Het volgende fragment uit Kamers
antikamers, de tweede roman
van Niña Weijers (1987), typeert de schrijfster ten voeten uit: het artikel ‘zal
te gepolijst zijn, te mooie zinnen, te particulier en tegelijkertijd te
geforceerd politiek correct. Over het echte conflict, de echte schaamte, kan ik
niet schrijven. Juist omdat ik het probeer. Omdat ik weet en niet weet, terwijl
het schrijven onder water zwemmen zou moeten zijn, wie zei dat, Fitzgerald?
Onder water zwemmen en je adem inhouden. Wat ik doe is met mijn hoofd boven
water schrijven over de zee eronder. Ik ben erin, maar ik blijf een landdier’.
De
hoofdpersoon van Kamers antikamers, een
alter ego van Niña Weijers, tekent deze woorden op in een brief, die ze vanop
Curaçao richt aan haar goede vriendin en schrijfster M. (in het echte leven Maartje
Wortel). Niña Weijers bracht rond de eeuwwisseling als tiener met haar ouders
en haar broertje enkele jaren door op Curaçao. Intussen wordt de koloniale band
die Nederland ooit met het eiland had scherper onder de loep genomen. De in
deze passage vermelde schaamte is hierdoor ingegeven.
Het fragment is interessant
omdat het in een notendop de signatuur van Niña Weijers toont: een
(onder)zoekende pen, gracieuze stijl, een soms ironische toets, literaire
referenties waar ze betekenis aan ontleent, dierbare vrienden die ze als
personages opvoert, maatschappelijke betrokkenheid en de verbinding tussen het persoonlijke
en het universele. Al deze elementen komen dan ook terug in haar nieuwe boek Zelf
doen, een selectie uit essays en columns die ze tussen 2016 en 2022 schreef,
voornamelijk voor De Groene Amsterdammer.
Slechts enkele stukken zijn
langer dan een doorsnee column, waaronder de drie waarin ze het heeft over de
positieve en actieve kracht van vrouwelijkheid: over de Franse Annie Ernaux
naar aanleiding van haar boek Meisjesherinneringen; over Katie Roiphe, de
Amerikaanse, polemische feministe, die steevast schrijft over de cocktail
macht, seksualiteit en liefde; over Lou Salomé, de Duits-Russische
psychoanalytica en auteur, die Nietzsche, Rilke en Freud het hoofd op hol
bracht en inging tegen de burgerlijke moraal.
Het kleine of particuliere mag
dan vaak het uitgangspunt zijn in Zelf doen, Niña Weijers cirkelt niet rond
haar eigen navel. Ze zoomt uit en heeft het vervolgens in omtrekkende
bewegingen over hoe in het leven en de wereld te staan. In iets kleins zoals de
aanmaning van haar rijinstructeur om niet te aarzelend over kruispunten te rijden,
hoort ze bijvoorbeeld een advies om assertief door het bestaan te laveren. Of in
iets zo banaal als de eenvoud van een Ikea-handleiding ziet ze een tegenwicht
voor het hysterische realisme van de wereld dat haar soms te veel
wordt.
Niña
Weijers, afgestudeerd in de literatuurwetenschap, put uit boeken en
schrijverslevens volop inzichten die haar helpen om met nieuwe ogen naar de
dingen te kijken. Die bronnen vermeldt ze met naam en toenaam in haar stukken.
Ze lijst ze aan het eind van het boek ook op in een uitvoerige literatuurlijst.
Andere geestverruimende middelen komen eveneens op haar pad. Zo trekt ze er een
weekend op uit om te trippen op ayahuasca, een Zuid-Amerikaanse, hallucinogene
drank die intussen in Nederland verboden is. Over wat ze tijdens het
zuiveringsritueel vond terwijl ze zichzelf zocht, gaat het stuk ‘La Purga’.
Uit Zelf
doen blijkt dat inspiratie in een klein hoekje zit bij Niña Weijers, net
zoals dat ook het geval is bij Minnie Panis, de performancekunstenares in haar
meermaals bekroonde debuutroman De consequenties uit 2014. (daarin duikt
Minnie Panis onder meer in haar huishoudelijke afval: ze neemt er ruim
tweeduizend foto’s van, monteert ze tot een filmpje dat eindigt in een
draaikolk van huisvuil en plakt er de titel ‘Bestaat Minnie Panis?’ op)
In haar proza en haar
non-fictie spreekt Niña Weijers met één stem. Dezelfde pijlers komen terug in alles wat
ze schrijft. Thematisch staan (de illusie van) identiteit en de verhouding
van het ik tot de wereld centraal. Daarbij zijn zowel de wereld als het ik veranderlijke
factoren. Dit draagt ertoe bij dat je in haar werk toch ook herkent, wat ze zelf
in
het stuk ‘Kruispunten’ tegen haar rijinstructeur zegt, namelijk dat ze niet
echt ergens over schrijft, maar dat haar werk meer gaat om een vaag
levensgevoel.
Niña Weijers: Zelf doen, Atlas/Contact, Amsterdam 2022. 331 p.
ISBN 9789025459871. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan