Yvan De Maesschalck staat bij lezers van Mappalibri bekend als een fijnzinnige
criticus, die steeds oog heeft voor de kwaliteit van gedichten. Over poëzie
heeft hij ook elders gepubliceerd, in tijdschriften en in boekvorm. Daarnaast
heeft hij een tweede grote liefde, de legendarische middeleeuwse vos Reynaert
en zijn avonturen in het Waasland. De Maesschalck werkt dan ook al lange tijd
mee aan Tiecelijn, het gezaghebbende en steeds informatieve tijdschrift
voor Reynardofielen. Zij publiceren nu de dichtbundel Vossenkwaad, waarmee de criticus als volwaardige dichter debuteert.
Vossenkwaad legt de klemtoon op de
ongrijpbaarheid van Reynaert. De dichter kiest voor vrij vormvaste verzen, met
een mooi ritme dat doet denken aan zijn middeleeuwse voorbeeld en een brede
woordenschat die een rijk maar ook bewust ‘ouderwets’ Nederlands laat zien. Op
die manier wordt de band gelegd met de oorspronkelijke tekst, zeker voor wie
vertrouwd is het met Reynaert-verhaal. Dat dierenepos wordt hier naverteld,
maar op een bewust gefragmenteerde en gedramatiseerde wijze.
Elk gedicht wordt uitgesproken
door een van de dieren op het proces. Daardoor krijgen wij als lezer een erg
diverse kijk op Reynaert, van de haast administratieve registratie tot zwaar
emotionele getuigenissen van door het gedrag van de vos getraumatiseerde
dieren. Koning Nobel, die ook enkele malen het woord neemt in een monoloog, is
er vooral op gesteld om zijn gezag en zijn gemoedsrust te bewaren. Reynaert
daarentegen blijft vooral een enigmatische figuur, en dat tot het eind van het
verhaal (en van deze bundel). Hij is geen naïeve schelm maar ook geen loutere
doortrapte schurk; hij is de gedroomde outsider die superieur is aan de andere
dieren en hun zwaktes magistraal weet te bespelen.
Hoewel De Maesschalck een opmerkelijke
stem geeft aan een aantal figuranten (van wie sommigen nauwelijks een
vermelding krijgen in het middeleeuwse epos) sympathiseert hij toch met de
sluwheid van zijn held. Die is, zoals gezegd, de hoofdfiguur rond wie alles
draait maar die in feite niet de centrale kern is van het verhaal zelf. Net
door die zijdelingse blik kan deze bundel ook de doorwinterde Reynaertlezer
ongetwijfeld verrassen.
Hoewel deze gedichten zich sterk richten op wie het verhaal
reeds kent (een korte samenvatting wordt achteraan gegeven) zijn de gedichten
toch ook actueel. De psychologie van de narcist en de calimero of het
pragmatisme van de politicus en de rechtspraak krijgen bewust herkenbare
trekjes. Naar het einde toe versmelten ook de auteur van het oorspronkelijke
epos en de schrijver van deze nieuwe versie, en her en der wordt dan op
hedendaagse auteurs en thema’s gealludeerd. Het zijn speelse, maar functionele
accenten in een bundel zonder literaire pretenties maar wel met literaire
kwaliteiten. In ieder geval verdient Vossenkwaad
een plaats in de poëziebibliotheek, ook buiten de kring van
Reynaerdofielen.
Yvan De Maesschalck, Wim De
Cock: Vossenkwaad, Reynaertgenootschap, Sint-Niklaas 2023, 65 p. : ill.
deze pagina printen of opslaan