Je verwacht het niet meteen van een man die
vooral bekend staat als schrijver van traktaten over de gemoedsrust, het
beheersen van woedeaanvallen of vergevingsgezindheid, dat hij bij het
verscheiden van de keizer de man over de hekel haalt. Je verwacht het zeker
niet als die schrijver zich ook meestal tot de stoïcijnse obediëntie lijkt te
bekennen.
Maar
toch: Claudius had nog maar pas het tijdelijke voor het eeuwige verruild, of
hij werd al door het slijk gehaald door de leraar van zijn stiefzoon Nero.
Althans, algemeen wordt aanvaard dat Seneca de auteur was van deze satire
waarin Claudius een poging doet om in de hemel opgenomen te worden maar daarbij
een smadelijke afgang lijdt. Het was wellicht diezelfde Seneca die de pen van
Nero’s begrafenisrede op Claudius’ uitvaart, en daar over de doden niets dan
goed uiteraard. De talrijke literaire verwijzingen laten in elk geval vermoeden
dat de auteur van dit werk zeer belezen was en dan komt Seneca natuurlijk wel
in het vizier.
En uiteraard: hij had ook wel zijn privémotieven. Claudius heeft hem zeven jaar
in ballingschap laten sudderen, de relatie tussen Nero en Claudius was geen
toonbeeld van een goed familieleven én Seneca kende ook wel andere literaire
registers: hij schreef ook bloederige tragedies waarvan we hier echo’s
terugvinden.
De
Verpompoening van keizer Claudius, beter bekend onder zijn Griekse titel Apocolocyntosis,
is nu vertaald in het Nederlands door Vincent Hunink en door hem ook
toegelicht. Uitgebreid zelfs, en dat is ook wel nodig. Het werkje, in deze
uitgave krap 24 pagina’s lang, wemelt van de literaire en historische
verwijzingen. Je leest het verhaal hier eigenlijk twee keer: de eerste keer
zoals Seneca het geschreven heeft, de tweede keer met de uitleg die je als
lezer nodig hebt om alle grapjes en verwijzingen te vatten. Ook leven en werk
van Seneca worden schematisch overlopen, wat eigenlijk geen must was, zeker
niet als er opnieuw zonder meer wordt gesteld dat Nero de grote brand van Rome
aanstak, wat door veel historici in twijfel wordt getrokken.
De Apocolcyntosis is
opgevat als een klassieke vijfakter, vol schimpscheuten naar Claudius’ beleid
(men vond hem te laks in bijvoorbeeld de toekenning van het burgerrecht aan
‘vreemdelingen’) en fysieke verschijning. Hij zou spasmen gehad hebben, leed
onder winderigheid en stotterde. Alleen al de titel is een serieuze steek: de
Griekse naam is een serieuze tongtwister en een variant op apotheosis, de
normale term voor vergoddelijking. Als er een Latijnse titel was, dan is een
gissing dat die ongeveer als het niet minder onuitspreekbare Concucurbitatio
moet geklonken hebben. Claudius zag er waarschijnlijk ook uit als een
waggelende pompoen. Daarom is het jammer dat in deze vertaling gekozen is voor
een nietszeggender titel. Elders in de vertaling maakt Vincent Hunink wel
eigenzinnige keuzes die te verdedigen zijn en die de geest van het origineel in
al zijn veelzijdigheid mooi weergeven.
Seneca: De hemelvaart van keizer
Eikel. Een satire op Claudius, Van Oorschot, Amsterdam 2023, 61 p. ISBN 9789028232044.
Vertaling uit het Latijn door Vincent Hunink. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan