Van de Franse schrijfster, zangeres en feministe Lola
Lafon (1970) verscheen in het Nederlands eerder De kleine Roemeense die nooit glimlachte. Deze roman, haar vierde, gaat over
de turnster Nadia Comăneci. De
Roemeense gymnaste behaalde op de Olympische Spelen van Montreal in 1976 met
haar geniale oefening aan de brug met ongelijke leggers de maximale score van
tien punten. Ze werd daarmee op haar veertiende een uithangbord van het
succes van het communisme. Maar het sprookje was van korte duur, want amper een
jaar na die doorbraak begon de volwassen vrouw in de frêle kindster te
ontluiken. In de ogen van velen deed dit afbreuk aan haar betoverende
uitstraling. De kleine Roemeense die
nooit glimlachte is een op
de werkelijkheid geënt portret, dat aangevuld is met fictieve commentaren van
de gewezen topturnster.
In Als je naar dit lied
luistert vertrekt Lola Lafon opnieuw bij een tienermeisje. Dit keer gaat
het om Anne Frank, die door de loop van de wereldgeschiedenis altijd tiener gebleven
is. Het boek maakt deel uit van de Franse reeks ‘Ma nuit au musée’. Het concept:
een auteur wordt uitgenodigd om een nacht alleen in een museum naar keuze door
te brengen en uit deze ervaring een tekst te destilleren. Deze opzet levert doorgaans
beschouwende werken op. Vaak pakken die avontuurlijk uit, omdat ze buiten het
gewone oeuvre van de auteurs staan.
Lola Lafon koos ervoor om de
nacht van 18 augustus 2021 door te brengen in het Achterhuis aan de
Prinsengracht in Amsterdam. Het ging haar om het ervaren van de amper veertig
vierkante meter, waar Anne Frank, haar ouders, haar zus en nog vier andere
onderduikers tussen 1942 en 1944 zo geruisloos mogelijk de dagen uitzaten.
Anne Frank is
zo wereldberoemd, dat heel wat mensen haar verhaal niet echt kennen, aldus Lola
Lafon. Ze spreekt ook voor zichzelf. In haar boek roept ze Anne Franks
achtergrond dan ook op, tot en met de gebeurtenissen na de inval van de Gestapo
in het Achterhuis op 4 augustus 1944. Via het doorgangskamp Westerbork moesten
de acht bewoners daarna op transport naar Auschwitz-Birkenau. De zusjes Anne en
Margot Frank, respectievelijk vijftien en achttien jaar, werden nadien samen
met driehonderd andere vrouwen in een veewagen naar het kamp Bergen-Belsen
vervoerd. Van de familie Frank overleefde enkel vader Otto de hele tragedie.
Lola Lafon wisselt
het verhaal van Anne Frank af met haar eigen Joodse familieverleden. Haar
grootvader langs moederskant was van Russische origine, haar oma kwam uit
Polen. In de vroege jaren
dertig kruisten hun wegen zich in Parijs. Daar zochten ze net als vele andere Midden-Europese
Joden hun toevlucht voor
het opkomende antisemitisme. Toen nazi-Duitsland grote delen van Frankrijk bezette
tijdens de Tweede Wereldoorlog, moesten ze in hun gastland alsnog onderduiken.
Tot
voor kort vond Lola Lafon de Joodse kant van haar identiteit weinig relevant.
Ze wilde gewoon tot een ‘normale’ familie behoren, niet een die door het
Joods-zijn historisch belast was. Als iemand haar naar haar afkomst vroeg, antwoordde
ze steevast dat ze van ‘overal’ vandaan kwam. Dit is overigens niet helemaal
gelogen: ze is in Parijs geboren, maar bracht haar kindertijd door in Bulgarije
en in het Roemenië van Ceaușescu.
Op haar twaalfde keerde ze met haar ouders, allebei professor in de literatuur,
terug naar Parijs.
Dat ze op een dag niet langer aan haar roots voorbij zou gaan, zat
er al wel langer aan te komen. Rond haar tiende kreeg ze namelijk van haar
grootmoeder een vergulde medaille met daarin een afbeelding van Anne Frank. De
opdracht erbij luidde: ‘Vergeet het niet.’
Tijdens haar museumnacht staat
ze ook stil bij een nog oudere vergeet-mij-niet-smeekbede. Die werd in 1976 in
Boekarest aan haar gericht door een jongen, die ze daar als kind ontmoette. Hij
was toen met zijn familie vanuit Parijs onderweg naar Cambodja, van waar het
gezin afkomstig was en waar Pol Pot intussen aan de macht kwam. Naderhand bleek
dat de vijftienjarige jongen net als Anne Frank een genocide tegemoet reisde.
Tot slot gaat
het boek ook over het schrijverschap. Lola Lafon gaat in op het ontstaan en de
betekenis van Anne Franks dagboeken. Zijn ze een getuigenis, een testament of
een literair manuscript van een schrijfster in de dop? Ze trekt het thema
verder open door dieper in te gaan op de redenen waarom iemand (zijzelf
incluis) vrijwillig kiest voor de eenzaamheid van het schrijven.
Vooraf stond haar
niet helder voor ogen waarover ze het precies zou hebben na haar nacht in de
leegte van het Achterhuis. Een geruststellend citaat van Marguerite Duras hielp
haar het hoofd koel te houden: ‘Als we van tevoren, voor het schrijven,
enigszins wisten wat we gaan schrijven, dan schreven we nooit. Het zou de
moeite niet lonen.’ Uit de puzzelstukken waarmee Lola Lafon na haar museumervaring
aan de slag ging, is uiteindelijk een vindingrijk, aangrijpend en intiem essay ontstaan.
Lola Lafon:
Als je naar dit lied luistert, De Arbeiderspers, Amsterdam 2023, 190 p. ISBN
9789029549882. Vertaling van Quand tu écouteras cette chanson door Katrien
Vandenberghe. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan