Paul Claes is sinds jaar en dag de
meest erudiete auteur uit onze letteren. Hij is niet alleen een begenadigd
vertaler uit een handvol talen, hij is daarnaast ook de schrijver van een groot
aantal romans en dichtbundels. Daarbovenop komen een groot aantal essays en
studies, die er vaak op gericht zijn om het werk van een moeilijk of zelfs
onleesbaar auteur te ontcijferen. Die methode om teksten te zien als raadsels
heeft Paul Claes ertoe gebracht om het werk van zo uiteenlopende schrijvers als
Rilke, Eliot of Rimbaud te bestuderen en naar lezers toe te verhelderen.
Met deze lijvige Canon van de Nederlandse poëzie past
Paul Claes dat beproefde procedé uit op een 110 klassieke gedichten uit onze
eigen literatuur. Daarbij vertrekt hij van de parels uit onze middeleeuwse
literatuur (te beginnen met de Oudnederlandse zin ‘hebban olla vogala’) om via
de Nieuwe Tijd (de voormalige Gouden Eeuw) te belanden bij de moderne en de
hedendaagse literatuur. Het boek sluit overigens af met een tiental ‘hedendaagse
klassiekers’ (met onder meer Deelder, Favery, De Conink en Kopland). Die keuze,
met korte toelichtingen bij elk tijdvak, zorgt ervoor dat dit boek gelezen kan
worden als een vrij klassieke bloemlezing. De tekstkeuze is zonder meer
degelijk, al kan Claes moeilijk een vernieuwende of tegendraadse kijk op onze
letteren verweten worden. De bloemlezer houdt het bij een nogal te verwachten
selectie, ook al omdat hij zich nadrukkelijk beroept op de tijd als
scheidsrechter bij het bepalen van een canon. Hoe dan ook, ze prijken hier
allemaal naast elkaar, de gedichten die generatie na generatie overgeleverd
werden en het patrimonium van onze letteren blijven uitmaken. Die keuze zal
ongetwijfeld her en der kritiek opleveren, maar als lezer ben ik in ieder verheugd
met wat hier is bijeengebracht.
Belangrijker dan de
selectie is echter de manier waarop de samensteller de gedichten tracht te
verklaren voor de hedendaagse lezer, die niet langer vertrouwd is met de oudere
fases van onze taal maar evenmin nog de mythologie, de godsdienst en het
Europese literaire erfgoed pasklaar heeft zitten. Bij ieder gedicht gaat Claes
op dezelfde manier tewerk: hij situeert de betreffende tekst in enkele zinnen,
geeft zo nodig enige woordverklaring, bespreekt vervolgens techniek en
thematiek en besluit met sporen van de nawerking van de klassieker. De laatste
rubriek laat bijvoorbeeld zien hoe echo’s van het betreffende vers doorklinken
bij navolgers, of hoe de overbekende regels leiden tot een parodie of een
pastiche.
Vooral de korte beschouwingen
over verstechniek laten zien hoe goed Paul Claes vertrouwd is met de regels van
de klassieke poëtica en de retoriek. Daarbij gaat het niet enkel om technische
kwesties op zich, maar ook om de manier waarop een vers aansluiting zoekt bij
een ingeburgerd genre. De stijlfiguren illustreren hoe teksten in elkaar zijn
gezet, hoe dichters ernaar streven om hun woorden formeel extra te beladen (en
daardoor nieuwe betekenissen te genereren). Dat verband tussen vorm en inhoud,
dat zo essentieel is voor gedichten, wordt voortgezet met de thematische
beschouwingen. Hier legt Claes regelmatig verhelderende verbanden met andere
teksten of laat hij zien hoe de symbolen in de betreffende tekst het best
geïnterpreteerd kunnen worden. Op die manier krijgen de klassieke gedichten hun
oorspronkelijke patina terug, en leiden nieuwe originele vondsten tot
onvermoede interpretaties. Claes blijft telkens even beknopt maar veel van zijn
suggesties zullen lezers vandaag stimuleren om dit boek vaak ter hand te nemen.
Toch gaat het
in de meeste gevallen niet echt om interpretaties van volledige gedichten maar
om de verheldering van een paar moeilijke passages of om een soort van globale
parafrase van de tekst. In dit opzicht blijft er voor de lezer nog veel ruimte
over om voort te bouwen op de elementen die hier worden aangereikt. Dit is een
bloemlezing en een leesboek van formaat, dat het puik van onze letteren terecht
in leven houdt voor huidige en toekomstige generaties. Hopelijk maken die
veelvuldig gebruik van wat hier als uitnodiging wordt aangeboden.
Paul Claes: Canon van de Nederlandse poëzie, Poëziecentrum,
Gent 2023, 428 p. ISBN 9789056551209
deze pagina printen of opslaan