Luuk Gruwez staat al sinds jaar en
dag geboekstaafd als een romantisch dichter. Op het ogenblik van zijn debuut
gold de neo-romantiek als een nieuwe literaire stroming met dichters die
opnieuw aansluiting zochten bij de intimiteit van het bestaan en de cultus van
onmogelijke verlangens. Al snel bleek echter dat ieder van de onder die noemer
verzamelde dichters (onder wie ook Miriam Van hee en Jotie ’T hooft) in feite
een eigen dichterschap ontwikkelde. Het etiket ‘romantisch’ was niet veel meer
dan een lege doos, die zelfs een meer genuanceerde kijk op dat oeuvre
tegenhield.
Die
bijziende blik geldt zeker voor de manier waarop Luuk Gruwez in de loop der
jaren door de literaire kritiek is behandeld. Zijn temperament is duidelijk
romantisch, maar dan vooral in een tragische zin. De dichter is zich bij
uitstek bewust van zijn innerlijke gespletenheid: verlangens en werkelijkheid
vallen niet alleen niet samen, ze zorgen voor een tweespalt die bij momenten
ondraaglijk is. Zeker in Gruwez’ jongste bundel, Balts, wordt dat voortdurend tastbaar gemaakt. De drang naar het
onhaalbare drijft de mens weliswaar voort, maar de teleurstellende ervaringen
zorgen steeds weer voor nieuwe frustraties en voor nieuwe verlangens. Die
dynamiek van aantrekken en afstoten wordt vertaald in tal van paradoxen en
tegenstrijdigheden: wat de dichter in de ene strofe stellig lijkt te beweren,
wordt in de daaropvolgende strofe subtiel ontmanteld. Het enige wat rest is de
zekerheid van de onzekerheid.
Daarbij komt, zeker
in deze bundel, het besef van de ouderdom waardoor de onmacht enkel wordt
versneld en versterkt. De dichter droomt nog van de verleidingszang, maar zijn
balts is een hopeloze lofzang voor de onbereikbare vrouw. Zijn enige verzet is
dat van een theatrale grootspraak. Veel gedichten vangen aan op een hoogmoedige
toon, met een stijl waarin het pathos de boventoon voert, om gaandeweg die
zeepbel van woorden te doorprikken. De dichter legt expliciet het verband
tussen het schrijven van gedichten en het bedrijven van de liefde: beide
activiteiten zijn aan stevige slijtage onderhevig maar dat neemt niet weg dat
het verlangen onaangetast is gebleven. Dat besef wordt gecompenseerd door
hopeloze romantische fantasieën (die doorgaans op clichébeelden zijn gebaseerd)
maar ook door een cynische, ontmaskerende ondertoon. Wie daaraan voorbijgaat en
zich uitsluitend concentreert op de thema’s die aan bod komen, ontzegt deze
poëzie haar innerlijke kracht en dubbelzinnigheid.
Balts begint,
zoals wel vaker bij Gruwez het geval is, in het verleden. Die geografische en
familiale wortels hebben de dichter als individu bepaald, maar ze vormen ook
een voorafschaduwing van zijn eigen levenseinde. De dementerende moeder en
andere overledenen worden hier met veel deernis opgeroepen, maar in
tegenstelling tot de ontkenning die veel mensen staande houden belicht de
dichter net hun kwetsbaarheid en hun gebreken. De aantasting van lichaam en
geest wordt haast obsessioneel beschreven en gecultiveerd, als betrof het hier de
diepste realiteit van ons wezen. Thanatos (het doodsverlangen) vormt zo het
begin en het einde van het bestaan, een kader waaraan Eros (de seksuele drift)
nooit kan ontsnappen.
Dat blijkt ook uit de galerij portretten die de dichter in
deze bundel neerzet. Hijzelf duikt frequent op als een underdog, maar veel
krachtiger zijn de vrouwen die hij in woorden schildert. Zij worden echter alle
getekend door verdriet, en het is opmerkelijk hoe vaak in die context verwezen
wordt naar een of andere God die vruchteloos aanbeden wordt. In plaats van die
religieuze uitverkiezing komt het besef dat wij niet meer zijn dan korrels in
een universum, momentopnamen. Ook in de ontroerende liefdesgedichten (een genre
dat Gruwez meesterlijk beheerst) is er voortdurend sprake van een angst om de
geliefde en de liefde te verliezen, maar evenzeer van een onderhuids verlangen
om eindelijk te verdwijnen. De mens wordt dan een ding, dat versmelt met zijn
materiële oorsprong.
Balts is zo een bundel van het
einde; het woord van de dichter komt daar opvallend dichtbij maar blijft
tegelijk kwetsbaar en overdadig die grens met het onmogelijke aftasten.
Luuk Gruwez: Balts,
De Arbeiderspers, Amsterdam 2023, 83 p. ISBN 9789029546256. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan