicht aan een van de beste adresjes in de Europese literatuur.
Want Onder buren vertrekt van stereotypen,
maar de manier waarop Juli Zeh haar personages uitdiept, gelaagd en complex
maakt, dwingt opnieuw respect af. Hoe gepolariseerd de wereld ook is waarin we
leven, het is de mogelijkheid tot empathie en vriendschap die toch nog steeds
een sprankel hoop biedt.
Juli Zeh: Onder buren, Ambo/Anthos, Amsterdam 2021, 351 p.
ISBN 9789026356186. Vertaling van Über Menschen door Annemarie Vlaming.
Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan