Wat verwacht je van een roman? Nou, dat er in
ieder geval een zekere ‘ontwikkeling’ in zit, een intrinsieke beweging die
richting geeft en zo het relaas optilt naar iets hogers. Je moet als het ware
geprikkeld worden tot doorlezen omdat je voelt dat er zaken op til zijn.
Literatuur heeft met uitlokken te maken en moet je naar het puntje van je stoel
brengen.
In Uitzicht
van dichtbij, het romandebuut van Megan van Kessel (Maastricht, 1989),
verwacht je van de ruimtelijke draai in de titel een verhaal waarin zich een
bijzondere kijk op de dingen ontplooit. Maar dat valt toch tegen. Het zit hem
met name in het ‘uitzicht’. In de zin van ruimte in een verhaal om je erin te
kunnen bewegen, geestelijke ruimte vooral. Dit debuut gaat er mank aan.
Hoofdpersonage
Maggie, een jonge vrouw, is net moeder is geworden. Zij woont met haar man
Alfons en baby Felix in een monument, een gerestaureerde en tot woning
verbouwde houten kerk. Er is slechts een moeizaam en schaars contact met de tamelijk
mallotige naaste buren in het dorp. Maggies uitzicht, haar geestelijk perspectief,
is vanaf het begin naar binnen gericht. Toen zij nog alleen was, had ze een
aarzelende start gemaakt met het schrijven voor online periodieken. Maar haar
onverwachte zwangerschap (en haar kennelijk daarop gevolgde huwelijk) maakte
een voorlopig eind aan haar schrijfambities. Het nu en dan opspelende gevoel
van spijt hierover is nummer 1 van een reeks zeurende onzekerheden. Nummer 2 is
de gewaarwording dat zij toch wel op weg is om een ‘Fleur uit Almere’ te
worden, een aan de eisen van fantasieloos burgerschap aangepast typje dus. En
dan is er nummer 3: Maggies twijfel aan zichzelf wordt al enige tijd versterkt
door het gedrag van haar vader Pierre. Er is al geruime tijd geen contact meer tussen
de twee en de man heeft zelfs niet gereageerd op het geboortekaartje van Felix.
Bij de opzet van
een roman kun je natuurlijk uitgaan van een zelfvertrouwen ondermijnend moment
in het leven om vervolgens op verrassende wijze het dreigende gevoelsmoeras te
ontwijken. Zo’n insteek geeft richting. Maar dat zien we niet gebeuren in Uitzicht
van dichtbij. De lezer ploegt door een tamelijk benauwend relaas en kan
zich bovendien niet met enig personage echt verbinden. Het zijn overwegend
onsympathieke sukkelaars die Van Kessel heeft gecreëerd. Hun naarheid wordt onvoldoende
aannemelijk gemaakt. Zo krijg je van de vader wel snel in de gaten dat het een egoïst
pur sang is, maar een diepere achtergrond daarbij wordt niet geschetst. Er
kondigt zich ook geen ontwikkeling aan die uitzicht biedt op een kentering in
het gedrag van pa. Op dit soort ‘flat characters’ raak je snel uitgekeken.
Van Kessels stijl
van schrijven is in orde. Zij doet niet aan mooischrijverij. Ook zit er een
ongekunstelde kwetsbaarheid in dit boek, maar dat is helaas niet genoeg om een
aardige leeservaring te creëren.
Megan van Kessel: Uitzicht van dichtbij, Nijgh & Van
Ditmar, Amsterdam 2023, 208 p. ISBN 9789038811666. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan