Nederlands proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2022

Gert-Jan van den Bemd: Branco & Julia

door Jooris van Hulle

‘Mensen zeggen dat het werk hun stress oplevert, maar kijk hoeveel stress zij ervaren als ze dat werk uit hun handen laten vallen en op vakantie gaan. […] Niet de routine, maar het doorbreken ervan veroorzaakt onrust.’  
Deze bedenking schrijft Gert-Jan van den Bemd in de proloog bij Branco & Julia toe aan Branco die op weg is naar ergens in Frankrijk. En meteen ook reikt de auteur de lezer een aantal ijkpunten aan die verder aan bod zullen komen in de roman: er is de vondst van oude foto’s, er is de aanschaf van het gedichtenbundeltje ‘Mensagem’ (‘Boodschap’, 1934) van Fernando Pessoa die in Branco het verlangen deed ontwaken zelf ook schrijver te worden, ‘ik schrijf, dus ik ben’.
 
Hoe Branco en Julia naar elkaar worden toe gedreven, heeft veel te maken met het toeval. Op de Feira da Ladra (‘de dievenmarkt’) van Lissabon, waar hij, zich voordoend als een verarmde bezoeker, rondwaart, vindt Branco een reeks foto’s  – meer dan vierhonderd in totaal – die het leven moeten verbeelden van een vrouw, die later Yvette zal blijken te heten. Dat net op het moment van aankoop Julia er al twee foto’s heeft uitgekozen, maakt dat hij het gevoel zal hebben dat zijn collectie niet volledig is. Branco zoekt toenadering tot Julia en samen zullen zij Yvette achterna reizen naar Saint-Michel in Frankrijk, waar ze ooit moet hebben gewoond met haar man Lucky.
 
Meteen wordt de opbouw van de roman gekaderd: het eerste deel speelt zich af in Lissabon, deel twee bevat het relaas van de reis naar Frankrijk, waarbij ook Valerio, Julia’s leermeester op de schilderacademie waar zij naakt poseert voor een stelletje amateur-schilders, aanwezig is. Branco en Julia, de schrijver op zoek naar een onderwerp en de beeldende kunstenares die ervan droomt ook écht carrière te maken: het zijn de motieflijnen waarop Van den Bemd zijn roman heeft geënt. In alternerende ik-fragmenten waarin beide hoofdfiguren aan het woord worden gelaten, wordt duidelijk wat beiden zowat naar de rand van de samenleving heeft geduwd. 
 
Branco, ooit een gewaardeerd leraar, is ontslagen nadat aan het licht is gekomen dat hij een relatie had met een leerlinge (#MeToo mocht nu eenmaal niet ontbreken in de roman) en heeft zich nadien ‘omgeschoold’ tot volleerd antiquair: op de rommelmarkt koopt hij waardeloze spulletjes op, die hij nadien oppoetst en voor heel veel geld verkoopt aan wie het maar wil geloven dat ze ook echt antiek zijn. Voortgestuwd door het voorbeeld van Pessoa bijt hij zich vast in zijn voornemen een roman te schrijven. Op dit niveau van de roman ontwikkelt Van den Bemd een aantal boeiende, vaak met veel ironie beladen ideeën rond het schrijverschap. Branco koopt een notitieboekje om invallen te noteren en een elegante balpen, ‘Nu had ik geen excuus meer. Ik had de tijd, ik had de materialen, niets hield me meer tegen om te gaan schrijven. Er was maar één bezwaar: ik ontbeerde een ongelukkige jeugd, een zwaar leven vol ellende en verdriet, of een onbereikbare liefde. Ik moest het zien te stellen zonder schrijversgoudmijn.’
 
Even lijkt het ernaar dat hij op basis van de foto’s van Yvette wel genoeg stof weet te verzamelen, maar gaandeweg zijn zoektocht naar wie Yvette nu echt is geweest, stuit hij op de barrière tussen werkelijkheid en verbeelding: ‘Ik realiseerde me dat de sporen van Yvette niet beperkt bleven tot een stapel oude foto’s. Daarop was ze abstract, niet meer dan een afbeelding van een vrouw. Maar ze had echt geleefd. […] Die gedachte was opwindend, maar op een bepaalde manier ook beangstigend.’  En finaal is er de agnitio, het inzicht dat hem zal doen beseffen dat het schrijven te hoog is gegrepen voor hem: ‘Al verricht ik onderzoek tot ik een ons weeg, met schrijven kom ik geen steek verder. Schrijven vereist meer dan het verzamelen van gegevens.’
 
Parallel aan dit van Branco ontwikkelt Van den Bemd het levensrelaas over Julia: zij weet zich geroepen tot het kunstenaarschap, maar ontbeert de nodige financiële middelen. Daarom gaat ze naakt poseren, daarom klust ze bij als kamermeisje in een hotel, daarom maakt ze schilderijtjes die ze verkoopt op de Feira da Ladra en die tegemoet komen aan wat de toerist nu eenmaal verlangt, daarom ook gaat ze in op het verzoek van een rijke ambassadeursvrouw een muurschildering te maken voor de kinderkamer in haar protserige villa… Even wordt de indruk gewekt dat ze haar carrière echt zal kunnen voortstuwen als ze op basis van de twee foto’s van Yvette die in haar bezit zijn, werken heeft gemaakt die letterlijk en figuurlijk uit de band springen. Maar dan wordt duidelijk dat ze toegevingen zal moeten doen, zeker als Valerio een expositie wil gaan organiseren, vooral dan voor eigen gewin. En hoe zij aan Branco wordt gelinkt, heeft weer te maken met het toeval: zij vindt het aantekenboekje dat de schrijver-in-spe verloren is…
 
Branco & Julia is, binnen de context van een verhaal over twee mensen die elkaar vinden – ook in de liefde, zo blijkt uit het slothoofdstuk – , in de eerste plaats een doordacht opgebouwde en bijzonder vlot lezende roman over de impact van het kunstenaarschap op iemands leven.
 
Gert-Jan van den Bemd: Branco en Julia, Manteau, Antwerpen 2022, 264 p. ISBN 9789022338704. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri