Vertaald proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2023

Maria Judite De Carvalho: Lege kasten

door Monica Jansen

De lege kasten in deze novelle krijgen hun narratieve inhoud van een vertelster die zichzelf absoluut niet het vertellen waard vindt: ‘Ik maak geen deel uit van dit verhaal – als je het zo kunt noemen –, ik ben een simpel nevenpersonage van het soort dat de aftiteling niet haalt, zelfs niet de aftiteling van andere verhalen die er een vervolg op zijn, en wel vanwege een totaal gebrek aan dramatische roeping’. Manuela, zo heet ze, is slechts de klankkast van haar vriendin Dora Rosário, die op een dag het verhaal van haarzelf en haar dochter Lisa komt vertellen, om zich vrij te pleiten. Haar eigen ‘nietige gevoelentjes’ buiten beschouwing latend, baseert de ik haar versie van de geschiedenis op Dora’s relaas, en merkt daarbij wel op dat de werkelijkheid vertekend kan zijn door haar fantasie, maar dat het voor de hand ligt dat het allemaal zo gegaan zou kunnen zijn.  

Deze novelle uit 1966 van de herontdekte Portugese schrijfster Maria Judite De Carvalho (1922-1998), die zeer populair was tijdens haar leven, wordt met de bijtende satire van Natalia Ginzburg in verband gebracht. De personages worden met enkele pennenstreken – De Carvalho schilderde ook – karikaturaal in beeld gebracht, zonder daarbij hun menselijkheid te verliezen, maar diepe genegenheid voor de medemens lijkt evenwel te ontbreken. Zoals de ik-vertelster analyseert, komt deze afstandelijke houding overeen met het wereldbeeld van de hoofdpersoon van deze tragische geschiedenis, die tegelijkertijd gespeend is van elke dramatiek. Op de dag dat ze naar haar toekomt om haar vriendin uit te leggen hoe het zover heeft kunnen komen, geldt voor Dora nog evenzeer dat ze, sinds het overlijden van haar man, zichzelf en haar dochter Lisa tegenover de anderen, oftewel de vijand, plaatst, en tot die anderen rekent ze ook de vertelster.
 
Wanneer haar man, Duarte, sterft aan een ziekte, blijft Dora op zesendertigjarige leeftijd leeg achter, zonder geld en zonder invulling van haar bestaan. Dit is de Dora die getypeerd wordt als ‘Dora van het Leger des Heils’. Om in haar leven en in de opvoeding van haar dochter te voorzien, is ze aanvankelijk afhankelijk van de aalmoezen van oude bekenden en collega’s van haar man, die niets bezat omdat hij wars was van ambitie en zijn hele leven met de stroom was meegedreven. Ondanks haar tien jaar lange toewijding aan zijn nagedachtenis vergelijkt Dora hem met een ‘egoïstische Christus’, ‘een seculiere, ongelovige Christus, uitsluitend op de wereld gekomen om zichzelf te redden’.
  
Haar leven komt weer op de rails zodra ze via een vriendin een baan vindt in een antiekzaak met de naam Matusalém, die door haar dochter wordt omgedoopt in ‘het Museum’. Lisa, die steeds eleganter en mooier wordt en ervan droomt om stewardess te worden, is begiftigd met een kritische, observerende geest en beschouwt haar moeder als ‘leeftijdloos en hopeloos’. Zij daarentegen is vastbesloten gelukkig te worden en ervan overtuigd dat je van je jeugd moet profiteren.
 
Er verschijnt echter een tweede Dora op het toneel, die wordt gekenschetst als ‘Dora-de-vrouw-met-nog-een-toekomst’, en dat heeft alles te maken met het ‘geheim’ dat schoonmoeder Ana haar onthult in de nacht na Lisa’s zeventiende verjaardag. De nieuwe Dora gaat in op een flirt van de succesvolle en kapitaalkrachtige Ernesto, de man die Manuela zal gaan verlaten en die Dora een tweede jeugd verschaft en ook vrijwel onmiddellijk weer afneemt door een ongeluk waarin ze zwaar gewond raakt. Deze ongelukkige wending zorgt ervoor dat dochter Lisa op een andere manier uitvliegt dan zij en haar moeder hadden gedroomd, en daarmee blijft de ‘vicieuze cirkel’ waarmee deze vrouwen van verschillende generaties elkaar in de tang houden in stand.
 
Op het eerste gezicht leest deze novelle als een feministische parabel, of zoals vermeld op de achterflap van het boek, ‘een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen’. Maar misschien is dit verhaal ook een aanklacht tegen de Estado Novo van Salazar, en is de afwezigheid van enigerlei vorm van idealisme ook daar aan te wijten? De onthechting van de personages van elkaar en van hun leefomgeving is die van een totalitaire samenleving waarin initiatieven niet worden gewaardeerd en iedereen elkaar wantrouwt. Het gegeven dat de verschillende vrouwen in het verhaal ‘in God noch duivel’ geloven, en dat het enige waar ze waarde aan hechten – met uitzondering van Dora – geld is, kan gezien worden als een sarcastische verwijzing naar het Katholieke Portugal, waarin het kapitalisme werd verheerlijkt in naam van de strijd tegen het communisme.
 
Dit staaltje ironische vertelkunst dat leest als een klucht, laat in de lege kasten genoeg ruimte over om deze te vullen met nieuwe inhoud waarvan we zelf de vertellers zijn.
 
Maria Judite De Carvalho: Lege kasten, De Bezige Bij, Amsterdam 2023, 142 p. ISBN 9789403181318. Vertaling van Os armários vazios door Kitty Pouwels. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri