Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Claude van de Berge: De witte zon van de dood

door Dirk De Geest

De witte zon van de dood is een bundel die, zoals de titel al aangeeft, geheel in het teken staat van het nakende levenseinde. Het lijkt erop dat Claude van de Berge zijn existentiële zoektocht, en daarmee verbonden zijn imposante literaire oeuvre, laat uitlopen op een finaal orgelpunt. Toch zijn deze gedichten nergens fatalistisch, maar geven ze integendeel blijk van een opmerkelijke energie en levenskracht.  

Dat hangt samen met de eigengereide visie die Van de Berge ondertussen een halve eeuw uitdraagt en die de drijfveer vormt van zijn oeuvre. De auteur, die aanvankelijk begon met lyrisch proza, maar gaandeweg van poëzie zijn hoofdbekommernis heeft gemaakt, stelt zich immers niet tevreden met het registeren van wat rond hem gebeurt. Integendeel, hij gaat resoluut op zoek naar een diepere werkelijkheid, een waarheid die zich onder en achter de verschijnselen manifesteert en die slechts door diepgaande reflectie – en dan nog slechts via occasionele sporen – achterhaald en blootgelegd kan worden. Het is een streven dat niet toevallig religieuze, zelfs mystieke trekken vertoont, al lijkt Van de Berges universum niet beheerst door een of andere transcendente God maar door de kracht die inherent is aan de kosmos en de natuur zelf. In de visie van de dichter is alles met alles verbonden. Het kleinste detail openbaart die omvattende samenhang, maar vooral in ‘gezuiverde’ landschappen als het hoge Noorden wordt dat verband voelbaar en tastbaar. De vele tochten naar IJsland hebben in dat opzicht onmiskenbaar als een beslissende katalysator gewerkt.
 
In zijn gedichten probeert de auteur die ervaring niet alleen voor zichzelf onder woorden te brengen, maar ook voor de lezer zo concreet (en zo voelbaar) mogelijk te brengen. Daartoe heeft hij in de loop der jaren een eigen idioom ontwikkeld. Dat is allereerst samengesteld uit een aantal terugkerende elementen met een grote symbolische kracht. Van de Berge laat opvallend vaak de vier oerelementen (aarde, water, vuur, lucht) spreken in hun onderlinge relatie, en daarnaast zit zijn poëzie vol spiegels, kristallen, sneeuw, zon en sterren. Het is een manier om de waarneming uit te puren tot haar essentie maar ook om die essentiële krachten van de kosmos hier in hun volle intensiteit te laten weerklinken. De vele spiegels en weerspiegelingen vestigen extra de nadruk op het spel van gelijkenissen dat aan de basis ligt van ogenschijnlijk zo verschillende fenomenen. Naast die vrij concrete symbolen beroept de dichter zich ook op een abstracte woordenschat (‘schat’ valt hier overigens letterlijk te nemen) waarvoor hij deels inspiratie zoekt bij westerse en oosterse mystieke denkers. Dat samenspel van concrete en abstracte componenten wordt verbonden met een melodieuze zegging waarin de herhaling een cruciale rol speelt.
 
Op die manier brengt de dichter hier een diepgaand gesprek tot stand met zichzelf, maar ook met de lezer: het gebruik van ‘jij’ en ‘wij’ verhindert dat deze gedichten al te narcistisch zouden overkomen, maar het onderstreept ook de bewuste algemene dimensie van deze poëzie. In dat gesprek, gespreid over een aantal thematische reeksen, verschijnt de dood niet als een einde, maar als een belangwekkende grens, een doorgangsstadium. Sterven is een ritueel waarbij het ik opnieuw opgaat in een volkomen kosmische eenheid. Het lichaam maar ook het bewustzijn fungeren daarin als een noodzakelijke maar bij uitstek tijdelijke huls. Dat geestelijke traject van bewustwording, van achterlaten maar ook van loutering, wordt hier in tal van variaties opgeroepen en gesuggereerd. Er is het negatieve stadium, dat als een soort van verlies of stilstand wordt ervaren, maar dat wordt gevolgd door een positieve ervaring en een hernieuwd bewustzijn. Het subject wordt bij die finale initiatie vergezeld door de zon en de sterren, maar ook door een zwijgende engel en een zwaan. Zij vormen ijkpunten in een zoektocht die reikt naar het oneindige.

Voor sommige lezers zal deze lyriek te ijl en te filosofisch overkomen, maar de nieuwe belangstelling voor Van de Berges werk, ook bij jongere lezers, toont aan dat zijn odyssee belangwekkend is en essentieel. De kracht van deze poëzie ligt in haar visie maar ook in de bezwerende suggestie van beelden en begrippen: voor alles is Claude van de Berge een lyrisch denker, iemand die de intensiteit van de poëtische taal inzet voor een ambitieus meditatief project. 
 
Claude van de Berge: De witte zon van de dood, Poëziecentrum, Gent 2023, 87 p. : ill. ISBN 9789056550905

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri